Zet ex-radicalen in bij tegengaan radicalisering

15-06-2015 13:57

In de discussie rondom de aanpak van radicalisering onder jongeren wordt een veelvoud aan oplossingen aangedragen. Sommige liggen meer in de preventieve, andere meer in de repressieve sfeer. Aangezien radicalisering een proces is dat vrijwel altijd veroorzaakt wordt door een combinatie van factoren is het niet meer dan logisch dan ook een combinatie van maatregelen ingezet wordt voor de aanpak hiervan. 

Alleen liggen sommige gesuggereerde maatregelen in dit verband nog gevoelig, en wordt er vanuit de politiek en samenleving geaarzeld om deze in te zetten. Een van deze maatregelen is de inzet van ex-radicalen die een tegengeluid zouden kunnen vormen tegen radicalisering en die voorlichting zouden kunnen geven op scholen en in gesprek zouden kunnen gaan met al dan niet radicale jongeren.

Contranarratief

Reeds vorig jaar gaf Dick Schoof, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), aan dat het hem een goed idee leek indien ex-radicalen ingezet werden om met jongeren in debat te gaan, dit omdat er volgens hem op deze wijze een discussie zou moeten komen binnen de moslimgemeenschap in hoeverre het geweld van groepen als IS normaal is.

Hetzelfde idee, in een andere vorm, werd recentelijk geopperd door Bob de Graaff, Hoogleraar Inlichtingen- en Veiligheidsstudies aan de Universiteit Utrecht, in een artikel in de Groene Amsterdammer. De Graaff stelde in dit artikel dat het belangrijk is om de propaganda van het Kalifaat te bestrijden met een contranarratief. De inzet van ex-radicalen, en dan met name teruggekeerde Syrië-strijders, zou cruciaal zijn bij dit contranarratief.

Ontradingseffect

Met het spelen van een rol binnen dit contranarratief zouden teruggekeerde Syrië-gangers vervolging kunnen ontlopen door een tegengeluid te verspreiden dat de propaganda van de IS kan counteren. Een dergelijke aanpak had volgens De Graaff in het verleden onder meer gewerkt bij het bestrijden van de Rode Brigades in Italië.

In België lijkt het erop dat een dergelijke maatregel ook daadwerkelijk ingezet gaat worden. De Vlaamse Minister Liesbeth Homans (N-VA) presenteerde recentelijk op een internationale top in Noorwegen een voorstel om gedesillusioneerde Syriës-strijders in te zetten in scholen en moskeeën om daar aan jongeren te vertellen hoe het er werkelijk aan toe gaat bij de IS. De getuigenissen van deze ex-radicalen zouden voor een ontradingseffect moeten zorgen, aldus Homans.

Inzet ex-radicalen

Gezien de ontwikkelingen in binnen- en buitenland kan Nederland met de inzet van een dergelijke maatregel natuurlijk niet achterblijven. De inzet van ex-radicalen om radicalisering tegen te gaan is weliswaar controversieel en ligt gevoelig, maar dat maakt de noodzaak van een dergelijke maatregel er niet minder om. Want er zit een groot aantal voordelen aan een dergelijke inzet.

Als eerste is er sterk de behoefte aan, zoals De Graaff al constateert, een contranarratief dat de propaganda van de IS kan weerspreken. Een dergelijk narratief komt het meest geloofwaardig over indien het van ex-radicalen, die daadwerkelijk in Syrië zijn geweest, komt. Het weerleggen van de propaganda van groepen als de IS is van cruciaal belang voor het voorkomen van radicalisering.

Ontmoedigingseffect

Als tweede zijn ex-radicalen bij uitstek geschikt om in gesprek te gaan met al dan niet radicaliserende jongeren. Ze kennen de denk- en leefwereld van de doelgroep, hebben in het verleden vergelijkbare ervaringen gehad, en kunnen zich daarom goed in deze jongeren verplaatsen. Ze zijn bij uitstek in staat om de angel van de radicale ideeën uit het vlees van deze jongeren te halen. Een gesprek met een ervaringsdeskundige kan voor sommige radicaliserende jongeren al een cruciale ervaring zijn die hen mogelijk op een ander pad kan brengen.

Als laatste gaat er, zoals Minister Homans al stelde, een ontmoedigingseffect uit van de ervaringen die deze ex-radicalen opgedaan hebben. Zij kunnen hiermee een einde maken aan de illusie dat het Kalifaat een paradijs is, een illusie die veel radicale jongeren delen. Het is van groot belang dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Veel jongeren reizen juist af naar Syrië vanwege de illusie dat zich daar een utoptische samenleving bevindt, om zich pas te realiseren dat het tegendeel waar is wanneer men daar eenmaal zit en niet meer weg kan.

Wolf in schaapskleren

Wel zitten er een aantal problemen en risico’s vast aan de inzet van ex-radicalen die niet genegeerd mogen worden. Zo is er natuurlijk de cruciale vraag hoe we zeker weten dat de ‘ex-radicalen’ die ingezet zullen worden ook daadwerkelijk gederadicaliseerd zijn. Dit dient een zekerheid te zijn aangezien je jongeren niet bewust bloot wilt stellen aan een wolf in schaapskleren. Het zal aan psychologen en radicaliseringsexperts moeten zijn om een analyse van elke persoon die ingezet zal worden te maken waarbij er geen risico’s genomen mogen worden.

Verder bestaat er de vraag hoe ex-radicalen precies opgeleid zullen worden voor hun taak. Hier ligt er een taak voor de overheid om de mogelijkheid te bieden deze groep op te leiden voor het werk dat zij zal gaan doen.

Tot slot dient ook de veiligheid van de ex-radicalen die ingezet zullen worden gegarandeerd te zijn. Want velen die openlijk hebben gebroken met de radicale groep waar ze ooit onderdeel van waren lopen permanent gevaar. Hun veiligheid, en die van diegene me wie ze in gesprek gaan, dient voorop te staan.

Gedurfde stappen

Dit zijn allemaal punten die we zeker moeten overwegen, maar al met al wegen de voordelen die aan de inzet van ex-radicalen vastzitten zeker op tegen de mogelijke nadelen. We moeten daarom niet aarzelen om over te gaan tot de inzet van deze groep. Geen enkele maatregel is onomstreden, en overal zitten voor- en nadelen aan vast.

Maar in de strijd tegen radicalisering is het zaak dat we als samenleving en overheid ook gedurfde stappen durven ondernemen. Stappen waarbij de kans groot is dat zij op den duur zeker resultaat zullen opleveren.