Wie aan Jochem Uytdehaage denkt, denkt vermoedelijk aan twee dingen. De vrijwel standaard aanwezige klodder spuug in zijn mondhoek en zijn magistrale optreden tijdens de Olympische Spelen van 2002. Hij pakte goud op de vijf en tien kilometer en wist beslag te leggen op het zilver bij de 1500 meter. ThePostOnline blikt met de sympathieke schaatser van weleer vooruit op de Spelen in Sotsji. “Ik kijk met een gezonde portie jaloezie naar Bob de Jong.”
De vrijwel standaard aanwezige klodder spuug
Voor veel sporters – en zeker voor schaatsers – zijn de Olympische Spelen hét piekmoment in een vierjaarlijkse cyclus. Wat maken de Spelen zo speciaal ten opzichte van de andere toernooien?
“Tja, dat is een goede. Er gelden dezelfde regels, je pak en de concurrenten zijn hetzelfde. Aan de finish wacht eeuwige roem. Het effect van je prestaties is sowieso gigantisch, of je nou wint of faalt. Het wordt enorm uitvergroot en op commercieel vlak ben je binnen als je Olympisch kampioen bent. Je moet alles op alles zetten om op het juiste moment een resultaat neer te zetten.”
Hoe verklaar je het dat er juist op de Spelen vaak verrassingen op het podium staan?
“Mwah, ik denk dat er voor de echte volgers niet vaak compleet verrassende winnaars uit de bus komen. Vaak hebben ze het bijvoorbeeld al goed gedaan tijdens World Cups. Op de andere podiumplekken staan wel eens verrassende namen, zoals Jens Boden die in 2002 het brons pakte op de vijf kilometer. ”
We pakken de glazen bol erbij. Je mag voor elke afstand voorspellen wie er met het goud vandoor gaat.
Twee keer goud voor Sven Kramer op jouw Olympische afstanden.
“Sven is by far de beste en dat gaat hij laten zien. Hij verdient het, ik heb daar ook geen wrok bij, ofzo. Of hij op de 1500 meter ook in staat is om te winnen? Ik denk het niet, daar rijden toch echt een aantal specialisten. Het zou hem wel een nog grotere schaatser maken dan hij al is. Een podiumplek op de 1500 meter is wel mogelijk voor hem.”
“Ik zou het heel erg lachen vinden als Groothuis de duizend pakt. Hij kan ook voor een medaille gaan op de 1500 meter. Michel Mulder maakt trouwens een goede kans op de 500 meter.”
Kramer rijdt aanstaande zaterdag de vijf kilometer en moet dan maar liefst tien dagen wachten tot hij mag aantreden op de tien kilometer. In 2002 zaten er bij jou zelfs dertien dagen tussen. Hoe houd je in de tussentijd de juiste focus vast?
“Ik heb totaal geen probleem gehad met mijn focus toen. Na de eerst gouden plak ben ik lekker gaan ontspannen en gehuldigd in het Holland Heineken House. Was heel vet trouwens. De dag daarna uit eten geweest met mijn ouders en pas na drie dagen stond ik weer op het ijs. Ik zei nog tegen mijn coach: ‘Heb ik echt goud gewonnen? Ik schaats echt voor geen fucking meter nu, haha.’ Maar daarna pak je het weer op. Het is vooral belangrijk om te ontspannen op de juiste momenten. Een constante focus kost veel te veel energie. Maar neem maar van mij aan dat Sven wel weet wat hij doet, daar maak ik me geen zorgen over.”
Hosanna in het Heineken House
Bob de Jong is even oud als jij en maakt zich op voor zijn vijfde Olympische toernooi. Hoe kijk jij daarnaar?
“Eerlijk: met een gezonde portie jaloezie. Het is heel uniek wat hij presteert en ik had nog graag op dat niveau geschaatst. Bob is Bob. Soms een vreemde vogel, maar ik heb heel erg veel respect voor hem. Hij gaat ook gewoon lekker ontspannen naar de opening toe. En pas op hè, hij rijdt niet mee om het meerijden, maar hij rijdt serieus voor de prijzen. Ik denk dat hij een medaille gaat pakken op de tien kilometer.”
Krijgen we dan een Nederlands podium op de tien kilometer, aangevuld met Jorrit Bergsma?
“Die kans is op die afstand in ieder geval het grootst. Ik zou eigenlijk niet weten wie zich tussen de Nederlanders kan rijden. Misschien de Belg Bart Swings? Ook op de vijf kilometer is een Nederlands podium niet irreëel trouwens.”
Het gaat in de aanloop naar de Spelen veel over randzaken. Heeft dat invloed op de sporters, denk je?
“Nee, daar hebben ze geen last van. Het moet ook gewoon over de sport gaan, zeker als het straks is begonnen. Achter de schermen vind ik het prima dat mensen onderling aangeven het met bepaalde zaken niet eens te zijn. Maar de sporters moeten zo professioneel zijn zich daarvan af te sluiten. Als je dat niet lukt, heb je de verkeerde focus te pakken.”
Kramer verklaarde in De Telegraaf zich enigszins zorgen te maken over eventueel vals spel van de Russen, door te knoeien met de ventilatie. Deel jij zijn zorgen?
“In Rusland gebeuren wel vaker rare dingen. Ze zijn daar zó gefocust op het winnen van medailles dat ik me zomaar kan voorstellen dat zoiets gebeurt. Alhoewel, er zal nu natuurlijk wel extra goed op gelet worden. Het zou niet mogen gebeuren, de beste moet gewoon winnen. Ik heb zelf gelukkig nooit last gehad van zulke rariteiten. Althans, niet dat ik het heb gemerkt, haha.”
