Bivakkeren in Berlijn (2)

03-09-2014 14:17

“Midden in de stad staat het geraamte van een kerk, tot monument gebombardeerd, alsof dat nodig is in deze stad, die eeuwig door de oorlog wordt verteerd”, zo verwoorde Boudewijn de Groot doeltreffend wat menig mens voelt wanneer hij zich in Berlijn begeeft. In deze moderne stad sijpelt het verleden door elke kier en elk kogelgat.

Gezeten in mijn kleine keukentje aan de Prenzlauerallee werd ik door een huisgenoot op de hoogte gebracht van de vele bezienswaardigheden in deze wereldstad: “En als je dan van Aleanderplatz naar beneden fietst, richting de Reichstag, die ken je? Ja? Unter den Linden ja, nou dat is sowieso prachtig. Er zijn wel veel herdenkingsmonumenten maar, nouja, dat is belangrijk, zeker, maar snap je, het geeft je wel altijd een..” Wat hij zei valt fraai naar het Nederlands te vertalen: “Een unheimisch gevoel. Als je snapt wat ik bedoel. Maar mooi is het!”

Ik knikte. Mijn huisgenoot vertelde me ook over de Stelenfeldes, bekend als het Herdenkingsmonument voor Europa ’s vermoorde Joden of simpelweg het Holocaust-monument. Het is een bekende plaats in Berlijn, vele grauwe gedenkstenen van verschillende hoogten geven van buitenaf bekeken de aanblik van een massagraf terwijl de hoogte van de zuilen en het symmetrische spel van licht en schaduw een gevoel van nederigheid oproepen wanneer je door de nauwe paadjes loopt. “Beklemmend” was het woord dat mijn huisgenoot gebruikte.

Herdenken

Ik was er vanmiddag nog en zag hoe de gedenkstenen uitsluitend werden gebruikt om juist geschoten toeristenkiekjes op hun gewenste olijkheid te beoordelen. Favoriet is nog steeds het ‘horizontale hoofd’ waarbij het belangrijk is je zonnebril op te houden en te zorgen dat men niet per ongeluk een ander lichaamsdeel de hoek om ziet komen welk de truc verklappen kan. Het was letterlijk onmogelijk om bij dit monument iemand zonder camera of telefoon in de hand te vinden, behalve dan de vetklep met pet die er onaangedaan zijn hamburger naar binnen schrokte.

Ja, en de van steen tot steen springende kinderen. Uitdrukkelijk verboden, maar de aantrekkingskracht die zo’n uitgestrekt gymnastiektoestel uitoefent op de natuurlijke speeldrift van onwetende kinderen is te volledig begrijpen. Een welwillende moeder in vlotte kokerrok probeerde het nog: “Jongens! Dit is geen speelplaats!” de kinderen luisterden niet, “Tobias, Inge, kom hier.” Ze kwamen. “Dit is een monument. Omdat er oorlog was en toen zijn er heel veel onschuldige mensen vermoord.” “Hoeveel dan?” wilde Tobias weten. “Meer dan anderhalf miljoen.” De kinderen begrepen het, maar keken jaloers omhoog naar hun kameraadjes die nog wel mochten springen.

Topographie Des Terrors

Van Stelenfeldes fietste ik langs Checkpoint Charlie omhoog naar ‘Topographie des Terrors’, een gedenkplek in het voormalig hoofdkantoor van de SS, de GeStaPo en Rijksrecherche. Buiten, onder prachtige glazen stellingen voor een overblijfsel van de Muur is met enkele foto’s, kale feiten en onbevattelijke cijfers de vernietiging van Warschau gedocumenteerd. Hier liep ik in gelijke tred met een jong stelletje, gedrieën lazen we ijzig koude woorden die Adolf Hitler in 1942 heeft uitgesproken “die lachwekkende honderd miljoen Slaven zullen we absorberen of verdringen”, het meisje kneep in zijn hand. Je wordt er stil van, zo’n plek.

Nadat we ons een aantal passen naar voren hadden gehuiverd lazen we “De vernietigen van Polen is onze eerste opgave, wees genadeloos, wees brutaal!” Met behulp van poppetjes die elk het leven van 1000 mensen voorstellen is geprobeerd de omvang der slachtingen bevattelijk te maken. We lazen dat in de eerste 63 dagen na de Opstand van Warschau op 1 augustus 1944 zo’n zestigduizend inwoners van de stad werden gedeporteerd naar vernietigingskampen, we zagen dat 250 poppetjes het aantal krijgsgevangenen in de daaropvolgende periode vertegenwoordigen en we lazen dat “het met de grond gelijk maken van Warschau […] als voordeel heeft dat onze kinderen voor altijd verlost zullen zijn van het Poolse probleem”. We zagen een pools kindje knielen naast het lijk van haar zusje en we lazen de gehate woorden “Nur für Deutsche”, opgehangen bij de ingang van een Pools park. “Dit is toch niet te bevatten,” zei het meisje in gebroken Duits tegen haar vriend. “Dat moet je ook niet proberen, daar wordt je maar depressief van.” De jongen sloeg een arm om haar heen.

Gelijk

Ik besloot mijn fiets te laten staan en slenterde mistroostig voor me uit. Het stelletje liep nu achter me, zij telefoneerde. Ik verstond niets van wat ze zei, het klonk Slavisch, Pools misschien. Bij een sportveld hield ik stil, ook daar werd herdacht. Lilli Henoch, tussen 1922 en 1926 brak ze vier wereldrecords en in 1942 zijn zij en haar familie door de nazi’s afgeschoten in de bossen nabij Riga. Mijn oog viel op een tweede bordje. “Nur für Deutsche” dacht ik cynisch, maar las “Dies ist kein Platz für Gewalt, Rassismus und Diskriminierung”.

Tijden veranderen, ook dat heeft Boudewijn ooit gezongen. Hij had gelijk.

Beeld: Shutterstock