Falend toezicht inspecties ondermijnt vertrouwen in overheid

01-07-2018 17:58

Foto: Rapport met zeer krachtige naam ‘DOORPAKKEN!’ in handen van voormalig minister van VWS, Edith Schippers, met onderzoek uit 2012 over functioneren van Inspectie voor de Gezondheidszorg.

 

In een economisch welvarend land mogen burgers hoge eisen stellen aan veilige producten, goed onderwijs en goede zorg voor iedereen. Die zekerheid en dat vertrouwen moet de overheid voor hen borgen door goede wet en regelgeving en een strikte handhaving, controle en toezicht op die specifieke regelgeving. En aan dat laatste ontbreekt het nogal eens. Met alle negatieve gevolgen van dien voor het vertrouwen van de burger in hun overheid op voor hen essentiële terreinen van de samenleving.

Falende bestuurders zelden naar huis gestuurd

Een belangrijke oorzaak van het falend toezicht door inspecties wordt veroorzaakt door een veel te lakse houding als misstanden gemeld worden en het te gemakkelijk verschuilen achter een tekort aan toezichthoudende en controlerende medewerkers – dat laatste mede als gevolg van bezuinigingen van de overheid. Meer mensen aannemen en een minder passieve houding als misstanden gemeld worden kan een oplossing voor dit probleem zijn. Maar efficiënter zou het zijn als een hardere en meer sanctionerende aanpak van falende bestuurders en interne toezichthouders de nieuwe norm van toezicht door de overheid zou worden.

We kennen in Nederland op papier een goede structuur van goed bestuur (governance) en het toezicht op bestuurders en instellingen. Een raad van toezicht om toezicht te houden op het bestuur en de instelling (intern toezicht) en daar bovenop het onder de overheid vallende toezicht uitgeoefend door de verschillende inspecties (extern toezicht). Opvallend in de praktijk van het toezicht houden is het feit dat we wel wet en regelgeving hebben om falende bestuurders en toezichthouders aan te pakken en aansprakelijk te houden voor misstanden, maar dat alleen bij hoge uitzondering die sanctionerende regelgeving daadwerkelijk wordt toegepast. Falende bestuurders worden bijna nooit door de interne toezichthouders naar huis gestuurd als er sprake is van ernstige misstanden.

Ons kent ons

We kennen in Nederland bij met gemeenschapsgeld gefinancierde instellingen een omvangrijke bestuurderscultuur met een hoog ons kent ons en vriendjes gehalte. En dat verschijnsel zorgt ervoor dat bestuurders en interne toezichthouders bij die instellingen te weinig onafhankelijk ten opzichte van elkaar staan als werkgever en werknemer om goed bestuur en integer onafhankelijk intern toezicht te kunnen waarborgen. En die zelfde “ons kent ons” cultuur zorgt er ook voor dat bestuurders heel gemakkelijk weg kunnen komen bij ernstige misstanden. Vaak met een voor de bühne bestemde simpele opmerking; ‘we herkennen ons niet in de geschetste situatie’, ‘we gaan een onderzoek instellen’ of ‘we nemen de conclusies van het onderzoek ter harte’. Om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag zonder zich verder echt druk te maken over de gesignaleerde misstanden.

Reputatieschade voor de verantwoordelijken

Een uitgekiend beleid van naming en shaming en mitsdien ernstige reputatieschade van aantoonbaar falende bestuurders en interne toezichthouders zal het controlerend werk van de inspecties aanzienlijk kunnen verlichten.

Als na gedegen onderzoek ernstige misstanden door de inspecties worden vastgesteld zal dat automatisch reputatieschade voor de eerst verantwoordelijken van die organisatie bij voornoemd beleid opleveren. Gecombineerd met een snellere aansprakelijkheidsstelling zal deze beleidswijziging een zeer effectieve preventieve uitwerking hebben om misstanden te kunnen voorkomen.

Maar ook een goede bijdrage kunnen vormen aan het herstel van vertrouwen dat burgers moeten kunnen hebben in de controlerende en handhavende taken van hun overheid. Zeker als het gaat om veilige producten, goed onderwijs, goede zorg en andere voor hen belangrijke zaken.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens