Media & TV

De eentonigheid van het opiniecircuit

13-03-2013 17:00

Het zogenaamd publiek debat in Nederland speelt onder een klein deel van de bevolking. De bandbreedte van de geuite meningen is ook klein.

Traditioneel werden opiniestukken in de opinierubrieken van de kranten gepubliceerd, en in de verzuilde opiniebladen. Wie daar niet terecht kon, moest maar stencils uitdelen. De komst van het internet stelde de individuele burger in staat, om zijn mening onbeperkt te verspreiden. Dat heeft zeker gevolgen gehad voor de Nederlandse politiek, maar niet de totale revolutie die de vroege internet-activisten voor ogen hadden. De reden: heel veel wordt online gezet, maar heel weinig daarvan wordt breed gelezen, laat staan dat de lezers hun wereldbeeld bijstellen.

Het opiniecircuit dat een kans maakt op enige politieke invloed, is nog steeds klein en overzichtelijk. De opinierubrieken van de kranten, inmiddels wel online met de mogelijkheid tot reacties, spelen nog steeds de hoofdrol. De oude opiniebladen hebben het moeilijk, en zullen wellicht verdwijnen: talkshows zijn wel belangrijker geworden. Verder is de impact van opiniërende nieuwssites (aggregators) in Nederland beperkt gebleven: er is hier geen Drudge Report of Huffington Post.

Oud probleem blijft actueel

Het aloude probleem van toegang tot de media, blijft actueel. ‘Den Haag’ gebruikt een beperkt aantal bronnen. Niemand heeft de tijd om duizenden blogs of accounts te lezen, op zoek naar de mening van de burger. Zonder toegang tot die bronnen ben je onzichtbaar voor de politiek, en zonder invloed. Het blijft ook een elite, die wel toegang heeft: politici en bestuurders, partij-medewerkers en activisten, lobbyisten, onderzoekers en publicisten (die vaak dicht bij een partij staan).

Hebben die mensen diverse meningen? Vergeet het maar. Ze kennen elkaar van dezelfde studie, ze ontmoeten elkaar vaak, vinden hun partners in dat circuit, en de sociale controle is groot. Het is al vaker gezegd: feitelijk is er maar één partij in Nederland. Die eenvormigheid geldt voor het opiniecircuit.

Dat weet ik uit ervaring: veel van wat ik schrijf wordt geweigerd, en dat lijkt duidelijk aan de inhoud te liggen. Om met de deur in huis te vallen: je kunt nergens in Nederland een stuk kwijt, die de moord op Pim Fortuyn verdedigt. En nee, dat is niet strafbaar: minister Donner wilde ‘apologie’ strafbaar stellen, maar dat is hem niet gelukt. Andere taboe-onderwerpen zijn de grondslagen van de Nederlandse staat, vrijwillige segregatie, afwijzing van de democratie of rechtsstaat, Anne Frank, en het Holocaust-begrip.

Afwijzen

Een recent voorbeeld: twee stukken van mij zijn geweigerd door zowel deze site als Joop, zijn ‘linkse tegenhanger’. Beiden zijn reacties op de integratie-plannen van Lodewijk Asscher. De eerste ging over de vraag, of zijn beleid bepaald wordt door het feit dat hij Joods is. Dat geldt als onsmakelijk, zo niet antisemitisch. Francisco van Jole vond dat het stuk ‘nogal op de persoon speelde’, en weigerde het. ThePostOnline kreeg een kopie van zijn afwijzing, en wees het eveneens af.

Asscher wil blijkbaar migranten toetsen op hun houding tegenover homoseksualiteit, een uit Duitsland overgenomen voorstel. De politiek correcte linkse reactie is, om de homofobie van sommige allochtonen te veroordelen, maar dergelijke toetsen af te wijzen. Ik heb in een commentaar juist het bestaansrecht van homoseksualiteit afgewezen. Die vormt namelijk een stok om de allochtoon te slaan: breek je de stok, dan bescherm je de allochtonen. Joop heeft dat stuk zonder uitleg geweigerd, en ThePostOnline noemde het “ernstig stigmatiserend voor homo’s” en vreest dat het strafbaar is.

Smalle politieke marges

Natuurlijk zullen onbekende en confronterende standpunten mensen irriteren. Ik ben daarvoor meermalen met de dood bedreigd. Vrees voor negatieve reacties is echter niet de oorzaak van de eentonigheid bij het opiniecircuit. Die ligt vooral in de smalle politieke marges van zijn beheerders: die staan veel dichter bij elkaar dan ze denken.

En dat weerspiegelt een breder verschijnsel: de democratie werkt als een filter. In oudere democratieën, zoals Nederland, wordt steeds minder ‘aanvaardbaar’ gevonden. Het rechts-populisme heeft inderdaad een consensus doorgebroken, en enkele taboe-opvattingen binnen de politieke sfeer gebracht. Maar bedenk: de Fortuyn-revolte was eenmalig in de naoorlogse geschiedenis. Daar staat tegenover, dat niemand nu bepleit dat Nederland de ‘kapitaliestiese NAVO’ verlaat, of de arbeiders-Sovjets invoert. De bevolking wordt op lange termijn steeds conformistischer. De wens om niet geconfronteerd te worden met afwijkende opvattingen, is daarvan een symptoom.