Kerstgedachte: blind rondtasten in nevelschemer van reeds verworpen idealen

24-12-2016 17:43

Met inachtneming van de bescheidenheid die den provinciaal eigen is, wil ik op de valreep nog graag even een kerstgedachte meegeven, in de hoop bij te dragen aan de goede voornemens onzer natie. Zie het als een soort opiniërend lakken van de nagels maar, ter verdediging, immer met ’svolks verheffing op het oog. Gewoon een beetje hardop denken eigenlijk, waarbij ik gelijk het belang, wat zeg ik, de noodzaak wil onderstrepen van eenstukjeempathienaardemensento tot besluit van het oude jaar. Kan helemaal geen kwaad. Wel jammer dat ik de hoofdredacteur dezer blogsite nog moet uitleggen dat je naast het in goede banen leiden van de nieuwsvoorziening als Grand Wizard ook bepaalde verantwoordelijkheden in acht hebt te nemen qua toonzetting, want zoals ook onze Grand Dame van de Permanente Verongelijktheid Sylvana Simons weet gaat het er niet alleen om wát je zegt, maar ook hoé je iets zegt. Dus.

Als contribuerend columnist, waarnemend lijsttrekker van Lijst Leefbaar Veghel en niet in de laatste plaats geëngageerd lezer die het nationale welzijn een warm hart toedraagt, stel ik voor de vredeswensen in een gezamenlijke groepsfoto vast te leggen, ter gelegenheid waarvan misschien ook nog een obligaat straatterroristje kan worden opgetrommeld om aan te schuiven voor de halallen eierballen. Beginnen jullie ook niet gewoon te gloeien bij de gedachte? Nou, ik wel.

Monoculturele Wittemanscultus

Mijn voorstel is als volgt: laat TPO-hoffotograaf Maarten Brante (door sommigen ook wel de Heinrich Hoffmann van Heerhugowaard genoemd) de regie voeren over een hartverwarmende groepsfoto waarbij de voltallige redactie, duidelijk zichtbaar gekleed in empathische kersttrui, plaatsneemt voor de fotocamera. Laat hem daarbij vooral de christelijke franjes of anderszins opzichtige verwijzingen naar de Monoculturele Wittemanscultus van het Kruis achterwege laten, uit piëteit met de diversiteitsgedachte, maar met behoud van het behaaglijke pluisjes- en watjesgehalte die eigen is aan alle kerstkitsch die de naam verdient.

Ik zie het al helemaal voor me. Hoofdredacteur Bert Brussen die grootmoedig glimlachend kerstpakketten uitdeelt aan zijn dankbaar naar hem opkijkende medewerkersschare, zoals daar zijn een stralende Gyurka Jansen, hurkend aan de voet van de met genderneutraalgekleurde ballen volgehangen kunstkerstboom; een goedlachse Annabel Nanninga, gekleed in haar mooiste door Cambodjaanse kinderhandjes vervaardigde hermelijnen bontkraag; met als figuurlijke kers op de spreekwoordelijke appelmoes twitterlegende Bas Paternotte, getooid met schuimrubberen hertengewei, die zich tegoed doet aan het speciaal voor de gelegenheid bestelde vers gebraden konijnekadaver. Afijn, u merkt al dat mijn verbeelding alweer een loopje met mij neemt. Het vooruitzicht van een strakgeregisseerde deugkiek is dan ook onweerstaanbaar. Noem het de vloek van het beeldend ingesteld zijn. Ik neem aan dat ik het verwachte empathische rendement van een dergelijke blijk van goede wil niet hoef voor te rekenen aan de kasboekhouders van TPO.

Nederlandse dependance der Grijze Wolven

Maar even zonder dollen, waar ik het over hebben wilde: ook als je de kerst wat minder mansplainend opvat, lijkt me dit het uitgelezen moment om een stukje terugkijken te betrachten en, what the hell, mij misschien ook voorzichtig te wagen aan een stukje vooruitkijken, een en ander aangevuld met een pakket goede voornemens, zoals bijvoorbeeld: in 2017 ga ik alleen nog maar duurzaam gefokte konijn eten en minder hermelijnen bontkragen dragen, of: in 2017 ga ik eens wat meer bruggen slaan, wat meer verbinden, en mij eens wat minder vereenzelvigen met de islamitische aspiraties van de Nederlandse dependance der Grijze Wolven, dat soort dingen.

Terwijl ik zo bezig ben met terugkijken- biertje erbij- springt een aantal zaken onmiddellijk in het oog. Het was een roerig jaar nietwaar? Ik geloof niet dat het woord “polariseren” ooit veelvuldiger, of gretiger, in de mond is genomen dan in het afgelopen jaar. Net als “kloof”, “afstand”, “divisie” en al die andere woorden die doen denken aan het tegen de stroom in peddelen met gebruik van een paar afgedragen teenslippers.

Voortrollende islamisering en toenemende globalisering

Zoals elke schippersknaap je kan vertellen is het beter om intelligent mee te klotsen met de golven dan roerloos te varen op de horizonten van een onklaar gemaakt ideaal, vooral als je je in een wankel reddingssloepje bevindt. De nieuwe politieke werkelijkheid wordt volop besproken en beweend, maar nauwelijks begrepen; en de krampachtigheid waarmee men deze ontwikkelingen aanvliegt komt ongetwijfeld voort uit dezelfde 20ste-eeuwse vooringenomenheid, dezelfde krachteloze roep om “verbinding”, dezelfde ideologische impasse waar wij ons thans in vastgevroren weten. En als je je dan zo nodig moet bedienen van dit soort gedevalueerde fraseologie, dan zou ik polarisatie niet zozeer aanmerken als onwenselijk, als wel als geheel onvermijdelijk- en in die zin dan weer wenselijk, want wat gebeuren moet, gebeurt ook.

Als je met de postume beschavingsbolwerken vaststelt dat de tegenstellingen scherper zijn uitgelicht dan voorheen, zou je dit evengoed als welkome doorbreking van de zaaddodende consensus-cultuur kunnen aanmerken. Misschien volstaat het te zeggen dat de samenleving zich momenteel eenvoudig bekwaamt in de ideologische spagaat, een vorm van armpje strekken, met als aanjagende actoren de voortrollende islamisering en de toenemende globalisering.

Lullig-touwtje-uit-de-brievenbus-hype

About bloody time, zouden de Engelsen zeggen, die niet bang zijn om te debatteren op het scherp van de snede, en zich wél vertegenwoordigd weten door een strijdbare, zij het ietwat potsierlijke, volksvertegenwoordiging. Gek genoeg draagt den Engelschman, anders dan de in permanente verongelijktheid vastgeklonken Nederlander, het maatpak der bescheidenheid met verve- vermoedelijk vanwege diens vermogen zich met behoud van de humor door de wereld te begeven. Niet dat de Britten niet evengoed beschikken over hun fair share van deugpronkers, maar zo’n lullig-touwtje-uit-de-brievenbus-hype bij wijze van demonstratie zou bijvoorbeeld totaal ondenkbaar zijn in de Britse eilanden. Ik bedoel maar.

2016 was ook het jaar van de beteuterde gezichtjes, het eindeloze gezeurpiet, en het zacht gekreun. Het jaar waarin de desillusies zich opstapelden als pannenkoeken, en wel in een zodanig kort tijdsbestek dat men zich van de gekkigheid geen houding wist aan te meten tegenover de populistische monstergolf die ons op Europese beschavingsidealen gegrondveste continent dreigt te overspoelen. Die onmacht werd natuurlijk pijnlijk evident toen Donald Trump tegen alle verwachtingen in het presidentschap zeker stelde.

Geperoxideerde vortex

In eigen land manifesteerde een en ander zich in middels onze eigenste geperoxideerde vortex die, samen met al die andere vuurtjesstoker van de witte onderbuik in Europa, met zijn volksverlakkende fluitjes en belletjes bezig is door het electorale plafond te breken. Dit alles vindt plaats met zo’n voortrollende rotvaart, dat deze ontwikkeling door het touwtje-uit-de-brievenbus-hangende goedvolk als een acute aderlating wordt ervaren, met inbegrip van alle klassieke stadia van rouwverwerking: ontkenning, woede, etc., vanwege het weggevloeide bloed dat men had bewaard om de beoogde sociaaldemocratische renaissance mee te revitaliseren. Hierbij moet opgemerkt dat zelfs met een stabiele doorstroom van het bloed de beddingen tenslotte zouden zijn drooggelegd.

Omdat jullie mij kennen als optimist tegen beter weten in, een heraut van de hoop, wil ik u ook de parels in het papaver niet onthouden, want wat wil het geval? In 2016 werd onze nationale deugd gediagnosticeerd met een melanoom ter grootte van een granaatappel. Welke deugd, vraagt u? Wel, dat moet natuurlijk de bescheidenheid zijn: dat driftige calvinistische kutkliertje ergens tussen frontale- en temporale cortex dat de bescheidenheidstalg onverminderd blijft aanmaken, althans de gecorrumpeerde en gecompliceerde variant daarvan. In een land waar de karigheid vanouds de laurierkroon krijgt opgezet- en de uitbundigheid de doornenkroon- is het een verademing dat de Toon steeds meer in de verdrukking komt; die heeft ons lang genoeg geknecht gehouden in een staat van verlamming, op het catatonische af.

Deugpreken en Godwins

Er wordt hier ter lande dan wel breed gedweept met uitgesproken internationale denkers van linksprogressieve snit, in eigen land wordt zulks allerminst op prijs gesteld en in de regel smalend terzijde geschoven als hooghartig en zelfingenomen. De uitgesproken mens mag zijn bek houden, dank u vriendelijk: het lijkt er wel eens op dat alleen de totale doofstomheid als adequaat antwoord wordt beschouwd op de leegte waar wij ons in bevinden, voor zover leegte überhaupt van een antwoord kan worden voorzien.

Misschien vloeit een en ander voort uit de gedachte dat deemoed een inherente deugd is; dat men zich maar vooral zo stilletjes mogelijk houdt, om zijn deemoed als het ware kracht bij te zetten. Hij mag zijn deugpreken volstouwen met alle godwins van de wereld, maar laat hij er in geen geval mee pronken. Armlastigheid niet zozeer als morele eis dus, maar als iets dat tegemoet komt aan de goede smaak. Dezelfde reden dat de Nederlander er in al die tijd niet in is geslaagd zich van de loden calvinistenernst te ontdoen waardoor hij zich door opeenvolgende generaties kleingeestelijkheid opgezadeld weet. En dat werkt een hele tijd door, kan ik u vertellen- vooral als je, zoals ik, daarbij ook nog eens te kampen hebt met de erfelijke belasting van belabberde Veghelse roots. Maar gelukkig wil het geval dat juist nu een lijst is opgericht die de emancipatie der provinciaal tot speerpunt maakt teneinde hem vrij te vechten van zijn gemankeerde genetische predispositie. Maar dat, lieve mensen, is weer een ander verhaal.

Blind rondtasten in nevelschemer

Het moet gezegd: de idee van bescheidenheid als deugd werkt als een levensbeschouwelijke lullekooi, om een begrip uit het BDSM-handboek voor Beginners te lenen. Voor de leek: de “dick cage” (vrij vertaald) is een soort komkommervormige kuisheidsgordel die de dominatrix ter beschikking staat om het geslacht der slaaf te kooien, al dan niet bedoornenkroond met spaken en haken voor een stukje extra pijnbeleving, en waarvan alleen de meesteres de sleutel bezit. Fascinerend verschijnsel. Schijnbaar brengt deze onderworpenheid in het subject een beslist 14 karaats jubelgemoed teweeg, in die kringen omschreven als “sub” (note to self: snel patenteren voor mijn nog te verschijnen magnum opus over het sadomasochistische “lebensgefuhl” voordat een of andere plagiërende schim ermee vandoor gaat).

Wordt 2017 dus het jaar waarin de Nederlander eindelijk afrekent met de misvatting dat bescheidenheid gelijk staat aan bedachtzaamheid? Wordt 2017 het jaar van de grote teraardebestelling de nationale deugden? De tijd zal het leren. Eerst zal denkelijk nog een strijd moeten worden beslecht tussen zij die ons al volledig in de postmoderniteit plaatsen, althans in het vacuüm voorbij de grote verhalen, en zij die nog wat blind rondtasten in de nevelschemer van reeds verworpen idealen.

Ecce Homo

Ik zelf behoor tot de school die ons weliswaar voorbij de verhalen waant, maar zich terdege bewust is van het feit dat wij er in feite nog volledig door in beslag worden genomen. Ik vrees dat we net als iedereen in dit merkwaardige tweede decennium van de 21ste eeuw gewoon in de zeitgeist-file zullen moeten staan, want helaas: er zijn geen tijdbesparende binnenweggetjes die ons versneld van de moderniteit naar de postmoderniteit brengen kunnen.

Also, Ecce Homo. Gelukkig behoedt de ijdelheid hem voor de totale doofstomheid, zij het altijd met inachtneming van een soort vage boeddhistische lotusdeugd die ons verblijf in deze postmoderne guurte aangenaam watteert. En dit besef stemt tot nadenken. En tot deemoed. Waarmee we via een omweg toch weer bij de bescheidenheid zijn aanbeland. Zoveel Nederlander ben ik nog wel.