Dahaag Zwarte Piet! U bent toch zeker Sinterklaas niet?

13-10-2013 13:35

Een terugkerend verschijnsel. Unilever kopt de taai taai en pepernoten het schap in van de grootgrutters en wij voeren jaarlijks een discussie over de rol van Zwarte Piet. Zoals je elke keer om je heen steeds luider hetzelfde gemopper hoort (“nú al pepernoten? De zomer is amper voorbij’”, lijkt nu het gemopper rondom Zwarte Piet luider. Wat mij vooral opvalt is de ernst van de verdediging van het verschijnsel Zwarte Piet. Waar gaat het over? Een kinderfeest. 

Het is eind 2013. Ik snap eigenlijk best dat sommigen (wie zich ook aangesproken moge voelen) een wrange bijsmaak hebben bij het verschijnsel Zwarte Piet. Wat is nu de morele hindernis om Zwarte Piet niet langer uit te dossen als blackface, met vuurrode lippen en gouden oorringen? Het gaat er niet om of je Zwarte Piet racistisch bedoelt, het gaat erom dat sommigen Zwarte Piet als racistisch ervaren. Dan kun je in de verdediging schieten (“Ach, stel je niet aan, het gaat al jaren zo, kom niet aan ónze traditie”) of je kunt denken: lieve help, zo bedoelen wij het als koddige feestgangers in elk geval niet, laten we elke schijn van racisme in elk geval ontnemen.

Koloniale twist

Ik wil maar aangeven dat het mij in elk geval geen zier kan schelen (da’s niet waar: ik zou het aanmoedigen) als Zwarte Piet er vanaf dit jaar nog anders uitziet: gewoon als een olijkerd die wat klusjes oplost voor de goedheiligman, met wat vegen op wang en kleding. Of daar veren en gouden stiksels op zitten: het is mij om het even.

Je gaat toch niet door met een volksfeest als je weet dat er mensen zijn die zich geschoffeerd voelen door de koloniale twist aan het verhaal?

Enkele punten om over na te denken:

  • – ‘Waarom was-ie dan vroeger zo zwart?’ wil uw kind weten. ‘En al die rollen inpakpapier die Hema al heeft gedrukt!’ ‘Toen gebruikten we nog zwarte kolen en kroop-ie nog door een schoorsteen, nu heeft bijna iedereen een cv-ketel’, zegt u maar (en denkt dan even terug aan de werkelijk dubieuze prenten van Jan Schenkman).
  • – ‘Maar waar bemoeit u zich mee?’ zegt u. Komaan, het gaat om een kinderfeest, niet om de rijksbegroting, het allochtonenbeleid of de zorgsector. Daarom bemoeien wij ons er juist mee. En bovendien: Zwarte Piet slaat nu ook niet meer met de roe (of ketting, zoals je nog weleens op Vlaamse langspeelplaten met kinderliedjes zag), en hij neemt geen kinderen meer mee in de zak.
  • – ‘Maar mijn oom speelt altijd voor Zwarte Piet! Met slechts een paar vegen op zijn wang herkent mijn jonge kind hem!’. Dan gebruikt u iets meer zwarte vegen en geeft u zwarte Piet ook een grijze baard. Het ziet er niet uit, maar geloof ons: de plaatselijke sportvereniging volledig inktzwart geverfd in een maillot ziet er ook niet uit, alleen bent u eraan gewend.
  • – ‘Handen af van Zwarte Piet’ horen wij vaak. Hoho. U bent toch zeker Sinterklaas niet? Dat zijn wij met zijn allen. En geloof ons, pakweg een buitenlandse toerist kijkt een stuk minder gek op van een lollig clownsfiguur met zwarte vegen dan van die blackface die we nu elk jaar door de winkelstraten zien springen naast een bebaarde heilige in een rode mijter.

Het zou fijn als de NTR (de publieke omroep die jaarlijks de intocht verslaat) en de PO-Raad, de sectororganisatie voor het primair onderwijs, zouden luisteren naar dit geluid. Want zij kunnen het goede voorbeeld geven, opdat verenigingen en later hopelijk iedereen volgt.

Of de NTR nu reeds de opnamen van het Sinterklaasjournaal op de plank heeft liggen weten wij natuurlijk niet, maar hoe briljant zou het zijn als de vele Pieten nu eens een grijze of vale roettint hebben, als van enthousiaste ambachtslieden? Dan kan iedereen weer verder met feestvieren.

Dit artikel werd eerder geplaatst op de website van de auteur, maar dat leest sowieso niemand.