Essay

Van horrormoord op Anne Faber heeft de ‘rechtstaat’ helemaal niets geleerd

06-11-2018 17:02

Alstublieft Nederland oneindig kansenland, net na de gruwelverkrachting plus moord op Anne Faber door een vrij rondlopende psychopaat die helemaal niet vrij rond had mogen lopen omdat hij al eerder op gruwelijke wijze meisjes had verkracht stuurt de ‘rechtstaat’, die burgers juist zou moeten beschermen tegen verkrachtende en moordende monsters,  gewoon wéér een levensgevaarlijke gek vrij de straten op en de maatschappij in. Het sociale experiment zal en moet doorgaan, het gebefte geboefte zal en moet deugen, uw dochters en zonen zullen en moeten daarvan slachtoffer worden, steeds maar weer. De stapel met lijken is nou eenmaal nooit hoog genoeg, er kan altijd meer bij.

Deze keer is het de kinderverkrachter en kindermoordenaar van de destijds 13-jarige Sybine Jansons die op uw onschuldige kinderen wordt afgestuurd, omdat elk mens in dit land van lauwe melk en mierzoete honing nou eenmaal een oneindige hoeveelheid kansen verdient (tenzij het natuurlijk een blanke heteroseksuele man is die #Metoo heeft gepleegd of iets ‘racistisch’ heeft gezegd op Twitter, die verdienen nooit een tweede kans, die moeten voorgoed kapot, want #Metoo en ‘racisme’ is in Nederland anno 2018 vele malen erger dan het verkrachten en vermoorden van een onschuldig kind en blanke heteroseksuele mannen zijn bloedschuldig én erfzondig aan ál het leed).

Het monster trok in 1999 Sybine Jansons van haar fiets en vergreep zich als ‘een roofdier’ aan haar lichaam om haar daarna af te slachten. En dat net nadat hij was vrijgekomen na een toch al te slappe straf wegens het serieverkrachten van een reeks vrouwen. Terwijl de nabestaanden van Sybine nog niet eens aan rouwen waren toegekomen omdat haar ontzielde lichaam onvindbaar was, verkrachtte het roofdier nog eens twee vrouwen.

Je kunt het haast geen roofdier meer noemen: zelfs roofdieren raken wel eens verzadigd.

In 2000 werd hij weer veroordeeld, uiteraard viel de straf in hoger beroep nóg lager uit, nu mag hij dus alweer gewoon vrij op onbegeleid ‘verlof’. En dat terwijl iedereen weet dat hij daar nog niet klaar voor is, nooit klaar voor zal zijn als ‘roofdier’, en dat hij, manipulatief als hij is, die hele tot op het bot verdorven softe sector, de sociotherapeutes en fopwetenschappers der psychologie, de goedgelovers, bijgelovers, wensdokters en sjamanen, de ware slippendragers van het kwaad, die nuttige idioten van de kwaadste ideologie van alle kwade ideologieën, om de tuin heeft geleid.

Leest u even deze snoeiharde maar door tallozen meegeleefde en begrepen hartenkreet van een oud-rechercheur in De Telegraaf (het enige MSM dat wél kritische vragen stelt):

“De man is niet te behandelen en mag nooit meer op straat komen. Dat beweer ik niet alleen, maar met mij alle deskundigen. Al heel lang, al zo’n twintig jaar. Nu zou hij zijn omgedraaid, als een blad aan een boom?

Het is een grote manipulator. Als je ziet hoe hij zijn slachtoffers gemanipuleerd heeft, zich anders voordoet dan hij is, vertrouwen wekt bij slachtoffers. Het kan niet anders dan dat hij zijn behandelaars om de tuin leidt.”

Nog krachtiger is de reactie, de noodkreet, een poging werkelijk lijden vorm te geven, van een oud-militair die destijds naar het stoffelijk overschot van Sybine Jansons, een minderjarig kind, uit het leven gerukt en aan stukken gescheurd voor de lust van één roofdier dat zich telkens vermomt als ‘mens’, heeft moeten zoeken, een zoektocht naar een kinderlijk (er is welhaast niets weerzinwekkender denkbaar dan het moeten vinden van een kinderlijk):

“Jarenlang heb ik een blind en onwrikbaar vertrouwen gehad in onze rechtsstaat. Hoe verstoord en zelfs versplinterd is inmiddels dat beeld. Waarom moeten ouders tegenwoordig beducht zijn wanneer hun kinderen zich in bepaalde gebieden of wijken moeten begeven, op weg naar school, de sportvereniging, de winkels enzovoort. Wat wordt ons land aangedaan en waarom? Wie zijn die mensen achter die beslissingen. Wat beweegt en bezielt hen om bewezen onverbeterlijke psychopaten en lustmoordenaars, die het op de zwaksten onder ons hebben voorzien, weer op de samenleving los te laten? Hebben die mensen zelf geen kinderen, geen neefjes en nichtjes, geen ouders?”

Hear, hear!

Inderdaad: waarom worden de monsters en psychopaten steeds maar weer op ons afgestuurd? Hebben de mensen die deze beslissingen maken dan zelf geen kinderen? Hoe slapen die mensen dan? Is de stapel lijken van onschuldige burgers die moesten boeten voor een al lang achterhaald, verderfelijk en totaal krankzinnig ideologisch sociaal experiment dan echt nooit hoog genoeg?

Neen.

Wie stopt dan deze waanzin? Wie stopt dit oneindige leuren met al even oneindig vaak bewezen failliete sociale maakbaarheidstheorieën van telkens dezelfde Marxistische snit, deze religieuze vernietigingsdrang van alles wat onvoldoende lijdt, te weinig offert of ‘t bestaan zonder boete doen te vanzelfsprekend vindt?

Maar waarom willen sommigen zo graag, ten koste van alles, met alle geweld, desnoods ten koste van hun eigen kinderen, zo weerzinwekkend, gekmakend graag de monsters en gekken in hun eigen samenleving blijven verwelkomen? Waarom zetten ze hun eigen kinderen wel in een kinderzitje op de achterbank van hun auto, leren ze hun kinderen veilig aan de rechterkant van de weg fietsen, halen ze hun kinderen op van schoolfeestjes zodat ze niet in het donker over straat hoeven, leggen ze rubberen tegels onder het klimrek, laten ze hun kinderen niet te vroeg drinken, waken ze voor tabak- en drugsgebruik, voeden ze zorgvuldig op over seksualiteit en hedendaagse risico’s, waken ze zonder ooit focus te verliezen als een kloek over haar kuikens en zijn ze desnoods bereid het leven te geven voor hun kinderen, ja, alles, alles, alles voor het welbevinden van hun kinderen, maar weigeren ze tegelijkertijd om hun kinderen te beschermen tegen dat ene bestaande, reeële, aanwezige, ontegenzeggelijk kwade gevaar? Wat is toch zo diep in ons gevaren dat we bereid zijn tot het welhaast religieuze offer van onze eigen kinderen op het altaar van ‘menselijkheid’ en ‘medelijden’? Waarom willen we zo graag de achterdeur op een kiertje houden terwijl de voordeur het bijna begeeft onder het gewicht van sloten, knippen en grendels?

Is het wellicht de christelijke erfenis van onze maatschappij? Het verlangen tot zelfkastijding? De onbewuste maar diep doordrongen gedachte dat echte goedheid, echt deugen, alleen kan bestaan naast het lijden, zoals het lijden van Jezus de genade van het oneindige Goddelijke moest uitdrukken? Het lijden als verlossing, de wederopstanding na de dood, lijden als aankondiging van eeuwig leven?

Is het misschien dat onuitroeibare medelijden met ‘de zwakkeren’, dat wordt geprojecteerd op de verkeerden, zij die juist niet lijden maar het leed zelf opzoeken en verdienen, die we ‘de zwakkeren’ noemen terwijl het in werkelijkheid juist de sterkeren zijn en de echte zwakkeren tegen hen in bescherming moeten worden genomen?

Waarom toch zijn we zo gefascineerd door, en betrokken bij, juist de allergrootste en meest gevaarlijke misdadigers, veroorzakers van de grootste kwaden? Waarom draait er op elk willekeurig documentairefestival altijd weer een documentaire die inzichtelijk moet maken hoe vreselijk het is om ter dood te zijn veroordeeld of om levenslang te moeten vastzitten, maar nooit een documentaire die inzichtelijk maakt hoe uitzichtloos en oneindig het lijden van nabestaanden en slachtoffers van dat kwade is?

Waarom toch altijd weer die intense behoefte ons van onze eigen zonden schoon te wassen door juist de allergrootste zonden van de allergevaarlijkste misdadigers te vergeven, en te bagatelliseren, en te reduceren, tot ‘vermijdbare’ en ‘aanpasbare’ externe ‘omstandigheden’, die vooral uiting geven aan een onwrikbaar geloof in een aards paradijs dat voorgoed vrij zal zijn van al het leed als iedereen maar gelijk is en iedereen maar kansen krijgt en iedereen maar in de juiste omstandigheden opgroeit, vrij van armoede en discriminatie, en, als het even kan, liever niet in een kapitalistische maatschappij, succes van anderen is immers altijd een boosdoener, met voldoende ‘menselijke’ begeleiding, uiteraard op kosten van de staat, ook al weet iedereen dat dit paradijs in werkelijkheid nooit zal bestaan, dat een leven vrij van leed nog nooit was, nooit is en nooit zal worden geleefd en dat het bestaan zoals wij dat kennen en noodgedwongen moeten ervaren in al onze beperktheid nimmer zal zijn zonder het ongenadig benadelen, in willekeur, van velen en het onvermijdelijke ontstaan van ongelijkheid, omdat dit niets anders is dan de bittere realiteit van dat wat we zijn, heel beperkt en heel tijdelijk, en niets meer dan dat.

Is het de holocaust wellicht? De oorlog? Ons on-herijkbare morele kompas dat bij ‘gevangenschap’ en ‘straf’ en ‘boete’ nog altijd wijst naar volgepropte veewagons en vernietiging op industriële schaal? Als dat zo is, moet de andere zijde van de kompasnaald dan niet wijzen naar al die mislukte samenlevingen waarin keer op keer is geprobeerd vorm te geven aan de maakbare mens, de aanpasbare maatschappij, en het paradijs op aard, die evenveel, of nog veel meer slachtoffers hebben geëist? Zij het niet op industriële schaal, maar wel als resultaat van nauwkeurige, berekende, bewuste en voorbedachte planning. In alle samenlevingen waarin ‘de misdaad niet bestaat’ was de enige ware misdaad die van het ontkennen van misdaad en het offeren van talloze onschuldigen aan de ontkenning van dat wat niemand onder ogen mocht krijgen.

Nu staan we weer hier op dit kruispunt. Voor de zoveelste maal. Hartenkreet, na angstkreet, na wanhoopschreeuw, na walging, na ophef, na ontzetting, na onbegrip, na verbijstering, na slachtoffer, na slachtoffer, na slachtoffer, na slachtoffer, lijk op lijk, lichaam op lichaam, kind na kind, zijn we nog steeds helemaal niets opgeschoten. Revoluties in politiek en media, industriële voortgang, grote sprongen van welvaart voorwaarts, groei van inzicht, verandering van maatschappij en aangepast gedrag ten spijt: het medelijden, dat gevaarlijke en onnozele medelijden met de allergrootste misdadigers, het is de grootste fout die, zo zal de geschiedenis uiteindelijk oordelen, ooit is gemaakt in al die duizenden jaren van beschaving. Een weeffout van een systeem waarbij zelfs het grootste menselijk falen zal verbleken, alsof oren steeds maar weer doof bleven, ogen stekeblind, alsof er nooit iets is gezegd, alsof er nooit een schreeuw is gehoord, het lijden altijd ongezien bleef en niemand iets heeft opgemerkt.

Alsof alles kan, mag en zal veranderen, maar het sturen van wolven tussen de lammeren een rotsvaste voorwaarde blijft van een publieke moraal die als een fetish het onacceptabele op afstand moet houden en de niet bestaande Goden tevreden moet stellen met bloedoffers.

Hoe slapen eigenlijk de rechters die destijds Michael Panhuis, het Monster van Den Dolder, na een gruwelijke dubbele verkrachting van twee minderjarige meisjes weer zo snel de straat op stuurden? Hoe slapen zijn behandelaars, die sociotherapeutes, die psychologes (in dat sociale wonderland van magisch en soft wensdenken is van het onderdrukkende patriarchaat gek genoeg zelden iets te merken) met hun ‘opendeurenbeleid’ ‘constructief behandelklimaat’ als strafklimaat en ‘woede is ook mar onmacht’ als Abracadabra en Simsalabim om al het ware dat niet mag worden gezien te kunnen begoochelen?

Slapen ze goed en zonder zorgen? Liggen ze dan niet wakker tot het ochtendgloren zoals alle schuldigen? Als dat zo is, hoe is dat dan mogelijk? Is dat niet juist wat mislukt is in deze maatschappij? Dat we ons hebben weten te verzoenen met het offeren van onze kinderen en onze vrouwen en de mannen en de ouderen aan een heilloos bijgeloof in ‘het toekeren van de andere wang’ en het bieden van ‘nieuwe kansen’, tot in het oneindige, zodat de gruwelijke waarheid van het bestaan voor altijd voor ons uit kan worden geschoven en we onze onbewuste maar diep gewortelde overtuiging van eeuwige zonde van ons af kunnen blijven wassen?

Hoe slaapt de hoofdbehandelaar van een tbs-kliniek die de Golem heeft gewekt? Hoe slaapt de rechter die alle hekken openzet en het roofdier zijn onverdiende vrijheid gunt? Hoe slaapt de wetgever met de wetenschap dat zijn wetten onvermijdelijk slachtoffers zullen maken, dat zijn wetten leidend zijn in het laten bestaan van onmenselijke gruwelijkheden?

Hoe slapen zij dan, zij die uiteindelijk zelf schuldig zullen zijn aan de moord en verkrachting van hun eigen kinderen? Zij die hun kinderen genadeloos op het offerblok hebben gelegd en geen krimp of kik hebben gegeven terwijl hun eigen kind lag dood te bloeden, om een onzichtbare en nooit gekende god tevreden te kunnen stellen?

Ik ben doodsbang dat juist zij elke nacht slapen als een roos, nooit geplaagd door boze dromen. Beter dan u en ik ooit zullen kunnen slapen. Dat juist zij het beste zullen slapen, is de grootste angst van alle angsten.