Kunst

Spreken over fout

27-06-2014 12:01

Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies is opgericht vlak na de Tweede Wereldoorlog onder de naam Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). Opvallend is dat in een aantal recente publicaties van het NIOD niet meer de Tweede Wereldoorlog het onderwerp van onderzoek is, maar de verwerking van deze oorlog in de decennia daarna. Vorig jaar verschenen Van landverraders tot goede vaderlanders van historica Helen Grevers, over de opsluiting van collaborateurs in Nederland en België in de periode 1945-1950, en Doorn in het vlees van historica Ismee Tames, over de problematiek rond foute Nederlanders tussen 1950 en 1970.

Op 24 april dit jaar verscheen de langverwachte biografie over Lou de Jong, de eerste directeur van het instituut, geschreven door historicus Boudewijn Smits. Een kleine maand later kwam het boek Spreken over fout uit van psycholoog Bram Enning, over de psychische hulpverlening aan kinderen van ‘foute’ ouders. De Tweede Wereldoorlog heeft immers niet alleen een diepe impact op degenen die deze oorlog bewust meemaakten, maar ook op hun kinderen (en kleinkinderen).

Foute ouders

Vanaf medio jaren zeventig kwam er aandacht voor de kinderen van collaborateurs. Zij werden ook gezien als slachtoffers van de oorlog. Na de oorlog werden deze kinderen namelijk decennialang buitengesloten en gestigmatiseerd en soms zelfs mishandeld, terwijl ze onschuldig waren. Dat hun ouders ‘fout’ waren was immers niet hun schuld.

In 1981 werd de Werkgroep Herkenning opgericht. Deze werkgroep, die nog steeds bestaat, geeft hulp aan en staat kinderen, kleinkinderen en familieleden bij van personen die in de jaren 1940-1945 aan de zijde van de bezetter stonden, dan wel de bezetter waren (kinderen van Duitse militairen). De Werkgroep Herkenning krijgt veel aandacht in het boek van Enning. Was er veel behoefte om te praten over psychische problemen die het gevolg waren van maatschappelijke uitsluiting en discriminatie? Hoeveel (actieve) leden telde de werkgroep? Enning concludeert dat er een kleine club van enkele tientallen mensen actief was voor de Werkgroep Herkenning. Een veel grotere groep was passief betrokken bij de werkgroep, vaak ook voor een korte periode. De behoefte om over psychische problemen te praten verschilde dus echt per persoon. Sommige kinderen van foute ouders hadden in hun jeugd gelukkig nauwelijks te maken gehad met maatschappelijke uitsluiting, terwijl er ook kinderen waren die er de voorkeur aan gaven te blijven zwijgen.

Erkenning

Naast behoefte aan herkenning speelde bij sommige kinderen van ‘foute’ ouders ook een sterke behoefte aan erkenning. Het denken in termen van ‘goed’ en ‘fout’, waar Lou de Jong de belangrijkste vertolker van was, werd ter discussie gesteld. Historicus Chris van der Heijden, zoon van een ‘foute’ vader, betoogde in zijn (in sommige kringen controversiële boek) Grijs verleden uit 2000 dat de grote massa van de Nederlanders ‘grijs’ was in de oorlog. Een kleine minderheid was ‘goed’ en zat in het verzet, een andere kleine minderheid was ‘fout’ en zat bij de NSB of de SS, de grote meerderheid probeerde gewoon de eindjes aan elkaar te knopen en maakte soms goede en soms foute keuzes. Volgens Van der Heijden waren toevallige omstandigheden veel belangrijker dan politieke en ideologische overtuigingen. Hij beweerde in een interview in het NRC Handelsblad van 3 maart 2001 zelfs: ‘We hadden allemaal bij de gaskamers kunnen staan, zowel aan de ene als aan de andere kant van de deur.’ Volgens Van der Heijden past een moreel oordeel achteraf niet. Het systeem van de nazi’s was dan misschien moreel verwerpelijk, de mensen die daar aan meededen waren ook gewoon maar mensen, die door de omstandigheden verkeerde keuzes konden maken.

Lofrede

Een stap verder dan Van der Heijden ging Henk Eefting, die in 2008 de Stichting Werkgroep Erkenning Onrecht Bijzondere Rechtspleging oprichtte. Deze stichting wilde ‘foute’ ouders die buitensporig waren gestraft rehabiliteren via de juridische weg en de geschiedenis herschrijven. Zo wilde de stichting een monument op de Goudsberg in Lunteren, waar Anton Mussert in juni 1940 een Hagespraak der Bevrijding hield, een lofrede op de Duitse inval.

Ook Gerrit Bothof wilde zijn ‘foute’ familie rehabiliteren. Hij startte in 2006 een actie om in het Estse Narwa een gedenksteen te plaatsen voor de Nederlandse SS’ers die daar in 1944 in hun strijd tegen de Russen waren gesneuveld, onder wie Gerrits oom Henk Bothof. Via het Informatiebulletin van de Werkgroep Herkenning organiseerde Bothof een inzamelingsactie. Op de steen kwam de tekst te staan: ‘Ter nagedachtenis aan de gesneuvelde, vermiste en in gevangenschap omgekomen Nederlandse frontsoldaten, verpleegsters en helpers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa 1941-1945 trouw hun plicht vervulden.’ Bram Enning heeft grote moeite met deze tekst. Duitse Wehrmachtsoldaten waren verplicht om dienst te nemen, de Nederlandse SS’ers waren vrijwilligers. Ze hadden ook een andere keuze kunnen maken. Enning heeft hier een punt. Bothof gaat in zijn strijd voor erkenning erg ver en begeeft zich wellicht in ‘fout’ vaarwater. Zijn initiatief is op het forum van de neonazistische website Stormfront met instemming begroet.

Grens bereikt

Ten slotte besteedt Enning in zijn boek ook nog even aandacht aan de controverse rond de 4 mei-herdenking van 2012. Een jongen zou een gedicht voordragen over zijn ‘foute’ opa die bij de SS had gediend. Onder druk van joodse belangenorganisaties, die dreigden hun medewerking aan de dodenherdenking te zullen staken, besloot het Nationaal Comité 4 en 5 mei echter zijn voornemen om deze jongen een podium te geven in te trekken. De strijd voor herkenning en erkenning van (klein)kinderen van ‘foute’ (groot)ouders heeft volgens Enning nu een (voorlopige) grens bereikt.

Spreken over fout is een boeiende studie over een boeiend onderwerp. De Tweede Wereldoorlog is, zo blijkt duidelijk, nog lang niet voorbij.

N.a.v.: Bram Enning, Spreken over fout. Hoe kinderen van collaborateurs het zwijgen verbraken, 1975-2000 (Amsterdam, uitgeverij Balans 2014). ISBN 9789460037016. €19,95.