Achtergrond

Aftermath #GR2014: de zogenaamde ongehoorde kiezer

14-04-2014 14:01

Twee weken na #GR2014 beginnen zich langzamerhand de contouren van het nieuwe politieke landschap in de gemeenten der Nederlanden af te tekenen. Daar steekt een aardig schimmenspel achter. In steeds meer gemeenten wordt een informateur ingeschakeld om het formeren van colleges in goede banen te leiden. Dat is een novum: normaliter worden informateurs ingezet bij Kamerverkiezingen en bij provinciale verkiezingen. 

De uitslagen van dit jaar zijn echter dermate anders dat partijen het opportuun achten daar een onafhankelijke persoon (lees: prominente mastodont) naar te laten kijken. Waar de partijen voorheen zelf onderhandelden kijkt nu een zogenaamde outsider eerst of er in ieder geval gepraat kán worden, of dat dat bij voorbaat gedoemd is te mislukken.

Geen garantie

Een informateur – aangewezen door de grootste partij – blijkt echter geen garantie voor succes. In Veenendaal bijvoorbeeld gaf de informateur aan geschrokken te zijn door “de vijandigheid” in de raad naar aanleiding van zijn aanbevelingen. In Almere ondertussen voelt de PVV de effecten van de meest recente PR-stunt van Wilders. Zijn ‘minder, minder, minder’ vertaalt zich daar nu naar minder PVV. De partij is vakkundig buitenspel gezet, terwijl de PVV daar als winnaar uit de bus kwam – zij het in mineur, 3000 stemmen minder dan de vorige keer. De nieuwe coalitie gaat waarschijnlijk gevormd worden door D66, Leefbaar Almere, SP, CDA, en die partij die volgens Wilders sinds 2010 in het Arabisch converseert.

De PVV is niet de enige partij die daarmee in Almere aan het kortste eind trekt. De VVD, met vijf zetels even groot als de PvdA, mag tevens vier jaar aan de overkant plaatsnemen, terwijl eerstgenoemde een zetel minder verloor dan laatstgenoemde en constructieve gesprekken met D66 voerde. Als second best – zes zetels – heeft D66 er kennelijk geen moeite mee om deze keer eens over links te gaan, terwijl de PvdA ondanks een breed gedragen afstraffing wederom een coalitie in glijdt alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, daarbij de landelijke partner vakkundig mijdend.

Onthutst

Dat de PvdA desondanks aan de macht geraakt in Almere mag niet echt verbazen. Dat de sociaaldemocraten een reliek uit vervlogen tijden beginnen te worden mag dan evident zijn, de PvdA is – al stervende – nog steeds een gehaaide bestuurderspartij. Dat bewees de partij maar weer eens in Bellingwedde (of all places). De plaatselijke fractievoorzitster van de SP – driehonderd stemmen meer dan de PvdA – verklaarde daar “onthutst” te zijn dat, terwijl zij meende een coalitie PvdA-SP-CDA te kunnen presenteren, er “achter de schermen” al een akkoord tussen de PvdA, CDA en VVD bleek gefabriceerd. Dat kan handige spin van de SP zijn natuurlijk, maar dan is het de vraag waarom deze zo uithaalt naar de PvdA. Het CDA zou immers net zo goed potentieel partner worden.

Als reden voor de weigering een mooi rood verbond te vormen noemde de PvdA een gebrek aan vertrouwen in een stabiele coalitie met de SP, onder meer omdat laatstgenoemde geen openheid gaf over de kandidaat-wethouder. Dat de SP als instabiele partner wordt gezien is licht opmerkelijk, omdat nota bene Hans Wiegel, die niet echt te beschuldigen valt van een socialistische insteek, de SP nog niet zo lang geleden lauwerde als “bestuurderspartij“.

Genegeerd

De reactie van Wilders en de SP op deze twee gebeurtenissen laat zich raden: de stem van het volk wordt weer genegeerd. Dat argument is zo langzamerhand zo platgetreden als de gemiddelde autobahn. De stem van de kiezer wordt helemaal niet genegeerd want de partij krijgt naar proportionaliteit invloed. Op het moment dat een partij de grootste wordt maar geen absolute meerderheid heeft is er simpelweg geen enkele garantie dat die partij dan ook daadwerkelijk aan besturen toekomt. Dat kun je het negeren van de stem van het volk noemen, maar kennelijk vond het volk datgene wat er op het spel stond niet belangrijk genoeg om daar een absolute meerderheid aan te geven.

Wilders heeft na verschillende Tweede Kamerverkiezingen geregeld het aantal stemmen voor de PVV genoemd, om daarmee aan te geven dat die mensen het verdienen gehoord te worden. Dat argument geldt echter net zo goed voor een partij als de SGP, met drie zetels. Ja, er hebben minder mensen gestemd op de SGP dan op de PVV, maar er hebben evengoed minder mensen op de PVV gestemd dan op de VVD, en voor alle drie geldt dat ze geen absolute meerderheid hebben en dus niet afdoende gunst van de kiezer kregen. Al hadden, zoals in Almere en Bellingwedde, de meeste kiezers voor de PVV of de SP gekozen, dan is er nog geen enkele reden waarom die partij daadwerkelijk aan besturen toe zou moeten komen.

Besturen in Nederland is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS, een kwestie van samenwerken. Dat is een politieke realiteit. Als je als partij het dermate onmogelijk maakt met jou te besturen dan creëer je daarmee vanzelf een meerderheid tegen. Dat amalgaam zou dan maar genegeerd worden ten faveure van de grootste partij terwijl die geen absolute meerderheid heeft, dat is ook vreemd.

Consequenties

In feite is dat wat er in Almere gebeurd is, en dat lag niet eens aan de lokale politici. Dat de PVV geweerd lijkt te worden uit het college in Almere komt volledig voor rekening van Wilders zelf. Afgezien van het al dan niet moreel verwerpelijk zijn van het minder-minder-mantra – en ja, dat ging niet alleen over Marokkanen, de context is wel degelijk belangrijk – heeft een dergelijke uitspraak politieke consequenties. Wilders maakte het met die uitspraak kinderlijk eenvoudig voor zijn concurrenten om een cordon sanitaire rondom zijn partij te rechtvaardigen. Politiek gezien had de fractie in Almere er verstandiger aan gedaan zich inderdaad af te scheiden van de moederschoot, maar dat feestje bleek ondanks prematuur gejuich uit linkerhoek niet door te gaan.

Daarom is het eigenlijk veel interessanter om na te gaan wat Wilders bewoog die uitspraak te doen vanuit een strategisch oogpunt in plaats van over elkaar te buitelen in verontwaardiging. Zeker omdat er op 22 mei weer een feestje der democratie aan zit te komen, met als achtergrond het immer populaire Europa.

Met het onvermogen van de pro-Europese partijen om het electoraat er van te overtuigen dat de EU wel degelijk nut heeft wordt een vacuüm gecreëerd waar de PVV handig in kan springen.  Dat geldt des te meer wanneer de kiezer het gevoel heeft door diezelfde pro-EU-partijen niet gehoord te worden op lokaal niveau. Het vereist wel dat Wilders de PVV bij elkaar houdt, en niet meer adepten het voorbeeld van Laurence Stassen volgen. Mocht dat lukken dan ziet de toekomst er tamelijk rooskleurig uit voor de PVV in Europa.