Enige tijd geleden schreef ik in dit stuk dat het niet duidelijk was wat politici in het reces eigenlijk uitspoken. De meeste reacties op dat stuk richtten zich echter niet op de onzichtbare politici, maar op mijn onderzoek: hoe had ik dat onderzocht? Kon ik het onderbouwen met cijfers? Nou nee, het was een steekproef op Tweedekamer.nl en op Twitter. Toen ook Kamerleden zelf begonnen te beweren dat ze toch echt transparant waren, dacht ik: okay, jullie willen cijfers? Jullie krijgen cijfers (Excel).
“Als de goden mensen willen straffen, verhoren ze hun gebeden”, zoals Oscar Wilde al zei. Dus stellen we opnieuw de vraag: is te achterhalen wat politici doen in het reces? En dan is wat ze doen even niet belangrijk; dat is de vorige keer al aan de orde geweest. Nu laten we zien hoe grondig ThePostOnline te werk gaat.
Het onderzoek is zo vriendelijk mogelijk opgebouwd: we beperken ons tot de Kamerleden en ze krijgen maar liefst vier kansen om te laten zien wat ze doen: via website van de Tweede Kamer, Twitter, Facebook en reguliere media.
Eerst kijken we naar Tweedekamer.nl. Elk Kamerlid heeft een persoonlijke pagina, met daarop de mogelijkheid een link naar een eigen site op te nemen. En je eigen site zou je natuurlijk actueel kunnen houden.
De resultaten: van de 149 Kamerleden zijn er 37 met een link naar een eigen site. Van die sites zijn er tien actueel. Overigens is de PvdA-site, waar vier Kamerleden hun pagina op hebben staan, momenteel Under Construction. Ach, beter in het reces dan vlak na Prinsjesdag. Maar voorlopig hebben we dus 139 vermiste Kamerleden.
Deze cijfers lijken teleurstellend, maar zeggen nog niet zoveel. Het kan ook aangeven dat eigen sites hopeloos achterhaald zijn (hoewel het dan wel netjes zou zijn om je digitale ruines achter je op te ruimen). Waarom zo’n lompe site als je ook gewoon kan twitteren? Een tweet heeft immers maar 140 tekens en is dus ideaal als je niet zoveel te melden hebt. Welk Kamerlid wil dat nou niet? Nou, dertien dus. 136 Kamerleden hebben wel een twitteraccount, maar 73 Kamerleden gebruiken die niet om te vertellen wat ze doen in het reces. Is meteen een leuk weetje voor bij de koffieautomaat.
Maar zoals gezegd is dit een soepel onderzoek, met veel kansen voor Kamerleden om te scoren. Dus kijken we of de 73 Kamerleden die niet via twitter actueel zijn, dat wellicht wel zijn via een Facebookpagina. Dat is zo in acht gevallen. Inclusief die ene (Hoi Jesse!) met een actuele eigen site maar zonder twitteraccount, is daarmee dus nog van 64 Kamerleden onbekend wat ze doen.
Die 64 geven we nog één kans: de reguliere media. En we zijn soepel: één reactie die te maken heeft met parlementair werk is voldoende. Op die manier zijn nog negentien Kamerleden terug te vinden in het nieuws, of het nou in een weekblad, in het lokale sufferdje of in een TV-programma is.
De conclusie is dus dat van de 149 Kamerleden maar liefst 45 Kamerleden niet de moeite nemen om het door hun vertegenwoordigde volk op de hoogte te houden van hun activiteiten tijdens het reces. Daar mag u van vinden wat u wilt. Maar met bijna éénderde afwezigheid, voelt de informatievoorziening van volksvertegenwoordigers aan hun volk tijdens de zomer toch een beetje als een triootje met z’n tweeën.
