De pensioencrisis in Nederland is niet los te zien van de vertrouwenscrisis in de politiek

11-04-2019 20:39

De pensioencrisis duurt nu al meer dan 10 jaar en is voor het grootste deel veroorzaakt door politici die niet afhankelijk zijn van een goed pensioen omdat zij tot ver na hun AOW-leeftijd lucratieve banen hebben. Voor een pensioenakkoord is medewerking van de vakbeweging nodig, terwijl gepensioneerden en jongeren niet naar hun mening wordt gevraagd.

De belangrijkste oorzaken van de pensioencrisis zijn:

  1. De wettelijke ‘nul-status’ van gepensioneerden met betrekking tot hun eigen pensioen, zijnde uitgesteld loon. Alleen werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid gaan over onze pensioenen. De vraag is of deze ‘nul-status’ van gepensioneerden grondwettelijk wel zo kan. Is het nou zo moeilijk om de KNVG uit te nodigen?
  2. De hybride vakbondstructuur. Na pensionering kan men zonder baan, voor half geld, lid blijven van een werknemersorganisatie als de FNV. IJveren voor bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar én voor de legitieme rechten van gepensioneerden gaan niet samen. Maar de enige partij in de Tweede Kamer die zegt voor gepensioneerden op te komen heeft ook een hybride grondslag.
  3. De internationaal gezien lage rekenrente in Nederland.
  4. Het verplicht leveren van goedkoop geld voor de rijksbegroting waardoor de pensioenfondsen volgens het pensioenfonds PPGM per jaar circa 7 miljard euro beleggingsresultaat mislopen. Daardoor halen de pensioenfondsen gemiddeld een kwart minder rendement.
  5. De kabinetten Lubbers en Kok hebben bij het pensioenfonds ABP veel geld uit de kas van dit fonds gehaald.
  6. Werkgevers hebben moeite met het nakomen van pensioenverplichtingen.
  7. Er blijft teveel pensioengeld aan strijkstokken hangen.

De pensioencrisis in Nederland is niet los te zien van de vertrouwenscrisis in de politiek, veroorzaakt  door een structureel democratisch tekort en door onopgeloste maatschappelijke problemen. Drie kabinetten Rutte hebben het beeld van bijna jaar jaar crisismanagement bepaald. Kern daarvan is de VVD, die helaas steeds zelfgenoegzamer is geworden vanuit een soort ‘alles moet-kunnen-mentaliteit’ (particulier vuurwerk, drugs, 130 km rijden op de snelweg, fossiele open haarden/barbecues, pretvluchten etc.).

Van de personen van 65 tot 75 jaar vindt 42% dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland (CBS). De samenleving is volgens driekwart van de Nederlanders gepolariseerd (SCP). De kabinetten Rutte hebben daar flink aan bijgedragen (immigratie en integratie, klimaat, pensioen). Die polarisatie heeft een hoog prijskaartje. In een aantal beroepssectoren is het ziekteverzuim zeer hoog, zoals in de zorg, politie en onderwijs. Dat is dan weer aanleiding voor vakbonden om te pleiten voor hogere beloning, bevriezing van de  AOW-leeftijd op 66 jaar en een lijst voor zware beroepen.

Mede door de gespannenheid in de samenleving zijn grote thema’s, zoals de pensioencrisis, te laat aan de oppervlakte gekomen. Burgers denken pas laat over hun pensioen na. Zij beseffen daarbij onvoldoende dat een relatief lage AOW-of pensioenleeftijd met een snel groeiend aantal AOW-ers en een hoog aanvullend pensioen tegenpolen zijn.

Voor een toekomst met perspectief is een visie nodig, niet alleen bij het pensioenvraagstuk, maar bij alle belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Sommige politici vinden een visie een hinderpaal die het uitzicht op het dagelijks leven belemmert. Maar ondertussen krijgt Nederland al circa tien jaar  te weinig antwoord op de vraag hoe we het beste kunnen omgaan met de globalisering van de wereldeconomie. Multinationals dwingen nationale regeringen tot onverantwoord lage winstbelastingen, ten nadele van het MKB en de burgers. De vermogensongelijkheid neemt daardoor alsmaar toe.

Maatschappelijke regels, fatsoensnormen en wederzijds respect staan in Nederland onder druk. Er komen er steeds meer signalen van infiltratie (-pogingen) van de onderwereld in de handhavende macht (met name politie en douane), en van bedreigingen van burgers, doktersassistenten, conducteurs, leraren, burgemeesters en andere bestuurders. Hulpverleners worden bedreigd tijdens hun werk. In tal van beroepssectoren is de werkdruk door al deze ontwikkelingen sterk toegenomen. De oplossing is niet het vluchten in een stagnerende AOW- of pensioenleeftijd, maar het aanpakken van de werkelijke problemen.

De afschaffing van het raadgevend referendum, zonder een reëel alternatief te bieden, is een cruciale fout geweest van het kabinet Rutte III. Het was het laatste instrument voor directe invloed op belangrijke besluiten in de landelijke politiek. De minister-president is nu tot een soort zonnekoning gepromoveerd die zijn eigen persoonlijke agenda, zoals de afschaffing van de dividendbelasting, kan proberen door te drukken. Ook dat ondermijnt het vertrouwen.

De koopkracht van de pensioenen wordt afgebroken door het beleid van de kabinetten Rutte via de nationale rekenrente voor pensioenfondsen, via fiscale- en premiemaatregelen, en daarnaast door aanmoedigingen aan het bedrijfsleven om de lonen te verhogen. Sinds de start van het eerste kabinet Rutte zijn de prijzen met 15% gestegen. Volgens het Nibud zijn alle gepensioneerden tussen 2010 en 2019 (dus tijdens de kabinetten Rutte) met meer dan 5.000 euro aanvullend pensioen per jaar er in koopkracht op achteruit gegaan. Werkenden gingen er blijkens cijfers van het Nibud veel minder op achteruit: 2,6% (dankzij een loonstijging van gemiddeld 11,3%).

Gepensioneerden (en uitkeringstrekkers) blijken bij nieuwe fiscale- en zorgpremieplannen steeds weer het kind van de rekening te zijn, zoals nu ook weer blijkt uit de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord door het CPB (maart 2019). Dit blijkt ook weer uit het artikel van prof. mr. Jos Teunissen in ThePostOnline. Gevolg van de fiscale en premiepolitiek van de kabinetten Rutte is ook dat het fiscale en premiestelsel nodeloos ingewikkeld is geworden, met negatieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid.

Bij de afbouw van de fiscale algemene heffingskorting en gelijktijdige verhoging van de arbeidskorting en verhoging van het onderste belastingtarief met 4% zijn de gepensioneerden achtergesteld. De gepensioneerden bleven de inkomensafhankelijke inkomensbijdrage (5,7% van het inkomen) voor de Zorgverzekeringswet zonder compensatie zelf betalen, terwijl die voor werknemers sinds 2013 door de werkgevers wordt gedragen.

Het is bijzonder laf om de belastingverlaging voor werkenden en bedrijfsleven mede te financieren uit een BTW-verhoging op gezonde voeding (van 6% naar 9%), waartegen gepensioneerden zich niet kunnen verdedigen.

Verkiezingen bieden geen soelaas, omdat zowel partijen links als rechts om het kabinet de pensioenproblematiek niet hoog op de agenda hebben staan, en omdat zowel VVD, CDA als PvdA hebben meegedaan aan het wegsluizen van APB-reserves.

Het nieuwe stelsel dient democratischer, transparanter en weerbaarder tegen misstanden te zijn. Het pensioenmanifest van publieke omroep MAX is een stap in de goede richting, maar er is meer nodig:

  1. Een sterker preventiebeleid voor alcohol, drugs, tabak, gokken om de gezonde werkbare periode en de periode na de AOW-ingangsdatum te verlengen.
  2. Voorlichting om de huidige pensioengerichtheid van werknemers om te buigen naar toekomstgerichte arbeidsperspectieven.
  3. Erkenning van pensioendeelnemers als direct belanghebbenden en juridisch eigenaren van hun pensioen, met reële toegang in de advies- en toezichtstructuur.
  4. Een verbod op hybride vakbonden van werkenden en gepensioneerden.
  5. Een wetenschappelijk en onafhankelijk onderzoek naar netwerkcorruptie in het pensioensysteem in Nederland mede in relatie tot de EU.
  6. Publicatie van álle inkomens van de bestuurders in de pensioenwereld.
  7. Toepassing van de Wet normering topinkomens in de hele pensioenwereld in Nederland (en De Nederlandse Bank).
  8. Bijbanen met belangenconflicten, of nadelen voor gepensioneerden, worden verboden. Inkomsten uit bijbanen worden verrekend met die van de hoofdbetrekking.
  9. Toepassing van de WOB op de Nederlandse pensioenwereld.
  10. Geen commerciële pensioenwereld bij eventuele individualisering van pensioenpotten.
  11. Geen bonussen voor buitenlandse beleggers van Nederlands pensioengeld zonder even zware malus.
  12. VOG-verklaring en integriteitstoets voor alle pensioenfondsbestuurders.
  13. Geen geheime contracten met buitenlandse beheerders of beleggers.
  14. Blacklist voor malversaties bij pensioenfondsen, vermogensbeheerders en toezichthouders.
  15. Einde aan de fiscale en premieachterstelling van gepensioneerden.
  16. Vermindering van de belastingvoordelen van zzp-ers waaronder geen AOW-premie over de eerste 24.000 euro inkomsten.
  17. Toepassing van een reële rekenrente en indexering van de huidige pensioenniveaus met terugwerkende kracht.
  18. Een rechtvaardiger pensioenopbouw voor vrouwen.
  19. Deeltijd-AOW voor oudere werknemers.
  20. AOW-premie naar kostendekkend niveau in 20 jaar.
  21. Waardevast in plaats van welvaartsvast maken van de AOW.
  22. Verhoging van de AOW-leeftijd tot 70 jaar in 2025, vanaf 2025 de AOW-leeftijden meestijgen met gezonde levensverwachting.
  23. Teruggave van de gederfde opbrengst door de verplichte beleggingen in laagrentende staatsleningen.
  24. Teruggave van de greep in de kas van het ABP door de kabinetten Lubbers en Kok.
  25. Geen afschaffing doorsneepremie.
  26. Compensatie voor jongeren voor premiebetalingen voor de VUT.
  27. Fiscaal maximale lijfrenteperiode verlengen van 20 naar minimaal 30 jaar.
  28. Pensioenfondsen financieren geen huizen of appartementen meer waarin geen gasten-WC is voorzien.

We kunnen de pensioenplannen van minister Koolmees toetsen op bovenstaande 28 punten. Hopelijk maakt Rutte net als bij de onderwerpen dividendbelasting, Europa, en klimaatakkoord alsnog een draai ten goede.

Volgens de minister-president hebben de gepensioneerden het beter dan vorige generaties gepensioneerden. Dat is vanzelfsprekend. Vorige generaties hadden geen of nauwelijks aanvullend pensioen, maar dat is geen reden om het pensioensysteem nu af te breken. Solidariteit met jongeren is prima, maar het is  misplaatste schaamte van veel gepensioneerden om niet tevens voor hun eigen legitieme belangen op te komen. Wat dat betreft kunnen veel gepensioneerden nog veel leren van hun assertieve kinderen en kleinkinderen.