Economie

Oproep aan de politiek: verbied aandelensplitsing

24-01-2014 12:59

Dit artikel roept de politiek op, om in overleg met het bedrijfsleven, het splitsen van aandelen in de toekomst te verbieden. Dit artikel verklaart, waarom er tijdens de versnellingsfase van een industriële revolutie telkens veel aandelensplitsingen plaats vinden en dat aandelensplitsingen telkens de beurscrash versterken. Door het verbieden van aandelensplitsingen zal een beurscrash in de toekomst minder hevig zijn.

Transities

Iedere productiefase, of iedere maatschappij of ander menselijk verschijnsel, doorloopt een zogenaamd transformatieproces. Transities zijn maatschappelijke transformatieprocessen, die tenminste één generatie beslaan. Transities hebben de volgende eigenschappen:

– het betreft een structurele verandering van de (wereld)-maatschappij, of een complex deelsysteem daarvan;

– er is sprake van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende technologische, economische, ecologische, sociaal-culturele en institutionele ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus;

– het is de resultante van langzame veranderingen (ontwikkelingen in voorraden) en snelle dynamiek (stromen).

Een transitie ligt niet bij voorbaat vast, omdat er gedurende een veranderingsproces altijd sprake is van aanpassen aan, leren van, en inspelen op nieuwe situaties. Een transitie is dus geen wetmatigheid.

Vier transitiefasen

In het algemeen beschrijven transities de S-curve en zijn vier transitiefasen te onderscheiden:

  1. Een voorontwikkelingsfase van dynamisch evenwicht waarin de status-quo niet zichtbaar verandert;
  2. Een ‘take-off’-fase waarin het veranderingsproces op gang komt, doordat de toestand van het systeem begint te verschuiven;
  3. Een versnellingsfase waarin zichtbaar structurele veranderingen plaatsvinden door een cumulatie van op elkaar inspelende sociaal-culturele, economische, ecologische en institutionele veranderingen; in de versnellingsfase is sprake van collectieve leerprocessen, diffusie en processen van inbedding;
  4. Een stabilisatiefase waarin de snelheid van maatschappelijke verandering afneemt en al lerend een nieuw dynamisch evenwicht wordt bereikt.

Ook een productlevenscyclus en een bedrijfslevenscyclus beschrijven een S-curve. In dit geval is er nog een vijfde fase: de aftakelingsfase, waarin kosten stijgen door overcapaciteit en waarin een producent zich uiteindelijk terugtrekt uit de markt.
Als we terugkijken in de geschiedenis, dan hebben in de laatste twee eeuwen  drie ingrijpende transities (industriële revoluties) plaatsgevonden:

1. De 1e industriële revolutie  (1780 tot circa 1850); de stoommachine

2. De 2e industriële revolutie (1870 tot circa1930); electriciteit, olie en auto

3. De 3e industriële revolutie (1950 tot ….); computer en microprocessor

Het ontstaan van een beurshausse

In de voorontwikkelingsfase en take-off-fase van een industriële revolutie ontstaan er veel nieuwe bedrijven. Al deze bedrijven doorlopen min of meer gelijktijdig dezelfde levenscyclus. Tijdens de 2e industriële revolutie waren dit de bedrijven in de staal-, olie-, auto- en elektriciteitsindustrie. Tijdens de 3e industriële revolutie waren dit de bedrijven in de hardware-, software-, consultancy- en communicatieindustrie. Tijdens de versnellingsfase van een industriële revolutie bevinden veel van deze nieuwe bedrijven zich, min of meer gelijktijdig, in de versnellingsfase van hun levenscyclus  (Figuur 1).

figuur1

Figuur 1: Verloop van een marktontwikkeling: introductie, groei, bloei en verval

De verwachte waarde van de aandelen van deze bedrijven, die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, ​​stijgt enorm. Dit is de reden waarom aandelen in de versnellingsfase van een industriële revolutie erg duur worden. De koers-winstverhouding van aandelen is tussen 1920 – 1930, de versnellingsfase van de 2e industriële revolutie, enorm gestegen en ook tussen 1990 – 2000, de versnellingsfase van de 3e industriële revolutie. 

figuur2

Figuur 2: Twee industriële revoluties: koers-winstverhouding

Aandelensplitsingen versterken beurshausse

De stijging van de koers-winstverhouding wordt nog eens versterkt, doordat veel bedrijven tijdens de versnellingsfase van hun bestaan, besluiten hun aandelen te splitsen. Een aandelensplitsing is gewenst, als de beurswaarde van een aandeel te groot is geworden en daardoor de verhandelbaarheid onvoldoende is. Omdat er bij de lagere koers meer potentiële beleggers zijn, heeft een splitsing dus een positief effect op de waarde van het aandeel. Tussen 1927 – 1929 en 1990 – 2000 zijn er veel aandelensplitsingen geweest, die de koers-winstverhouding positief hebben beïnvloed.

Tabel 1: Aandelensplitsingen voor de beurscrash van 1929

Datum

Bedrijf

Splitsing

31 december 1927

American Can

6 voor 1

31 december 1927

General Electric

4 voor 1

31 december 1927

Sears, Roebuck & Company

4 voor 1

31 december 1927

American Car & Foundry

2 voor 1

31 december 1927

American Tobacco

2 voor 1

 5 november 1928

Atlantic Refining     

4 voor 1

13 december 1928

General Motors

2 1/2 voor 1

13 december 1928

International Harvester

4 voor 1

8 januari 1929

American Smelting    

3 voor 1

8 januari 1929

Radio Corporation of America                   

5 voor 1

1 mei 1929

Wright-Aeronautical

2 voor 1

20 mei 1929

Union Carbide split

3 voor 1

25 juni 1929

Woolworth split

2 1/2 voor 1

Tabel 2: Aandelensplitsingen tijdens de periode 1990 – 2000

Datum

Bedrijf

Splitsing

22 januari 1990

DuPont

3 voor 1

14 mei 1990

Coca-Cola Company

2 voor 1

22 mei 1990

Westinghouse Electric stock

2 voor 1

1 juni 1990

Woolworth Corporation

2 voor 1

11 juni 1990

Boeing Company

3 voor 2

12 mei 1992

Coca-Cola Company

2 voor 1

18 mei 1992

Walt Disney Co

4 voor 1

26 mei 1992

Merck & Company

3 voor 1

15 juni 1992

Proctor & Gamble

2 voor 1

5 mei 1993

Goodyear Tire & Rubber Company

2 voor 1

15 maart 1994

AlliedSignal Incorporated

2 voor 1

11 april 1994

Minnesota Mining & Manufacturing

2 voor 1

16 mei 1994

General Electric Company

2 voor 1

13 juni 1994

Chevron Corporation

2 voor 1

27 juni 1994

McDonald’s Corporation

2 voor 1

6 september 1994

Caterpillar Incorporated

2 voor 1

27 februari 1995

Aluminum Company of America

2 voor 1

18 september 1995

International Paper Company

2 voor 1

13 mei 1996

Coca-Cola Company

2 voor 1

11 december 1996

United Technologies Corporation

2 voor 1

11 april 1997

Exxon Corporation

2 voor 1

14 april 1997

Philip Morris Companies

3 voor 1

12 mei 1997

General Electric Company

2 voor 1

28 mei 1997

International Business Machine

2 voor 1

9 juni 1997

Boeing Company

2 voor 1

13 juni 1997

DuPont Company

2 voor 1

14 juli 1997

Caterpillar Incorporated

2 voor 1

16 september 1997

AlliedSignal

2 voor 1

22 september 1997

Proctor & Gamble

2 voor 1

20 november 1997

Travelers Group Incorporated

3 voor 2

10 juli 1998

Walt Disney Company

3 voor 1

17 februari 1999

Merck & Company

2 voor 1

26 februari 1999

Alcoa Incorporated

2 voor 1

8 maart 1999

McDonald’s Corporation

2 voor 1

16 april 1999

AT&T Corporate

2 voor 1

20 april 1999

Wal-Mart Incorporated

2 voor 1

18 mei 1999

United Technology Corporation

2 voor 1

27 mei 1999

International Business Machine

2 voor 1

1 juni 1999

Citigroup Incorporated

3 voor 2

31 december 1999

Home Depot

3 voor 2

Aandelensplitsingen laten telkens Dow Jones Index exploderen 

De Dow Jones Index wordt voor het eerst gepubliceerd op 26 mei 1896. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door 12:

Dow_12_26_mei_1896 = (a1 + a2+ ……….+a12) / 12

Op 4 oktober 1916 wordt de Dow uitgebreid naar 20 bedrijven; er verdwijnen 4 bedrijven en er komen 12 nieuwe bedrijven bij.

Dow_20_4_okt_1916 = (a1 + a2+ ……….+a20) / 20

Twee jaar voor de beurscrash oktober 1929, op 31 December 1927, werden van een aantal bedrijven voor het eerst de aandelen gesplitst. Bij elke wijziging in het mandje van de Dow Jones of bij een aandelensplitsing, wordt de formule waarmee de Dow Jones wordt berekend aangepast. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee formules van beide mandjes, op het moment van verandering dezelfde uitkomst moet opleveren. Voor die aandelen, die op 31 december 1927 worden gesplitst, wordt een wegingsfactor in de berekening meegenomen.

De formule ziet er als volgt uit (American Can wordt met 6 vermenigvuldigd, General Electric met 4 enz).

Dow_20_31_dec_1927 = (6.a1 + 4.a2+ ……….+a20) / 20

Op 1 oktober 1928 wordt de Dow Jones verder uitgebreid naar 30 aandelen.

Omdat men nog alles met de hand moet uitrekenen wordt de berekening van de index eenvoudiger. De wegingsfactor van de gesplitste aandelen verdwijnt en men introduceert de Dow Divisor. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door de Dow Divisor. Omdat de index op 1 oktober 1928 niet mag veranderen, krijgt de Dow Divisor de waarde 16.67. De index-grafiek van de twee tijdsperioden moet per slot van rekening wel op elkaar aansluiten.

Dow_30_1_okt_1928 = (a1 + a2+ ……….+a30) / 16.67

In het najaar van 1928 en het voorjaar van 1929 vinden er 8 aandelensplitsingen waardoor de Dow Divisor daalt naar 10.77.

 Dow_30_25_juni_1929 = (a1 + a2+ ……….+a30) / 10.47

Vanaf dat moment levert een waardestijging van de 30 aandelen bijna driemaal zoveel indexpunten op dan 31 december 1927. Bij de oude formule zou de som van de aandelen worden gedeeld door 30.

figuur3

Figuur 3: Dow Jones Index voor en na Black Tuesday

De extreme stijging van de Dow Jones in de periode 1920 – 1929 en met name tussen 1927 – 1929, is dus vooral veroorzaakt omdat de verwachte waarde van de aandelen van bedrijven, die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, ​​enorm stijgt. De waardestijging van de aandelen wordt door aandelensplitsingen nog verder versterkt en als klap op de vuurpijl wordt deze waardestijging van de aandelen nog een keer uitvergroot in de Dow Jones Index, omdat achter de schermen bij aandelensplitsingen, de formule van de Dow Jones wordt aangepast.

Tijdens de versnellingsfase van de derde industriële revolutie, 1990 – 2000, heeft de geschiedenis zich herhaald. In deze periode zijn er weer vele aandelensplitsingen geweest, m.n. in de jaren 1997 en 1999. 

Tabel 3: Overzicht Dow Jones, Dow Divisor en aantal splitsingen tussen 1990 – 2000 

Jaar

Dow Jones

punten

som 30 aandelen in $

Dow  Divisor

Wijzigingen in

samenstelling

Splitsing van

aandelen

1990

2810

1643

0.586

0

5

1991

2610

1318

0,505

3

0

1992

3172

1782

0.559

0

4

1993

3301

1535

0.463

0

1

1994

3754

1675

0.447

0

6

1995

3834

1425

0.372

0

2

1996

5117

1770

0.346

0

2

1997

6448

2100

0.325

4

10

1998

7902

1985

0.251

0

1

1999

9181

2228

0.243

4

9

2000

11497

2317

0.201

   

De formule die op 1 januari 1990 werd gebruikt om de Dow Jones te berekenen was:

Dow_30_1_jan_1990 = (a1 + a2+ ……….+a30) / 0.586

De formule die op 31 december 1999 werd gebruikt om de Dow Jones te berekenen was:

Dow_30_31_dec_1999 = (a1 + a2+ ……….+a30) / 0.20145268

Op 31 december 1999 levert een waardestijging van de 30 aandelen ook weer bijna driemaal zoveel indexpunten op, dan dezelfde waardestijging op 1 januari 1990. Ook nu weer is de extreme stijging van de Dow Jones in de periode 1990 – 2000 dus vooral veroorzaakt omdat de verwachte waarde van de aandelen van bedrijven, die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, ​​enorm stijgt. De waardestijging van de aandelen wordt door aandelensplitsingen nog verder versterkt en als klap op de vuurpijl wordt deze waardestijging van de aandelen nog een keer wordt uitvergroot in de Dow Jones Index, omdat achter de schermen de formule van de Dow Jones wordt aangepast.

figuur4

Figuur 4: Dow Jones Index tijdens 3e industriële revolutie

Politiek moet splitsen van aandelen verbieden

Door het verbieden om aandelen te splitsen zal een beurshausse tijdens de versnellingsfase van een industriële revolutie veel minder extreem zijn.

De stabilisatiefase van een industriële revolutie kenmerkt zich, doordat de markt verzadigd raakt en de concurrentie toeneemt. Alleen de sterkste bedrijven kunnen de concurrentie aan, of nemen de concurrentie over. Hierbij komen veel van de nieuw ontstane bedrijven in de stabilisatiefase of aftakelingsfase van hun levenscyclus en zullen de groeimogelijkheden van deze bedrijven gaan afnemen en dus ook de verwachte waarde van de aandelen. De koers-winstverhouding van aandelen zal hierdoor gaan dalen. Deze trend heeft zich destijds vanaf 1930 ingezet en vanaf 2000 heeft het patroon zich weer herhaald. Door het verbieden van aandelensplitsingen zal de beurshausse minder extreem zijn, daardoor ook de dalende trend. Het is nu zaak dat zowel politiek als bedrijfsleven proactief gaan handelen; driemaal is scheepsrecht.

Zowel het artikel  “aandelensplitsingen oorzaak beurscrash 1929”  als het artikel  “Kan de politiek een nieuwe beurscrash voorkomen?” zijn zowel naar de Tweede Kamercommissie voor Financiën als naar de Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken gestuurd, met het verzoek, het splitsen van aandelen door bedrijven kritisch te bestuderen en hiertegen de juiste maatregelen te nemen.