Bladen

Man solliciteert naar hoofdredactie Opzij

25-06-2013 15:38

Vijf jaar geleden was hij boos dat hij werd afgewezen bij Opzij om hoofdredacteur te worden. Meer dan ooit zijn vrouwen de motor van de vooruitgang, betoogt Mark Koster. De medeoprichter van ThePostOnline is fan van Christine Lagarde, Angela Merkel en gelooft dat Hillary Clinton wel vrede kan stichten in het Midden-Oosten als ze president wordt. 

Geachte heer Van der Meulen,

Uw aanstaande oproep op de website van Opzij sporen mij nu al aan om te solliciteren naar de functie van hoofdredacteur van uw prachtige titel. Het feministische maandblad Opzij heb ik – ik ga u nu een paar bekentenissen doen – nog niet zo vaak gelezen, maar natuurlijk wel altijd een warm hart toegedragen. Hij lag bij mijn moeder op de leestafel.

Parochieblaadjes

De strijd voor het feminisme is een nog altijd nastrevenswaardig ideaal. Het vrouwenactivisme verdient een blad, vind ik, net als sportvissers een parochieblad verdienen. Parochieblaadjes zijn de nieuwe journalistieke ankers in onze geïndividualiseerde samenleving.

Het mooie aan Opzij is dat de lezers een grote betrokkenheid tonen bij het blad. Toch, is dát niet meer voldoende, vrees ik. Aan uw blad kleeft een beetje de verkeerde geur van de Dolle Mina’s, al heeft mevrouw Dresselhuys van Opzij een non-conformistische, okselhaarvrije titel weten te maken, en wist mevrouw Van der Linden er ook nog een scheutje glamour aan toe te voegen.

Journalist

Mevrouw Dresselhuys en mevrouw Van der Linden waren in de eerste plaats journalistieke bladenmakers en pas in de tweede plaats feministes. Welnu, dat zijn ook precies de kwaliteiten die ik mezelf zou willen toedichten.

‘Een blaadje maken’ is in de eerste plaats een ambacht. Tijdschriften die vol staan met verhalen die zijn gebaseerd op ideologische scherpslijperij en/of politiek-correcte vooringenomenheid zijn saai, voorspelbaar en zelden succesvol.

Feministische waarheid

De waarheid over het feminisme bestaat niet en zal ook niet bestaan. Dat vrouwen op sommige gebieden nog niet als volwaardige wezens worden gezien, erken ik meteen, en dat is natuurlijk een grove schande.

Dan komen we op het tweede punt: mijn achtergrond. Ik zeg het u maar recht in uw gezicht: ik doe weinig in het huishouden. Koken kan ik – net als mevrouw Dresselhuys overigens – niet. Stofzuigen doe ik niet en ook aan mijn kinderen besteed ik volgens elke feministische maatlat te weinig aandacht.

Man achter behang

Wat ik wél doe is hard werken en me inzetten voor bladen waar ik in geloof. Dat zegt overigens niet dat ik Opzij nu al de perfecte titel vind.

Uw blad oogt een tikje belegen en heeft ook een iets te bezorgde toon. Het zou wat vrolijker, optimistischer en speelser kunnen, wellicht ook met inzet van nieuwe media, zoals brutale filmpjes op de website. Bij deze denk ik aan de serie: man achter het behang.

Stand by your man

Opzij confronteert mannen op basis van inzendingen van lezeressen onaangekondigd en met draaiende camera met hun vrouwonvriendelijke gedragingen. Ook zou ik graag een paar nieuwe rubrieken in het blad willen introduceren, waaronder de serie ‘stand by your man’.

Sterke mannen hebben vaak nog veel sterkere dames achter zich staan. Ik zou graag eens met Truus Opmeer praten, de Japie Krekel achter Louis van Gaal. Na een paar jaar kunt u de verhalen van deze oerfeministen bundelen en er zelfs een jaarlijkse uitverkiezing – de Tammy Wynette-kroon – van maken. Ja, dit klinkt enigszins ironisch, maar ik denk dat het wel kan werken.

Feministische jongedame

Ik werkte lange tijd samen met een feministische jongedame en die snapt dit als geen ander. Jojanneke, haar achternaam is Van den Berge trouwens, zou een prima adjunct zijn. Of béter misschien: we doen het gewoon samen, op fifty-fifty basis natuurlijk.

Zorg wel dat we twee kamers hebben, want we kunnen nogal eens knetteren over verhalen en invalshoeken, en zij ruimt – als elke man – haar bureau nooit op.

Tenslotte, bouwen we een vette webshop, want vrouwen kopen spullen. Uw blad is een potentiële goudmijn. Opdat u mij niet weer vergeet.

Met vriendelijke groet,

Mark Koster