Wie nooit van mening is veranderd…

11-04-2014 11:00

“Maak je geen zorgen, toen ik jouw leeftijd had, nam ik mezelf ook veel te serieus.”
Het is niet de eerste keer dat ik zo’n opmerking krijg en ik vermoed dat het ook niet de laatste zal zijn. Het feit dat ik zeventien ben en doe wat ik doe, roept bij mensen, zeker als ze me niet zo goed kennen, soms wat neerbuigende reacties op. Hoewel het niet nieuw voor me is, word ik er wel nog altijd geïrriteerd van. Ja, degenen die me goed kennen zullen me nooit zo kleinerend bejegenen. Dat zijn de mensen die ertoe doen. Waarom wil ik dan toch zo graag volwassen behandeld worden en erkenning krijgen van en door mensen die ik hooguit één keer spreek?

Bewustwording kost tijd

Simpel gezegd draait het hele leven om aandacht. Alle vormen van aandacht zijn interessant. Puberale arrogantie heeft vaak nog meer dan gemiddeld attenties nodig: kijk mij, zie mij bestaan. Hoor mij opinies hebben, merk dat ik weet wat er in de wereld te koop is. Ik heb het allemaal voor elkaar, ik heb alle wijsheid in pacht. Ik, ik, ik.

Adolescenten bezitten absoluut meer vaardigheden dan een twaalfjarige. Ongetwijfeld hebben ze de nodige levenservaring opgedaan om in een heleboel situaties te excelleren. Wat echter nog mist, is het vermogen tot reflectie. Emphatische kwaliteiten moeten nog ontwikkeld worden, bewustzijn over de invloed van het eigen gedrag nog gekweekt. Jongvolwassenen zijn veel, maar ze zijn zeker nog niet af. Bewustwording kost tijd en is vermoeiend.

Uitzondering?

Deze kennis werkt ontnuchterend, maar de balans kan ook doorslaan. Tegen elke vroeg volwassen geworden puber zeggen: “Wacht maar, als je ouder bent zul je het wel begrijpen”  is onterecht. Het mooie aan algemene kenmerken is dat er altijd uitzonderingen zijn die de regel bevestigen. En zoals altijd voelt iedereen zich die uitzondering. Ik kan nu zeggen: “Ja, maar ik ben écht anders” en de meeste mensen zullen meewarig glimlachen. “Tuurlijk. Jij wel.”

Onderdeel van het bewustwordingsproces is ook de realisatie dat het niet de moeite waard is om elke scepticus wanhopig proberen te overtuigen van mijn uniciteit. Daarnaast komt ook de reflectie af en toe spijkerhard binnen: ik heb wel geroepen dat ik het allemaal wist, maar dat is niet zo. Sommige kritiek op dingen die ik doe, schrijf of zeg is meer dan terecht. Dat ik op dat moment te veel overtuigd was van mijn eigen gelijk, bewijst dat ook ik niet ontkom aan standaard-adolescente zelfoverschatting. Ik heb nog veel te leren en te ontwikkelen, ook al noem ik mezelf geen normale 17-jarige.

Maar hé, wie nooit van mening is veranderd, heeft zelden iets geleerd.