Minister-president Mark Rutte acht de kans uitgesloten dat Ebru Umar na een eventuele Turkse veroordeling zal worden uitgeleverd aan Turkije. Dat zei hij woensdagmiddag tijdens het debat over de arrestatie van de columniste. Rutte wilde niet vooruitlopen op de eventuele veroordeling en weesop de scheiding der machten. Uitlevering is volgens Rutte alleen mogelijk in zaken waar een vergelijkbare straf op staat en bovendien minimaal één jaar. Mocht Umar in Turkije veroordeeld worden voor belediging van de Turkse president Erdogan wil dat nog niet zeggen dat een eventuele straf vergelijkbaar is met die in Nederland. “Dat is naar het Nederlands recht niet denkbaar.”
Ook zei Rutte dat de Nederlandse regering geen concessies aan de Turkse overheid heeft gedaan in ruil voor haar vrijlating.
Rutte prees de inzet van minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA). Koenders heeft ‘het leeuwendeel gedaan volgens de beste regels van de stille diplomatie’.
Bij ChristenUnie en VNL leven zorgen over een eventuele uitzetting van Umar naar Turkije na een Turkse veroordeling. Rutte reageerde op die zorgen met: “Uitzetting lijkt volstrekt ondenkbaar.” Ook wees Rutte er op dat de minister van Veiligheid en Justitie in zo’n geval zo’n uitlevering eventueel zou kunnen blokkeren. Maar een garantie wil hij gezien de scheiding der machten niet geven.
TPO – Rutte tegen CDA’er Knops: ‘Wat een gelul’
Ebru Umar – Ga ‘es werken!
