Regio

Bonusquote: agent blogt over ultra-agressieve lynch mob in ‘keurig’ Amsterdam Zuid

23-06-2016 20:20

“Het tweetal kijkt de hele tijd nerveus om zich heen. Ze bellen geregeld en lopen af en toe een stukje de Bachstraat in en komen dan weer terug. Dan lopen ze definitief de Bachstraat in, richting de Brahmsstraat. Op de hoek van Bachstraat en de Brahmsstraat blijven ze stilstaan. Een van hen gaat weer bellen en ze kijken af en toe om de hoek de Brahmsstraat in. Ze worden steeds nerveuzer.

Ik voel dat er wat gaat gebeuren, maar ik heb geen idee wat. Ik stap van mijn fiets en loop langs een paar auto’s om wat dichter bij de twee jongens te komen. M’n hartslag loopt op, de spanning in mijn lijf neemt toe.

Dan zie ik de jongens ineens de hoek omrennen. Ze rennen de Brahmstraat in, richting de ingang van een vlakbij gelegen school. Ik verlies de jongens even uit het oog, omdat ik een betere positie zoek om te zien wat er gaat gebeuren. Een paar seconden later komen de jongens echter weer terugrennen. Ik zie angst in hun ogen en begrijp al snel waarom. Ze worden achtervolgd door een grote groep boze, schreeuwende jongeren. Ik schat dat het er zo’n 30 zijn. Er gaat zoveel agressie van deze groep uit dat ik de angst van de jongens heel goed begrijp. In Engeland hebben ze een speciale uitdrukking voor zo’n groep: een ‘lynch mob’. ‘Ze rennen voor hun leven!’, flitst het door me heen. Het tweetal rent de Chopinstraat in – uit mijn zicht – met de groep achter zich aan.

Voordat ik op mijn fiets spring en ook de Chopinstraat in rijd, geef ik via mijn portofoon snel aan het districtsbureau door wat er aan de hand is. Ik fiets zo hard als ik kan, omdat ik me besef dat er wel eens iets vreselijks kan gaan gebeuren. Zoveel agressie heb ik nog niet eerder gezien. Ik sla linksaf de Schubertstraat in en zie de hele groep staan bij de gevel van een woning. De twee jongens liggen op de grond tegen de gevel aan. Een deel van de groep schopt hard en in razernij tegen hen aan. Ze gaan als gekken tekeer! Ik zie dat ze vooral tegen hun hoofden schoppen. Een van de jongens wordt zelfs keihard van bovenaf op zijn hoofd getrapt.

Ik heb geen tijd om om assistentie te vragen, het gaat hier om leven of dood. De adrenaline neemt mijn denken en doen over. Ik fiets hard tussen de geparkeerde auto’s door de stoep op en spring van mijn fiets. Dan duik ik letterlijk bovenop het groepje schoppende jongeren. Ik schreeuw zo hard als ik kan meerdere keren: ‘Politie!’. De schoppers houden even op en ik trek de twee bebloede jongens snel overeind. Ik duw ze tegen de gevel van een woning aan en ga als een schild voor ze staan. De schoppers twijfelen. Ik zie dat de stoep links van me vrij is. Ik trek de twee gewonde jongens mee en loop achteruit richting de Stadionweg. Dan komt de hele groep op mij af. Ik voel de agressie, die zich nu ook tegen mij richt. Ik moet niet alleen voor de veiligheid van de jongens zorgen, maar ook voor die van mezelf. En ik voel dat dit helemaal fout kan aflopen.

Ik doe mijn jas open en pak mijn wapen vast. Ik laat het nog in de holster, maar zorg er wel voor dat de groep het ziet. Ze blijven tot mijn stomme verbazing echter gewoon op me afkomen. Snel pak ik mijn portofoon, schakel naar de frequentie van het hoofdbureau en roep: ‘Assistentie collega Schubertstraat!’. Deze woorden betekenen dat een politieman in nood is. Het wordt niet zomaar geroepen, alleen als er echt iets mis is. Collega’s die dat horen via de portofoon of mobilofoon laten dan alles vallen waar ze mee bezig zijn en gaan met de grootst mogelijke spoed naar de plek waar de collega in nood zich bevindt. Binnen een paar seconden hoor ik dan ook in de verte van alle kanten sirenes dichterbij komen.

Een deel van de groep geeft het op en rent weg, maar hoe bizar ook, de daadwerkelijke schoppers blijven gewoon doorlopen. Ik sta op het punt mijn wapen te trekken, als ik een aantal politieauto’s de hoek om zie scheuren.  Mijn collega’s springen er uit en rennen naar mij toe. Ik wijs hen direct zes van de schoppers aan en binnen een paar seconden liggen ze geboeid op de grond. De rest gaat er uiteindelijk toch vandoor.”

 

U denkt: dit gaat over een zoveelste rel in een achterbuurt van een of andere middelgrote provinciestad? Een verhaal over de problemen in één van de vele krachtwijken in de randstad? Uitgaansgeweld in Brabant?

Nope. U leest het relaas van een politieman die in het keurige, poepsjieke, hoogopgeleide, lelieblanke Amsterdam-Zuid werkt. Artsen, advocaten, BN’ers, D66-stemmers, GroenLinks-leden. Zo’n buurt dus.

En dan bleek het dus om ‘een ruzie’ tussen scholieren te gaan. En dan bleek dus achteraf dat die jongens messen hadden meegenomen. Omdat ze, zo bleek dus achteraf, iemand wilden doodsteken.

In keurig maar fatsoenlijk Amsterdam-Oud-Zuid.

Via.