Gemeentes centraliseren de Jeugdzorg zelf wel

07-03-2014 13:50

Gisteravond organiseerde ik vanuit een lokale jongerenorganisatie een debat rond de gemeenteverkiezingen. Het voornemen was om meerdere jongerengerelateerde zaken te behandelen, waaronder de transitie van de Jeugdzorg. Een grootschalig dilemma waar veel gemeenten tegenaan botsen. Weinig partijen wisten echter te zeggen wat er nu inhoudelijk aan de zorg moet veranderen, het ging slechts over budgetten en fusies. De raad zet daarmee zichzelf erg snel buiten spel.

Lokale kennis

In een artikel voor De Correspondent haalde Karel Smouters het al aan: de grote kwesties die de gemeenteraad nu tegen het lijf loopt, zijn er om zo snel mogelijk weer doorgespeeld te worden. Weinig partijen hebben op lokaal niveau, al helemaal in kleine gemeenten, standpunten over hoe de Jeugdzorg nu eigenlijk ingericht moet worden. Tijdens het debat van gisteravond waren de enige duidelijke standpunten die ik hoorde: “We moeten het met anderen gemeentes oplossen, anders moeten we straks nog fuseren”, “Is het niet gevaarlijk om ons budget zo door te spelen?” en “Maar een lokaal loket moet er wel komen!”. 

Het zijn standpunten die aan komen waaien vanuit het gezonde verstand van de lokale partij. De inhoudelijke kwesties worden meestal doorgespeeld naar de ambtenarij, die er een mooi beleidskader voor opstelt, met het oog op de landelijke richtlijnen. Het is dan ook niet verwachten dat een bestuursorgaan als de gemeenteraad, bestaande uit politiek-geëngageerde burgers, deze materie onder de knie kan krijgen. Daarom vraag ik me bij voorbaat al af wie in Den Haag het idee heeft bedacht dat gemeenten moeten gaan beslissen over een gecompliceerd slagveld als de speciale zorg. Dit is iets anders dan schoolzwemmen of een passantenhaven, dit is een onderwerp dat gaat over de welvaart van inwoners. Eentje waar je voorzichtig mee om moet gaan.

Het gevaar van de kleine gemeente

Moet je als kleine gemeente je eigen boontjes willen doppen op het gebied van zorg? Het is een idealistisch voornemen. Toch twijfel ik over de effectiviteit van concepten als een ‘lokaal loket’. In kleine gemeentes, waar de sociale controle al erg hoog ligt, zullen veel inwoners het funest vinden om op het gemeentehuis aan te kloppen voor hulp. Als het al onmogelijk is om even boodschappen te doen zonder een bekende tegen te komen, hoe riskant is het dan wel niet om met je persoonlijke problemen naar zo’n loket te gaan?

De privacy hoort hoog in het vaandel te staan bij de transitie van de Jeugdzorg. Door dit lokaal te organiseren, kunnen daar al snel slordigheidsfouten in worden gemaakt. Het is dan ook logisch dat een gemeenteraad al snel tot de beslissing komt om het budget door te schuiven naar een samenwerking met andere gemeenten: anders komt het nooit vóór 2015 op de rit. Dit betekent wél dat kleine gemeenten nauwelijks inspraak zullen hebben in het organiseren van de zorg en de politieke verscheidenheid al helemaal niet aan bod komt. De adviezen die lokale adviesorganen, zoals een jongerenraad, hebben geschreven, blijven aan de kant liggen. De grote gemeenten en de ambtenarij zullen de regie overnemen.

Hulplijn

De overheid bemoeit zich echter nauwelijks meer met de lokale gang van zaken rond deze transities. Ofwel, de grote gemeentes zullen vrij spel hebben, puur omdat kleinere gemeentes niet de kracht en de kennis hebben om de Jeugdzorg te dirigeren. Een zorgwekkend vooruitzicht dat mij laat afvragen waarom we de transitie alsnog willen doorzetten. De Jeugdzorg zal, zoals voorheen ook het geval was, weer op provinciaal niveau (of nét wat kleinschaliger) georganiseerd worden. Dan zie je geen participatiesamenleving of ‘lokale kracht’ terug in de praktijk, slechts een aantal stuntelende raadsleden dat hun best doet om een beetje inspraak te winnen.

Samenwerken of verzuipen. Is dát de manier waarop onze overheid wil dat de zorg wordt georganiseerd? Ik neem aan van niet. Meer richtlijnen rondom regionale samenwerkingen vanuit de overheid, zou een stabiliteit zijn waar veel kleine gemeentes op terug kunnen vallen. Er bestaat iets als lokale kracht, maar deze moet zeker niet overschat worden.