Binnenland

SCP/WRR: ‘Nieuwe onderklasse van criminele werkloze asielzoekers op komst’

05-01-2016 09:48

 

Screen Shot 2016-01-05 at 09.36.46

 

Er dreigt een nieuwe onderklasse te ontstaan van vluchtelingen, die gekenmerkt wordt door criminaliteit en werkloosheid. Daarvoor waarschuwen onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), schrijft de Volkskrant dinsdag.

Ze onderzochten 33.000 vluchtelingen die in de jaren 80 en 90 naar Nederland kwamen. Veel van hen zijn langdurig werkloos. De integratie van asielmigranten verloopt veel langzamer en stroever dan die van arbeidsmigranten, blijkt uit de studie.

Onder de asielzoekers uit de jaren tachtig en negentig is de criminaliteit drie keer hoger dan onder autochtonen. Het gaat vooral om vermogensdelicten die worden gepleegd door alleenstaande jonge mannen.

De huidige asielzoekersstroom bestaat ook vooral uit alleenstaande jonge mannen. Dit is een reden om meer werk en haast te maken met intergratie, aldus de onderzoekers.

Migratieonderzoeker Leo Lucassen vindt juist dat het wel goed gaat met de asielzoekers uit de jaren tachtig en negentig. “Gezien hun slechte uitgangspositie kun je ook zeggen dat het een wonder is dat eenderde van de asielmigranten erin is geslaagd betaald werk te vinden. Bovendien laten de onderzoekers na te vertellen dat veel kinderen van asielmigranten uit de jaren negentig het goed doen in het onderwijs, dus waarschijnlijk beter zullen integreren dan hun ouders”, laat hij aan de Volkskrant weten.

Minister Asscher (PvdA) noemt het onderzoek ‘waardevol’. “Werk staat voorop voor mensen die mogen blijven en daarom gaan we eerder de arbeidskansen screenen en stimuleren we het aanleren van de taal. Blijven moeten gelijk staan aan meedoen”, aldus de reactie van de minister aan de Volkskrant.

Anp/Tpo

 

Lees ook: SCP: ‘Criminaliteit asielzoekers uit 1995-1999 drie keer zo hoog als landelijk gemiddelde’