Achtergrond

Voorpublicatie: Het oliemannetje

04-04-2014 12:51

ThePostOnline-columnist Wytze Russchen werd in 1970 geboren in Drachten, Friesland. Na zijn studie trekt hij naar Brussel. Zijn droom is een politieke carrière. Dit mislukt maar hij knokt zich terug. Hij groeit uit tot een toonaangevende lobbyist. Wytze is voor velen ‘onze man in Brussel’ en wordt alom beschouwd als het ‘Friese oliemannetje’ in Brussel – hij doet deuren open die voor anderen gesloten blijven. Dit boek – met één vinger getikt op de iPad –  laat de lezers meekijken in de machinekamers van de macht. Een voorpublicatie: “Toen gebeurde het wonder! De premier stuurde een sms’je terug.”

Hoofdstuk 5.6 – Hou je bek!

oliemannetjeLobbyen is bij uitstek een contactsport; sociale intelligentie is belangrijker dan intelligentie ‘uit een boek’. Je moet oprecht van mensen houden: lobbyisten die mensenliefde veinzen, vallen uiteindelijk door de mand. Een goede lobbyist is een psycholoog die goed kan luisteren. Iemand die ontvangt en niet alleen maar zendt.

Brussel is de hoofdstad van de interculturele psychologie. Een multimenselijke Europese microkosmos. Je dient je continu in te leven in de (buitenlandse) ontvanger. Zo benader je een Duitse ambtenaar anders dan een Griekse journalist. Het Hollandse betweterige vingertje werkt averechts. Gelijk hebben is irrelevant, gelijk krijgen is wat telt. In dit spel van geven en nemen dien je een kameleon te zijn, zonder kleur te
verliezen. Van kleurloosheid ben ik nooit beticht. Opvallen tussen twintigduizend andere lobbyisten is geen overbodige luxe. Dat vergt een hoge gunfactor. Gunnen is bepalend in de lobbysport. Die gun-factor heeft een hoog abstractiegehalte; je hebt het of je hebt het niet. Het heeft voor een deel met reputatie, relaties en sociale intelligentie te maken, maar het grote gunnen gaat een stapje verder. Dat is de strik eromheen, de kers op de lobbytaart. Het gaat om mensen, mensen die jou net dat beetje extra’s gunnen.

Mijn vorige secretaresse zei vaak dat ik de meest stoute dingen kon zeggen en er toch mee wegkwam. Van mij pikt men blijkbaar meer dan van anderen. De een noemt het charme, de andere een grote bek. Die brutaliteit bracht mij soms in de problemen; nog vaker leverde het veel op. Drie voorbeelden uit de praktijk die zich afspeelden in Brussel, Straatsburg en Den Haag.

De KPN-nieuwjaarsreceptie

KPN organiseert sinds enkele jaren haar jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in Brussel. Deze stond in het begin niet in ieders agenda gebeiteld, om een understatement te gebruiken. Ook niet in de mijne, waardoor ik vergat te gaan. Wel was een van mijn medewerkers present geweest. Hij rapporteerde over de matte bijeenkomst. Ik belde prompt het hoofd lobby van het telecombedrijf op en verontschuldigde mij voor mijn absentie. En oh ja, wat jammer dat er zo weinig gasten waren verschenen.

Ze was hevig verontwaardigd, er waren immers wel meer dan honderd man geweest. ‘Als jij denkt dat jij het beter kan met je grote bek,’ beet ze mij toe, ‘doe jij het dan!’ ‘OK,’ zei ik, ‘graag.’ En zo werd KPN mijn klant. De KPN-receptie is inmiddels voor de telecomsector en Brusselse Nederlanders uitgegroeid tot dé happening van ieder nieuw jaar.

‘The biggest happening since the vist of the Dalai Lama’

Een paar jaar eerder huurde de Europese vereniging ter promotie van vervoer op aardgas mij in om haar jaarcongres te organiseren. De directeur was een Amerikaan die veel in Washington gelobbyd had. Jeff Seisler was het type van the sky is the limit en hij gaf mij carte blanche. Zo heb ik mijn klanten het liefst. Om een lang verhaal kort te maken, het congres vond plaats in Straatsburg. Voor de deur van het
parlement stonden talloze auto’s en bussen die op aardgas reden en fungeerden als shuttle voor de politici tussen hotel en parlement.

Tegelijkertijd deden we met hen de ‘zakdoektest’. Een witte zakdoek werd voor de uitlaat van een aardgasmobiel gehouden en kwam, met draaiende motor, weer even hagelwit tevoorschijn. Ik voelde me net Hans Kazan of die dame van de Dash-spotjes: zelfs op veertig graden…. Over de conferentie zei een Britse (Labour)afgevaardigde: ‘This was the biggest happening in this house since the vist of the Dalai Lama.’ Omdat ik ook daarbij ook een bescheiden rol had gespeeld deed dit mij extra blozen. Ik was bijna ter plekke socialist geworden. De klant was natuurlijk in de wolken. Jeff en zijn vrouw zijn tot op heden dierbare vrienden en wonen al weer enige jaren in Brussel, op een steenworp afstand. Vertrouwen voor het leven.

SMS’en met Mark Rutte

Het derde voorbeeld gaat over premier Rutte. Ik was op een maandag in Den Haag met een grote Amerikaanse klant. Rondje langs de velden, Tweede Kamer, ministeries. ’s Avonds had ik een (rijst)tafel gereserveerd in een Indonesisch restaurant. Het weer was goed en we liepen over het Binnenhof naar Garuda. Ik gaf de Amerikanen onderweg uitleg over het Mauritshuis, het Torentje en de beide Kamers. Ik kon zo bij de plaatselijke VVV gaan solliciteren.

In het restaurant schepte ik op dat ik de premier kon sms’en wanneer ik wilde en dat hij mij dan steevast binnen vijf minuten antwoordde. Ik stuurde Rutte een Engelstalig sms’je zodat mijn klanten konden meegenieten van zoveel connectivity. Weer die verrekte grote bek.
Na vijf minuten had ik nog geen antwoord, na dertig minuten ook niet en zelfs na een uur was er nog geen berichtje terug. Ik was vergeten dat het maandag was. Mark zat bij de koningin. De klant lachte me uit, ik werd steeds beschaamder en bij het dessert begaf ik het bijna. Goochemerd.

Toen gebeurde het wonder! De premier stuurde een sms’je terug in het Engels: het speet hem dat hij geen tijd had voor een biertje, maar greetings to your client, kind regards, Mark Rutte. De klanten namen foto’s van het sms’je, begonnen hun vrouwen te bellen en konden het niet geloven. Sindsdien was mijn contractverlenging een formaliteit.

Een goede lobbyist houdt van mensen

Om de slogan van Fleurop te parafraseren, een goede lobbyist houdt van mensen. Maar in de eerste plaats moet je leveren, doen wat je belooft. Bij mij hoort daar een bepaalde directheid bij. Take it or leave it. Authenticiteit duurt het langst. Dan wordt je veel gegund en kun je koelkasten verkopen aan eskimo’s, zoals mijn dierbare vriend en partner in crime ambassadeur Piet Steel placht te zeggen. Zo kwam ik per ongeluk precies op de goede plaats terecht. Een Friese Fleurop. Ik hou dus graag mijn grote bek!

Uit Het oliemannetje – Toplobbyist in Europa, uitgeverij Conserve. Prijs: 19,99 euro. Het boek van Wytze Russchen wordt 7 april gepresenteerd in Den Haag en 9 april in Brussel. De opbrengst van het boek gaat naar de Michael J. Fox foundation ter bevordering van onderzoek in de strijd tegen de ziekte van Parkinson.