Orde van Advocaten blokkeert innovatie en concurrentie

18-01-2016 17:46

De Orde van Advocaten heeft onlangs met een email aan de achterban een schokgolf veroorzaakt. Advocaten die ‘deelnemen aan websites waar je advocaten kan vinden riskeren tuchtrechtelijke maatregelen’, schrijft de Orde. Ze moeten hun zonden voor april opbiechten aan de Orde en deelname beëindigen om erger te voorkomen.

Het gevolg laat zich raden: advocaten trekken zich uit angst voor hun toezichthouder terug van de platforms. Broodnodige initiatieven om de juridische dienstverlening te vernieuwen dreigen zo te sneuvelen.

Ondoorzichtige markt

Waarom is dit een probleem? Omdat het vinden en vergelijken van advocaten heel moeilijk is zonder die websites. Zo houdt de belangenorganisatie de markt ondoorzichtig, waarmee de Orde zegt in 2016: als je een advocaat zoekt, pak je maar de Gouden Gids en de telefoon, niet je iPad.

Dat terwijl een meerderheid van het MKB advocaten duur en ontoegankelijk vindt, blijkt keer op keer uit onderzoek. Er bestaat een sterke behoefte aan meer inzicht in kwaliteit en tarief van advocaten. Een grote groep vooruitstrevende advocaten wil daar ook graag aan meewerken: die zien innovatie als kans, niet als bedreiging.

Innovatie laat zich hooguit remmen, niet stoppen

Kennelijk wil de Orde voorkomen wat er enkele jaren geleden in het notariaat is gebeurd. De beroepsorganisatie KNB verzette zich hevig tegen digitale nieuwkomers die de markt openbraken. Maar de innovatie liet zich slechts afremmen, niet stoppen. Een les die bij de Dekens nog niet is doorgedrongen.

Wat rechtvaardigt volgens de Orde zulke marktverstorende maatregelen? Advocaten mogen geen vergoeding betalen aan platforms voor het bemiddelen tussen rechtzoekende en advocaat – het provisieverbod dat is neergelegd in art. 2 lid 2 van de Gedragsregels. Betaling zou de advocaat minder ‘onafhankelijk’ maken, stelt de Orde zonder enige uitleg. Adverteren zou wel mogen, mits het om een ‘redelijk tarief’ gaat.

Onbegrijpelijk argument

Dit argument is even onbegrijpelijk als onjuist. De digitale marktplaatsen bepalen niet met welke advocaat de rechtzoekende in zee gaat. Dat beslist de rechtzoekende zelf. Ook bepalen ze niet op welke rechtshulpvraag de aangesloten advocaat reageert. Dat beslist de advocaat zelf.

Als de ‘onafhankelijkheid’ werkelijk een issue is voor de Orde, dan zouden zij ook adverteren op Google moeten verbieden. Wie als advocaat deze advertenties koopt, betaalt per klik. Dus pas als de rechtzoekende belangstelling toont voor een advocaat en overweegt bij hem of haar een zaak aan te brengen, stuurt Google een rekening. Ook Google werkt dus met provisie voor bemiddeling. Althans, er is één wezenlijk verschil: bij advertenties wint de hoogste bieder, de advocaat met het grootste marketingbudget.

Britse gedragsregels hebben zelfde Europese oorsprong

Met het gekozen beleid wijkt de Orde sterk af van bijvoorbeeld Groot-Brittannië, waar het betalen van een vergoeding voor bemiddeling is toegestaan, mits dat aan de klant kenbaar wordt gemaakt. Opvallend genoeg kennen de Britse gedragsregels dezelfde Europese oorsprong, waarmee de Orde zegt compliant te willen zijn. Waarom de regels in Nederland een compleet andere uitwerking krijgen, meldt de toezichthouder niet. Hier lijkt zich te wreken dat de Orde zowel belangenbehartiger als wettelijk regelgever/toezichthouder is – rollen die in Groot-Brittannië gescheiden zijn.

Verbod uit pre-internettijdperk

Probleem is dat het provisieverbod stamt uit het pre-internettijdperk, en ooit bedoeld was om ronselpraktijken tegen te gaan. Het ging dus in de eerste plaats om het beschermen van de vrije advocaatkeus van de rechtzoekende, niet om de onafhankelijkheid van de advocaat. Laat dat nou precies hetgeen zijn waarvoor de innovatieve marktplaatsen zijn opgericht: om rechtzoekenden een veel betere keus te bieden door de markt transparant te maken en de onderlinge concurrentie te vergroten. Dat verbetert de toegang tot het recht.

De Orde probeert kortom krampachtig vast te houden aan een wettelijk beschermde, ondoorzichtige markt zonder innovatie. Maar dat is niet vol te houden, leert het verzet van het notariaat. Het is schadelijk voor rechtzoekenden en het is schadelijk voor het aanzien van de advocatuur, dat toch al kampt met een imagoprobleem.

 

Jan-Hein Strop is founder en ceo van LegalDutch, platform dat ondernemers en advocaten bij elkaar brengt.