Weten & Tech

Doorstroming HAVO naar VWO makkelijker, gelijkheid boven excellentie

10-01-2019 10:16

Minister Arie Slob (Voortgezet Onderwijs) gaat het makkelijker maken voor havoscholieren om door te stromen naar het vwo. Scholen gebruiken nu nog verschillende toelatingseisen. De minister onderzoekt of er één toelatingseis kan komen bijvoorbeeld dat een leerling acht havovakken moet hebben afgerond in plaats van zeven.

“Iedere havist verdient een eerlijke kans om na het behalen van een havodiploma door te stromen naar het vwo. Alle leerlingen verdienen de kans om het maximale uit zichzelf te halen. Ook als je bijvoorbeeld wat later bloeit dan je klasgenootjes”, aldus Slob in een verklaring. Hij hoopt dat het in het schooljaar 2020/2021 zover is.

Al eerder is aangekondigd dat de doorstroming van vmbo’ers naar de havo versoepeld wordt. Slob stuurt de wetswijziging hiervoor eind februari naar de Tweede Kamer.

Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) is positief gestemd over de aankondiging van Slob. De scholierenorganisatie geeft aan dat het belangrijk is voor een doorlopende leerlijn en het wegnemen van verschillen tussen scholen. Volgens het LAKS zitten er echter nog wel een aantal onzekerheden aan vast. “Het is belangrijk dat scholen geen moeilijke eisen gaan stellen voor bijvoorbeeld het volgen van een extra vak, dan blijft de drempel bestaan”, aldus Jordy Klaas, voorzitter LAKS. Het LAKS gaat bij scholieren peilen wat volgens hen goede eventuele aanvullende eisen voor de doorstroom zijn.

Naast die toelatingseisen, hoopt het LAKS vooral dat het ministerie scholen ook zoveel mogelijk gaat helpen om leerlingen te informeren en voldoende te begeleiden. Klaas: “Leerlingen moeten al vroeg nadenken over bijvoorbeeld de profielkeuze. Hier kan wat je kiest al belangrijk zijn voor de doorstroom naar het vwo. Daar moet je dan dus al over nadenken.”

Bijna alle vwo-scholen stellen toelatingseisen aan een doorstromende havo-leerling. Uit onderzoek blijkt dat 42 procent van de vwo’s af en toe een havist niet toelaten, bij 13 procent gebeurt dat (zeer) regelmatig.

(ANP)