Opinie

Auke Zijlstra – Volgens de EU wil slechts een kleine minderheid de EU verlaten #Nexit

27-04-2019 14:44

Nu.nl bracht vrijdag het nieuws dat slechts een heel beperkt aantal mensen in Nederland een werkelijke nexit zou willen. Waar kwam die wijsheid vandaan, en klopt dat wel?

Het ging om de uitslag van een enquête door bureau Kantar in opdracht van het Europees Parlement. Zoals bij alle steekproeven zijn er meerdere problemen op te lossen. Ten eerste de statistiek. Zijn er voldoende mensen gevraagd, en zijn die voldoende willekeurig gekozen om te kunnen stellen dat de steekproef representatief is voor de hele bevolking? In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken kun je, afhankelijk van het onderwerp, met opvallend weinig deelnemers toch wel iets zeggen over de bevolking als geheel. In dit geval zijn er 1026 mensen geïnterviewd in Nederland en dat is niet heel weinig. Onduidelijk is echter of de selectie voldoende willekeurig was.

Het tweede probleem met steekproeven is altijd de vraagstelling. Kwantitatieve vragen (‘hoe oud was u toen u trouwde?’, bijvoorbeeld) zijn gemakkelijk, hoewel ook niet foutvrij. Bij kwalitatieve vragen wordt het anders, die moeten door de enquêteur worden geïnterpreteerd en in categorieën worden gestopt. ‘Heeft de politie aan uw verwachtingen voldaan’, werd mij eens gevraagd in een enquête omdat ik net aangifte had gedaan. ‘Ja’, zei ik, waarop de interviewer verrast reageerde dat het fijn was dat ik tevreden was. Ik had echter niet verwacht dat de politie iets ging doen, en die verwachting kwam uit. Maar ik was natuurlijk uiterst ontevreden. Mijn antwoord werd dus verkeerd geregistreerd.

De vraagstelling heeft derhalve een effect, en je kunt je altijd afvragen of de interviewer dat weet, en juist daarom de vraag op deze manier stelt. De Eurobarometer, een door de Europese Commissie opgestelde enquête, stelde eerder de vraag: ‘moet de EU meer doen aan het bestrijden van werkloosheid?’. Nou, dat wisten de werkloze burgers wel: meer! Dus schreef de EU: de burgers willen dat het sociaal-economisch beleid naar Brussel gaat. Want de EU ging helemaal niet over werkgelegenheid, er staat alleen in het Verdrag dat er gecoördineerd moet worden tussen de lidstaten. Maar wisten die burger dat de vraag een constitutionele vraag was en niet werkelijk ging over werkloosheid? Natuurlijk niet.

Komen we bij deze enquête. Ik kijk naar de cijfers en er valt me direct iets op: 62% van de Nederlanders zegt ‘zeker’ te gaan stemmen. Daar moet een gedeelte van de ‘misschien’ nog bij  en dan komt het totaal op maximaal 88%, en dat betekent meer dan een verdubbeling van het aantal mensen dat gaat stemmen. Zelfs meer dan bij Tweede Kamerverkiezingen. Maar nergens weten minder mensen dat er verkiezingen aankomen dan in Nederland, zelfs minder dan vorig jaar. Dan moeten alle alarmbellen afgaan, er zit iets niet goed in de selectie van de steekproef, of er zijn sociaal wenselijke antwoorden gegeven. Een goede enquête bevat daarvoor controlevragen maar dat lijkt hier niet het geval. Het rapport geeft ook geen enkele informatie over de manier waarop de selectie van personen heeft plaatsgevonden, of hoe de interviews zijn afgenomen, behalve dat het face-to-face gesprekken waren. Die zijn berucht om het geven van sociaal wenselijke antwoorden. In die gesprekken is eerst ‘gescreend’ hoe oud de personen waren om te bepalen of ze zelf wel toestemming mochten geven voor het stellen van gevoelige vragen die onder de privacyrichtlijn vallen.De jongste deelnemers waren namelijk 15 jaar oud. Het onzekerheidsinterval, voor de kenners, is maximaal 3,1%.

Ook de belangrijkste onderwerpen voor de kiezer lijken meer op de eigen agenda van het Europees Parlement: klimaatverandering is het allerbelangrijkste voor de Nederlandse kiezer, gevolgd door de interne structuur van de EU en de macht van het Europees Parlement. Daarvan vindt de meerderheid dat die macht moet worden uitgebreid. Ook vinden Nederlanders het meer dan gemiddeld belangrijk dat jeugdwerkloosheid wordt aangepakt. We hebben echter veel minder jeugdwerkloosheid dan andere lidstaten. Onduidelijk is waarom nu juist dat belangrijk is voor de Nederlandse kiezer. Het belang van immigratiebeleid is juist fors gedaald, en dat over de hele linie.

Als er ter controle was gevraagd wat men van plan was nationaal te stemmen, en dat ook had gepubliceerd, waren er wat meer conclusies te trekken geweest. Laat ik nu voorzichtig concluderen dat de antwoorden niet in overeenstemming zijn met wat we leren uit andere steekproeven. De Hond peilde bijvoorbeeld op 30 september 2018 dat 30% van de Nederlanders voor een nexit zou stemmen. Bij FvD was dat 76% en bij de PVV 84%. De Hond publiceert zijn methode wel.

Helemaal in het begin van het rapport staat dat de enquête niet direct tot doel heeft om het publiek mee te benaderen, maar primair is bedoeld voor Members and staff of the European Parliament to assist them in their parliamentary work.

Laat ik het daar dan ook maar op houden.