Media & TV

In mediaquotes: Nico Dijkshoorn

18-03-2015 14:32

Nico Dijkhoorn, Nicootje dus, staat binnenkort  in de theaters met zijn voorstelling Vuig. In dat kader, of gewoon omdat het kan, danste Dijkhoorn gisteren in DWDD gezellig een mopje mee op de muziek en dat zag er in ieder geval, ehhh…kwetsbaar uit. Nou ja, een groot danser is het niet, maar – je kan lullen wat je wilt – zijn columns en romans zijn vrij briljant en bovenal grappig. Meer dan genoeg reden om even wat prettige quotes naar boven te halen want behalve schrijven kan hij ook aardig lullen. Wat vindt Nico van…

 

…zijn slager:

“Ik ben ook een soort beschermheilige geworden van slagerij Van der Zon in Leiden. Ik woonde daar één dag en volgens iedereen was dat de beste slager, dus ik ging daar naartoe. Hij vroeg: ‘En blieft meneer een stukje worst?’ Geniaal. Ik was ineens weer acht jaar. Dat raakte me. Wat goed dat je aan een man van mijn leeftijd gewoon vraagt of hij een stukje worst wil. Ik heb er toen een gedicht over geschreven. Daarmee kan ik iets terugdoen. Het is een soort Robin Hood-achtig dingetje. Ik ben een enorme sucker voor de kleine middenstander.”

 

…van gevoelens:


“De hele Dijkshoorn-familie is extreem niet-fysiek, even een arm om elkaar heen slaan, dat doen we niet. Gesprekken over gevoelens waren in mijn familie not done. Mijn vriendin Tanja heeft me dat geleerd. Met mijn ex-vrouw Orlanda, met wie ik nog steeds een goede band heb, had ik niet zulke diepzinnige gesprekken. Ze is wel extreem belangrijk geweest in mijn leven. Orlanda heeft dat egocentrische, dat ik van mijn vader heb, eruit geknuppeld. We hielden veel van elkaar, maar waren geen mensen die even een hand door elkaars haar haalden. Tanja heeft het knuffelen erin gebracht. Zij heeft mij en mijn kinderen totaal geopend. Tegenwoordig hangen we allemaal in elkaars armen. De kinderen zijn er door de scheiding alleen maar op vooruitgegaan. Daarvóór was ik helemaal geen leuke vader; ik was een jan lul geworden die een baan had en op zolder als een gek zat te schrijven. Ik ging nooit mee naar het strand of een pretpark, daar had ik een teringhekel aan. Ik ben echt een vader geworden: als ze er zijn, dan bén ik er ook. We zijn super close met elkaar. Wat ik nu voel, is zó’n oerding – dat moeten mijn eigen ouders toch ook voor ons hebben gevoeld. Maar daar heb ik nooit iets van gemerkt.”

 

HP De Tijd, 2011

 

…van zijn held:


“Ik vergelijk me op geen enkele manier met Andy Kaufman, want hij is een soort god voor mij. Toen ik die man ontdekte was ik volledig gevloerd. Ik herkende mezelf in zijn acties, want ik doe dat ook een beetje. Kaufman liet zijn alter ego Tony Clifton naar David Letterman gaan. Letterman dacht dat Kaufman in dat pak zat, maar die zat blauw van het lachen thuis naar de show te kijken terwijl zijn vriend Bob Zmuda voor Clifton speelde. Een vergelijkbare situatie – minder briljant, maar toch –op GeenStijl heerste op een gegeven moment de sfeer van ‘kom niet aan Lee Towers!’. Ik schreef toen in een stuk dat ik van een goede vriend had gehoord dat Towers een collega van de hijskraan had gelazerd omdat die beter kon zingen dan hij. Met een dwarslaesie tot gevolg. En Lee Towers was zo ongevoelig dat hij ‘s avonds speciaal voor hem wilde zingen, maar dan wel alleen het nummer You Never Walk Alone. Dat schreef ik gewoon als geintje. ‘s Avonds zag ik op RTL Shownieuws een zwaar geëmotioneerde Lee Towers op het Scheveningse strand dit verhaal ontkennen. Daar kan ik echt een week op vooruit.”

 

VPRO Gids, 2010
…van congressen:

 

“Ik word ook heel vaak gevraagd voor congressen – daar ga ik graag op in, ook al omdat dat geld als water verdient. Dan volg ik eerst vijf, zes uur lang zo’n congres, en geef ik vervolgens de congresgangers ongenadig op hun lazer omdat ze er weer geen reet van gebakken hebben. En daarna ga ik met een maandsalaris huiswaarts – mij hoor je niet klagen. Ik heb al eens een congres van rectaalchirurgen meegemaakt. Werkelijk waanzinnig, daar zaten alleen maar artsen die als specialiteit hadden om mensen aan hun reet te opereren. Het is écht waar. Ik kwam om half negen ‘s ochtends die zaal binnen, ging zitten en keek meteen in een gigantisch, bloederig anushol. En die hele zaal maar aantekeningen maken en vragen stellen: ‘En als je die darm nou van de andere kant in gaat?’ Nou, dan vind je wel inspiratie voor een gedichtje, hoor (lacht). Dat was ook het enige congres dat ik ooit heb meegemaakt waarvan de aanwezigen écht iets hebben opgestoken.”

 

Humo, 2011
…van jongeren:

 

“Ik kom vrij vaak jongeren van een jaar of 22 tegen die staan te vertellen welke kant het precies op moet met hun leven. Je ziet ze nu ook veel op televisie. Als je 32 bent en je hebt nog geen goedbetaalde baan en een auto onder je reet, word je gewoon beschouwd als een loser. Ik vind dat echt schokkend. Alles is een wedstrijd nu. De Beste Singer-Songwriter van Nederland, wat een waanzin! Je kunt helemaal niet winnen in muziek, dat is onzin. Je kunt ook niet zeggen dat ik een betere schrijver ben dan iemand anders, want we doen het allebei met plezier. Ik word vaak gevraagd om in een jury te gaan zitten. Die organisaties krijgen een woedende brief terug. Natuurlijk ga ik niet tegen een kind van twaalf zeggen dat hij vierde is geworden in een gedichtenwedstrijd! Dat is toch dodelijk?”

 

Nultweevier.nl, 2012