Maarten zat Maarten in de weg

05-07-2013 14:38

Zojuist terug van een buitenlandse plek waar geen wifi. Maarten van Roozendaal is, lees ik nu, al een paar dagen dood. Niet alleen veel te jong, maar vooral veel te onbemind gebleven. Zijn geprononceerde gebit, die podiumsigaret, zijn overgave, de pareltjes van melodieën, de poëtische zinnetjes, zijn mimiek, het vroege verscheiden, de parallellen met Jacques Brel gutsten je tegemoet.

Brels te vroege overlijden veroorzaakte destijds in veel landen algehele ontzetting. Maar van nationale rouw is in het geval Maarten geen sprake. Rond dit nu levenloze wonderkind tellen we enige snikkende coterietjes. Enkele anderen vinden dat ze, incrowdy, moeten meesnikken. Of achten het – je weet maar nooit – voordélig mee te wenen en daar in een advertentie aanstellerig kond van te doen.

In elk geval zijn het er weinig. Veel te weinig voor iemand van het kaliber Maarten.

Vers schuimend bier in glycerine

Vermoedelijk zit hem daar ook de kneep. ‘Maarten.’ Maarten is geen naam waar je potten mee breekt. Maarten klinkt rechtschapen, braaf. Nul rock ’n roll. Dan kun je rauw zingen, edgy componeren, uitzinnig performen, en snaren raken wat je wilt, alles slaat uiteindelijk dood als vers schuimend bier in glycerine. Door die voornaam.

Wanneer hij nou een kekke nom de plume, of simpelweg ‘Van Roozendaal, of voor mijn part ‘The Rose’ had gekozen, dan was onze Maarten mogelijk een staatsbegrafenis ten deel gevallen. Oeuvre-inhoudelijk zou dat terecht zijn geweest, want zijn importantie zal op langere termijn onherroepelijk breed geschraagd gaan worden. (Ik vrees zelfs dat een nieuwe Liesbeth List over tien jaar zal claimen dat ‘niet iedereen zomaar Van Roozendaal mag zingen’.)

Een halfzachte voornaam kan publiek nu eenmaal blind maken voor het waarnemen van grootsheid. Van Roozendaal is hier dan ook te argeloos in geweest. In de regel worden in de artistieke arena de namen met zorg gekozen.

Is niks en wordt niks

Wat was er van de reputatie van Armando terechtgekomen als de man onder diens eigen naam Herman Dirk (van Dodeweerd) door het leven was gegaan? Was gevalletje Maarten geworden, lijkt me.

Een voornaam werkt dus gidsend. En, zeker, meestal wél in de goede richting. Voor potentieel kijkerspubliek is dat handig. Een Jasper duidt impliciet het allooi van zijn werk: “Het is niks, en het wordt niks’.

Ook een Jeroen ontneemt je elke opwinding al op voorhand. Jeroens onkunde bevestigd zien is zonde van je tijd, dus je hoeft niet eens te gaan kijken. Mocht je trouwens toch gaan, zeg gerust hardop dat het gebodene kut was. Want het ei in kwestie weet dat zelf allang.

www.diederikstevens.com