Zomerbloggers: Thuis

13-08-2013 20:26

“Je weet dat ik naar huis wil. Dat ik afscheid moet nemen van het hier en thuis moet komen bij mijzelf. Gisteren heb ik tegen mijn vader gezegd dat ik van hem houd. Mijn dromen verstrengelen zich hedendaags zeer met de werkelijkheid, vandaar dat ik ook niet goed meer weet of het waarheid is dat ik hier niet meer wil zijn.

‘Laat je mij gaan?’ Er zit hoop in die vraag. Laat je mij gaan, of denk je dat ik nog even door kan. Dit leven is niet voor mij gemaakt. De confectie is met grote letters op elke winkelruit geschreven. Het is ook niet alsof ik niet heb geprobeerd zo te zijn, zoals de anderen zijn die dit leven wel lijken te begrijpen. Bon, dat moet ik niet zeggen. Begrip is voor velen eigenlijk een ontastbaar woord. Maar begrijp jij wel dat ik naar huis moet? Daar waar de zon niet als een scherf in mijn huid kerft, een soort van Afrika. Thuis, waar het niets ook echt het niets betekent. Ik zei dit gisteren toen de nacht op haar donkerst was, en vandaag zeg ik het weer. Morgen zullen mijn woorden niet veel anders zijn. Thuis kom ik bij mij.”

Hij heeft dat wat dichtbij bij veel is niet meer gevonden.

Zonde.

Al die tijd stond ik naast hem en luisterde naar zijn woorden. Hij speelt er mee, dacht ik. Hij pakt de letters op en bouwt er lemmahuisjes van, wilde ik graag geloven. Maar hij heeft dat wat dichtbij bij veel is niet meer gevonden.