Verwrongen relaties in Maps to the Stars

11-09-2014 11:50

Na de Hitchcock-expositie, draait er in bioscoop EYE in Amsterdam al even een expositie over de Canadese regisseur David Cronenberg (Videodrome, The Fly, Dead Ringers, Crash, A History of Violence, Eastern Promises). Een bijzondere regisseur, hij schrijft regisseert en produceert zijn meeste films zelf. Door zo onafhankelijk te blijven van grote studio’s, geniet hij enorm veel vrijheid. Zijn voornamelijk horrorfilms en psychologische trillers, zijn dan ook vaak futuristische en maatschappijkritisch. Dat laatste komt ook zeker terug in zijn nieuwste film Maps to the Stars.

Verval

Verval, zowel psychisch als lichamelijk, spelen net als in veel van Cronenberg’s films, ook in Maps to the Stars een grote rol. Ditmaal neemt hij Hollywood op de hak. De kijker volgt drie verhaallijnen: Agatha Weiss (Mia Wasikowska), een meisje onder de brandwonden die naar Hollywood gaat. Tegen de een zegt ze dat ze familie wil bezoeken, tegen de ander dat ze Hollywood gewoon een keer wil zien.

Daarnaast speelt Benjie Weiss (Evan Bird) met zijn ouders een acteur. Naar eigen zeggen heeft Agatha vroeger op hem gepast. Benjie is inmiddels een succesvolle kindacteur met op zijn dertiende een drugsverslaving. Als laatste ziet de kijker Havana Segrand (Julianne Moore), een oude actrice met weinig werk die dolgraag de rol in de film Stolen Waters wil spelen, de rol die haar moeder in de eerste versie had. In bijna twee uur ontvouwt zich wat deze mensen met elkaar te maken hebben.

Weeïg gevoel

Cronenberg neemt de tijd voor zijn verwrongen plot. Heel geleidelijk wordt de kijker duidelijk hoe de boel in elkaar steekt. Het lukt Cronenberg zonder moeite om zonder woorden duidelijk te maken hoe de boel in elkaar steekt. Geen voice-overs, geen uitgesproken monologen waarin letterlijk wordt verteld wat er aan de hand is, de kijker moet zelf uitvinden wat er aan de hand is. Dat levert in de zaal bij de een sneller een ‘oooooh!’ op dan bij de ander. Hiermee houdt Cronenberg de kijker vast, er ontstaat een soort spanning in een eigenlijk voortkabbelend verhaal. Dit in combinatie met humor en een vleugje horror-achtige elementen, maakt dat de film geen moment verveelt.

Qua beeld maakt Cronenberg veel gebruik van close ups. Het maakt de film intiem, de kijker komt dichtbij de karakters. Met deze cast kan dat: de acteurs spelen overtuigend gestoord. Julianne Moore won terecht de prijs voor beste actrice op het filmfestival in Cannes. Ze is zo ontzettend echt nep, zij ís die vervallen actrice, die verveelde Hollywood-vrouw. Ook Wasikowska lijkt oprecht rijp voor het gesticht.

Cronenberg vertelt een ziek verhaal over verwrongen relaties, eenzaamheid en hoe Hollywood je gek kan maken. De film laat je achter met een weeïg gevoel in je maag. Leuk is anders, maar wederom zet Cronenberg een verschrikkelijk goede film neer.