Media & TV

Een opinieartikel mag best feiten gebruiken

07-01-2014 14:01

‘Waarom doen we niets aan de gameverslaving van tieners?’, vraagt economiedocent Ferry Haan zich af op de opiniepagina van de Volkskrant van 7 januari 2014. Mijn tegenvraag aan de redactie van de Volkskrant: waarom doen we niets aan opinieartikelen die niet worden onderbouwd met feiten?

In zijn artikel schrijft Haan dat de maatschappelijke kosten van gameverslaving “misschien” wel groter zijn dan de kosten van drank- en rookverslaving. Met name jongens zouden “uren en uren per dag” gamen, waardoor er nog nauwelijks tijd zou worden besteed aan huiswerk, buiten spelen of sporten. “De verslaving schaadt schoolcarrières”, schrijft Haan, met de mededeling dat blijven zitten de maatschappij “circa 4.000 euro” kost.

‘Bewijs’

Hoewel ik niet met zekerheid kan zeggen dat gameverslaving geen enkele maatschappelijke schade levert, weet ik wel dat het artikel van Haan evenmin bewijs levert voor zijn stelling. Het enige ‘bewijs’ dat de auteur aandraagt, volgt uit zijn persoonlijke observaties: “Ik zie in mijn klassen helaas dagelijks de leerlingen die hun onlineleven bovenaan hebben staan.” Hoeveel leerlingen daadwerkelijk blijven zitten in Nederland omdat ze te veel tijd hebben besteed aan games, meldt hij niet.

Ook definieert Haan niet wat ‘gameverslaving’ is, terwijl het een wetenschappelijk omstreden term is. In ieder geval is er nog niet genoeg consensus over gameverslaving om het fenomeen op te nemen in het vorig jaar verschenen psychiatrische handboek DSM-5. Er is eerst meer onderzoek nodig voordat de samenstellers internet- en gameverslaving als officiële aandoening willen opnemen.

Verplicht stoppen

Desondanks komt Haan al wel met maatregelen: na twee uur spelen moet een gamer verplicht een uur stoppen en ouders moeten meer voorlichting krijgen en worden gewezen op “de gevaren van gameverslaving”.

Het artikel van Haan is overigens geen uitzondering. Kranten – heus niet alleen de Volkskrant – publiceren te vaak opinieartikelen die op niets meer zijn gebaseerd dan een ‘gevoel’ of anekdotisch bewijs van de auteur. Hoewel persoonlijke observaties een prima startpunt zijn voor een artikel, zou het auteurs sieren als ze op zoek gaan naar cijfers en feitelijke onderbouwingen voor hun stelling. Daar wordt de stelling alleen maar sterker van.

Een opinieartikel mag best op feiten zijn gebaseerd. Dat is mijn opinie.

Eerdere voorbeelden van meningen die te weinig op feiten zijn gebaseerd:

Spitzer negeert nuance in boek over digitale media

Andrew Keen haalt zijn schouders op voor de waarheid

Ook Peter moet eten. Neem abonnement op zijn kanaal en lees over de invloed van internet, buitenlandreportages en superheldenjournalistiek.

Beeld: Shutterstock