Politiek

De schuldvraag van de donorweek

17-10-2013 10:29

Nee, ik ben geen orgaandonor. Daarom zal er bij een defect in mijn interne gestel wellicht geen hulp geboden worden in de vorm van een nieuw onderdeel. Wie weet, zal ook ik op een dag een varkenshart krijgen in plaats van een gedegen mensenhart. Zo zal het zijn en niet anders. Misschien heb ik daar wel goede redenen voor, misschien niet. Dat wordt je in Nederland niet in dank afgenomen. Doneren zul je!

Van kinds af aan worden we dood gegooid met het orgaandonor zijn. Ondanks dat ik een Katholieke school bezocht in het zuiden des land, waar in de ochtend nog netjes gebeden werd (met de bekende verwijzingen naar zonde en boete), was ook hier de vraag al aanwezig: wat ging jij met je lever doen als je hem niet meer nodig had?

Anatomische atlas

Want met jouw lever kon een leven gered worden, bijvoorbeeld als je door een auto geschept werd en de pijp uit ging. Straten oversteken deed je een stuk minder onbezonnen als tienjarige, je kon elk moment namelijk overlijden en wat dan met je lever?

Zo leerde ik het woord en wist ik wat een donorcodicil was, ruim voordat ik een serieuze levensvraag aan mijzelf had weten te stellen of het woord filosofie kende. Ik wist wat er van mij gerecycled kon worden, nog voor ik wist wie ik zelf was en wat ik geloofde. Donor zijn, dat is pas echt belangrijk!

Filosofie en literatuur kunnen enorm helpen bij de zelfontplooiing van een jong mens, maar de anatomische atlas moet je eerst kennen. Welk stuk wil jij afstaan?

Donorregister

Sinds in 1998 het donorregister is ingevoerd is het hek van de dam. Grote affiches met meelijwekkende figuren erop en leuzen als ‘Bedankt voor mijn nieuwe nier’ zijn er op uit om schuldgevoel aan te praten. Het hele donorwezen draait op het feit dat je jezelf toch behoorlijk kut moet voelen als jij geen levens wil redden bij ongewenst overlijden. Allemaal kleine duwtjes in de rug.

Ik kon er niet tegen. Toen ik op mijn achttiende een brief kreeg met de vraag wat ik nu eigenlijk met mijn lever wilde doen, heb ik die gewoon bij het oud papier gegooid. Recyclen doe ik graag namelijk.

Het wordt steeds bonter met dat donor worden door de strot duwen. Waar de subtiele indoctrinatie vroeger al een naar gevoel gaf, is de donorweek in 2013 een bron van ergernis. Neem die ‘Ja of Nee’- campagne, waar naast allerlei manieren van druk uitoefenen en insinuaties botweg de vraag gesteld wordt: ‘Iemands leven redden, zou u dat doen?’

‘May we have your liver?’

Ik denk toch even terug aan die befaamde Monty Python sketch: “May we have your liver?” Ze komen hem nog net niet halen, maar alle middelen worden ingezet om je lichaam alvast in stukjes en beetjes te bemachtigen. Er zit absoluut geen gevoel achter voor mensen die hun organen niet willen doneren. Ook al hebben ze daar wellicht prima redenen voor. Dat maakt de donorlobby allemaal niet uit, hier met die lever!

Natuurlijk is donorschap niet sleht en het is jammer dat de politiek daar geen besluiten over weet te nemen (verplicht registreren wat er met je lever moet gebeuren zou wel een goed idee zijn, dan weet men wat te doen bij ongeval). De keuze om donor te worden staat iedereen vrij, maar hoe vrij is een keuze als je zo’n beetje voor medeplichtige aan moord wordt uitgemaakt? Of wanneer je er vanaf kleins af aan mee geïndoctrineerd wordt? Je lichaam is van jezelf, net als je verstand.

Vleesroze schuldgevoel

Ik ben er wel uit, na lange twijfel, dat men best stukken van mij mag recyclen. Ik houd van recyclen namelijk. Mijn aanmelding zal echter niet via de Ja of Nee website gaan, met hun vleesroze schuldgevoel en nare aantijgingen.

En mijn lever neem ik mee het graf in.

Na het neerpennen van dit stuk heeft de auteur zich geregistreerd voor donorschap.