Opinie

Naast Wilders staan miljoenen Nederlanders in het verdachtenbankje

13-10-2014 13:29

In de weekendkranten van de NRC Handelsblad en de Volkskrant (11 en 12 oktober 2014) was er brede aandacht voor het voornemen van het Openbara Ministerie om Wilders te vervolgen voor zijn vraag of men meer of minder Marokkanen wilde. Het publiek brulde massaal ‘minder’ en half Nederland werd daardoor met afschuw vervuld. De andere helft van Nederland heeft waarschijnlijk gedacht: ‘prima, als dat zou kunnen’. Ze zijn gelijk met Wilders als verdachten aan te merken. Ik maak er geen geheim van dat ik bij die laatste helft hoor, al zou ik het graag verfijnen tot ‘gedrag van een groot aantal Marokkanen en radicale moslims’.

‘Waarom je Wilders dus niet kunt laten lopen’

De kranten met bijdragen van o.a. Paul Scheffer (NRC) en Kustaw Bessems (VK) geven er ook in hun hoofdartikelen blijk van een vervolging van Wilders niet verstandig te achten. Een min of meer eenzame uitzondering is socioloog Herman Vuijsje die onder de titel: ‘Waarom je Wilders dus niet kunt laten lopen’,  om begrenzing van de discussie en strikte toepassing van de bestaande wetgeving vraagt.

Apostel van het politiek correcte denken

Herman Vuijsje kan in dit verband worden gezien als een apostel van het politiek correcte denken dat in de Nederlandse samenleving andere dan politiek correcte opvattingen verdacht maakt. Vuijsje kan daarbij gezien worden als vertegenwoordiger van een stroming die, behept met een holocausttrauma , al snel in een alarmistische houding schiet en bij wijze van spreken de WA alweer door de straten ziet marcheren zodra Wilders weer eens iets provocerends zegt. Het is een vorm van projectie die ongezonde trekjes heeft en ook oproept wat men bestrijden wil. Fouad Sidali, hoofdbestuurslid van de PvdA speelde recent handig in op die angst door te twitteren: ‘Hitler is onder ons. In de gedaante van Wilders’.  Sidali exploiteerde die angst om de discussie over de gebrekkige integratie en normovertredingen van Marokkanen in de kiem te smoren.

Angst en politieke correctheid

Kustaw Bessems verwijst in zijn artikel naar zijn persoonlijke betrokkenheid bij het holocaustdrama, maar komt met zijn pleidooi voor het afschudden van de angst en zijn oproep tot vertrouwen in de samenleving, tot de conclusie dat de discussie buiten de rechtszaal dient te worden gevoerd. Volgens Bessems komt het publieke debat juist goed op gang. Ik heb gerede twijfel of die waarneming juist is. Uit Engeland komen berichten over moslim-gerelateerde wantoestanden die konden ontstaan en groeien omdat in toezichthoudende organen er angst bestond om bij ingrijpen beschuldigd te worden van discriminerend of racistisch gedrag. Die angst bestaat in Nederland ook volop, maar is nog onvoldoende benoemd. Die angst is de vrucht van de oproepers van politieke correctheid waarvan de ‘Vuijsjes en Sidali’s’,  ieder om eigen redenen, de apostelen van zijn.

‘Verdachte’ bronnen en ‘verdachte’ opiniemakers

De angst om veroordeeld te worden vanwege onvoldoende politieke correctheid zit diep en heeft zich ontwikkeld tot een autonoom correctiemechanisme. Alfawetenschappers, journalisten, beleidsmakers en anderen zijn opgesloten in een mentale kooi die een open discussie belemmert. Wie kennis wil nemen van politiek niet correcte informatie, is aangewezen op ‘verdachte’ bronnen en ‘verdachte’ opiniemakers.

Het door de ‘Vuijsjes en Sidali’s’ bevorderde politiek correct denken, heeft geleid tot polarisatie binnen de samenleving die een open discussie bemoeilijkt. In zo’n klimaat kunnen pressiegroepen hun slag slaan omdat de angst van discriminatie of racisme te worden beschuldigd tot zwijgen leidt waar spreken nodig is.

Politieke correctheid beschouw ik als een afgeleide van totalitair denken waarin om opportunistische redenen correcte waarden gecorrumpeerd worden en mensen ten onrechte verdacht worden gemaakt. De vrijheid van meningsuiting is het belangrijkste slachtoffer, terwijl het bij een juiste verdediging onze redding is.