Politiek

Wie lekte uit de Commissie Stiekem? ‘We weten het niet’

20-01-2016 11:30

Er is geen bewijs gevonden dat een fractievoorzitter uit de Tweede Kamer opzettelijk heeft gelekt uit de zogeheten Commissie Stiekem, officieel de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD). Een speciale commissie die in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek deed naar deze kwestie concludeert dat woensdag. Tegelijk concludeert de commissie onder leiding van Carola Schouten (ChristenUnie) dat er wel degelijk is gelekt. De gelekte informatie ging over minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA). Door het lek werd duidelijk dat hij de CIVD nieuwe info had verstrekt over een afluisterschandaal, maar niet de hele Kamer. In 2014 werd hierover gelekt naar een krant en CIVD-voorzitter Halbe Zijlstra deed aangifte

Schizofrene conclusie: Dat er is gelekt is, is zeker

De commissie heeft vastgesteld dat leden van CIVD in de onderzochte periode veel contact met de media hadden over dit dossier. Alle fractievoorzitters  die destijds lid waren van de CIVD en minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk hebben verklaard bij vragen van de commissie over specifieke contacten met de pers, dat zij nooit spreken over de CIVD; ook niet als ze daar vragen over krijgen.

 

“De gesprekken hebben niet geleid tot een redelijk vermoeden van schuld aan schending  van de geheimhouding. Berichten in de media laten zien dat wel sprake is van het schenden van de geheimhouding, maar de commissie is er niet in geslaagd te achterhalen hoe en door wie dat is gebeurd.”

 

Voldoende redenen voor vervolging ontbreken

Er zijn geen feiten of omstandigheden aangetroffen waaruit een redelijk vermoeden van schuld zou blijken van één of meer personen. Voldoende redenen voor vervolging ontbreken, aldus het onderzoeksteam dat zijn bevindingen presenteerde in een advies aan de hele Kamer.

Een ‘mission impossible

De leden klagen ook dat hun onderzoek moeilijk was. De wettelijke procedure voor vervolging van politieke ambtsdragers is ‘in de praktijk onbegaanbaar’ en een ‘mission impossible‘.

 

“Het gehele onderzoek naar schending van de geheimhouding was om een aantal redenen moeilijk. Het OM was niet bevoegd het in gang gezette onderzoek af te maken. Na de aangifte duurde het 20 maanden voor de zaak aan de Tweede Kamer werd overgedragen. De commissie had kort de tijd (minder dan drie maanden) voor vervolgonderzoek, had geen adequate opsporingsbevoegdheden en had te maken met onduidelijke, gedateerde en tegenstrijdige wetgeving.”

Lees ook

OM: Eén of meerdere fractievoorzitters hebben gelekt uit Commissie Stiekem

Dit bericht wordt aangevuld