Achtergrond

Auke Zijlstra – Herinneringen aan mijn leraar en vriend Hans Jansen die vandaag 4 jaar geleden overleed

05-05-2019 14:38

Er zijn mensen die een invloed op je hebben, iets waardoor je denken verandert voor de rest van je leven. Je ouders natuurlijk, je kinderen, oude liefdes, nieuwe liefdes, die ene leraar, een goede vriend. Hans was die laatste twee. Ik heb het over Hans Jansen. Arabist, hoogleraar, en erudiet. En PVV-er. Toen ik hem voor het eerst ontmoette, kende ik zijn werk natuurlijk, wie niet? Zijn stukjes op Hoeiboei, maar ook zijn boeken, ik had al van alles van hem gelezen. In de periode voor de verkiezingen van 2014 voor het Europees Parlement zat ik vaak met mijn collega Lucas Hartong te praten over wie wij op de lijst verwachtten. Daar zat Hans ook bij.

Ik kwam opnieuw op de lijst. Iedereen op de lijst werd verwacht in de Tweede Kamer in de fractiekamer om de lijst ook te tekenen. Er was niet bekend gemaakt, in ieder geval niet aan mij, wie er allemaal op stond. Ik bleek iedereen te kennen, maar Hans alleen van naam. Hij stond hoger dan ik, hij op vier en ik op vijf, en hij bleek na het tekenen in voor een biertje aan de overkant van het Plein, waar het Tweede Kamergebouw aan ligt. We raakten aan de praat. Ik mocht hem direct.

We zagen elkaar opnieuw bij de verkiezingsavond. Dat was in een kroeg waar de PVV-ers vrijuit konden praten want de organisatie had de pers op een heel klein podiumpje samengedrongen. Dat was overdreven. Natuurlijk, op de eerste verkiezingsavond ooit in 2006 had de pers bijvoorbeeld stiekem microfoons aangezet achter je, in de hoop foute opmerkingen te registreren. Maar het had nu ook andersom gekund: een afgezet stukje in de kroeg waar PVV-ers even met elkaar konden praten terwijl de pers gewoon rond kon lopen in het overige gedeelte. Maar Hans vond het prima. We zaten  eigenlijk de hele avond aan de bar naast elkaar terwijl de resultaten binnendruppelden. Op een gegeven moment ging de voorspelling van vier naar drie zetels en Hans zei dat hij dat ergens wel een opluchting vond. Het werden er toch vier en Hans mocht zich gaan melden in Straatsburg bij de opening van de eerste sessie van de nieuwe legislatuur, de vijfjaarsperiode voor het Europees Parlement.

‘‘Auke, ik weet echt niet waar ik heen moet’, zuchtte Hans. Dat was niet zo gek want de architectuur van het gebouw in Straatsburg is hopeloos’

Ik was daar ook, want er was een afscheidsfeestje voor parlementariërs die het niet gehaald hadden. Het leek me wel gezellig om eens gewoon op een feestje te komen zonder enige politieke spanning. Ik kreeg een medaille (voor wat? Je werk doen?), vriendelijke woorden en onbeperkt alcohol. Dat was dus inderdaad heel gezellig, ik stond een flink gedeelte van de avond met Emine Bozkurt te praten, de PvdA-ster die ook afscheid nam. Vriendelijke vrouw, we hadden wel eens vaker contact gehad. In het begin van de periode, vanaf 2009, waren er geen vriendelijke woorden voor de PVV-ers, maar na verloop van de jaren ging het voorzichtig wat beter en werd het allemaal wat minder krampachtig. En die avond dus ook.

De volgende dag zou ik weer naar huis rijden. Maar terwijl ik door het gebouw liep kwam ik in de gang een kleine man tegen, een beetje hulpeloos om zich heen kijkend. Het was Hans. ‘Auke, ik weet echt niet waar ik heen moet’, zuchtte Hans. Dat was niet zo gek want de architectuur van het gebouw in Straatsburg is hopeloos. (In Brussel overigens ook. Megalomaan betekent vaak ook ondoorgrondelijk) Ik liep de rest van de dag met hem mee, onze kennismaking vernieuwend. Aan het eind van de dag had hij fractievergadering met de nieuwe leden en toen hij daarvan terugkwam vroeg hij of ik wellicht zijn assistent wilde zijn, als ik nog niets anders had? Dat leek me een leuke uitdaging en ik heb ja gezegd. En ik had ook niks beters te doen want het alternatief was terugkeren naar Binnenlandse Zaken en ik had niet het gevoel dat iemand daar op mij zat te wachten.

‘Er werkelijk verstand van hebben werkt alleen maar heel frustrerend. Ratio is geen onderdeel van de Brusselse besluitvorming’

Dat is toch een van de betere beslissingen van mijn leven geweest. Tegen mijn advies in koos hij voor lidmaatschappen van de commissie Ontwikkelingshulp en de delegatie voor Afghanistan. ‘Daar heb ik verstand van, Auke!’, zei hij als verklaring. Alsof het belangrijk is ergens verstand van te hebben in de EU. Je moet gewoon de een na domste zijn in de zaal, heb ik wel eens gedacht. Er werkelijk verstand van hebben werkt alleen maar heel frustrerend. Ratio is geen onderdeel van de Brusselse besluitvorming.

Ik zag bij de keuze van Hans dat er een probleem ging zijn met publiciteit, toch onderdeel van je werk. Ontwikkelingshulp is alleen in het nieuws als er geld verprutst wordt, en dat is altijd, en als het niet helpt, en dat is ook altijd. Dat is dus geen nieuws en haalt ook niet het nieuws. En Afghanistan? Hans kende de ambassadeur persoonlijk en hij sprak de taal. Ja, daar heb je dus ook niks aan als je er niet heen kunt, dacht ik. Het land is een oorlogszone, daar gaan echt geen werkbezoeken voor georganiseerd worden. Bovendien wordt de PVV toch altijd geweerd van werkbezoeken, zo was mijn ervaring in de Israel-delegatie. Ik had gelijk, bleek later. Weinig aandacht voor deze dingen. Hans dacht dat het om inhoud zou gaan, maar het Europees Parlement geeft gewoon zoveel mogelijk geld weg. Daar voelen ze zich erg goed bij. Ik probeerde nog voor hem onderwerpen te claimen waar je nog wel eens op kunt scoren: de juridische zaken. Maar Vicky Maeijer was ook lid, en ter zake kundig, en zij claimde die onderwerpen.

En toen was ik assistent. Dat was ik al eerder geweest voor Barry Madlener. Dat was op het gebied van economie, en hoewel als econoom dat onderwerp niet al te moeilijk was, moest ik erg wennen aan al die andere dingen die het leven van een parlementariër bepalen. De stemlijsten, de amendementen, spreekteksten schrijven, interviews voorbereiden, en vooral het ontwikkelen van een politieke antenne. Dat was toch compleet anders dan het werk op een ministerie. Toen ik in 2011 zelf parlementariër werd was het een goede zaak dat ik het handwerk al kende. En nu kon ik dat ook inzetten voor Hans.

‘Na twee keer had hij de commissie Ontwikkelingswerk wel gezien want daar liepen ze in hun denken decennia achter’

Hans wist niet goed wat te doen. En hij vertelde dat ook vaak, want als hoogleraar wilde hij gewoon mensen geleerder maken dan ze eerst waren. Maar dat is voor een parlementariër maar heel gedeeltelijk je werk. Na twee keer had hij de commissie Ontwikkelingswerk wel gezien want daar liepen ze in hun denken decennia achter, vertelde Hans, die als adviseur op dat gebied gewerkt had. Ook de vijandschap had hij niet verwacht, de andere partijen die je negeren, ridiculiseren, dat soort dingen. Maar gelukkig had Hans ook een vaste deal met GeenStijl voor een wekelijkse column. Dat was erg leuk om te doen omdat Hans iedere week zuchtend binnenkwam, en dan zei: ‘Auke, wat denk je van de rol van gnostici in de tweede eeuw?’‘Nou, Hans’, zei ik dan,’het kan misschien ook iets actueler?’ ‘Toch niet weer over de islam, Auke?’ ‘Ik denk dat we iets kunnen proberen over de boten vol vluchtelingen en de islamitische opdracht tot verovering?’, probeerde ik dan. Hij had me eens uitgelegd wat de Islamitische uitdrukking ‘na de zaterdag, komt de zondag’ betekent. Namelijk, eerst de Joden onderwerpen, daarna de Christenen.

Hoofdschuddend ging hij dan aan het werk en twee uur later kwam hij met een tekst die precies de goede lengte had. Ik las het met genoegen, gaf een of twee aanwijzingen, niet dat ik ook maar enige hulp was op zijn vakgebied maar heel af en toe moest ik zeggen dat zijn woordkeus weliswaar academisch correct maar politiek onhandig was, en of hij wat anders wist?

Zijn spreekteksten gingen op dezelfde manier. Hij propte academische kennis in 200 woorden, ik zorgde voor een politieke quote ergens, en dan ging hij op weg naar de plenaire zaal om braaf op zijn beurt te wachten voor zijn speech. En die werden prima bekeken op youtube want Hans was een bekende naam.

En hij had geweldige verhalen over wat hij allemaal had meegemaakt. Als directeur van het Nederlands Instituut in Cairo, als begeleider bij vele reizen, als tolk, als getuige-deskundige, en nog veel meer. Hij vertelde een schitterend verhaal dat hij met Nederlandse gezanten bij een toespraak van Gadaffi in Libië was. Gadaffi zei iets, dat werd vertaald, aan het einde klapte iedereen. Maar Hans hoorde gewoon dat Gadaffi tegen de tolk zei dat hij maar wat moest verzinnen want hij ging niet echt iets zeggen tegen die dwazen. Dus de tolk verzon zelf wat gemeenplaatsen. Maar het mooiste was het spandoek aan het gebouw waar de gezanten voor stonden. Daar stonden in het Arabisch beledigende teksten voor de ongelovigen, wat ben ik helaas vergeten, en de officiële foto’s werden dus gemaakt met die tekst op de achtergrond. Voor de lokale kranten een duidelijke boodschap, terwijl de Nederlanders positief gestemd weer de terugreis aanvaardden. Wat een fijne man, die Gadaffi! (Wat me er aan doet denken dat toen de PVV vragen stelde over ‘dictator Gadaffi’, we die weer terugkregen omdat we Gadaffi geen ‘dictator’ mochten noemen.)

‘Voortdurend benadrukte Hans dat de wetenschap geen absolute waarheden kent’

Maar het meest bijzonder waren toch de eindeloze gesprekken die we hadden over zijn vakgebied. Of Jezus een historische figuur was, of Mohammed dat was, hoe het religieus denken zich had ontwikkeld in die periode, waarom de archeologie geen bevestigingen kon vinden voor de geschiedenis volgens de koran en de overlevering. Dat hij ontevreden was dat hij, door zijn enorme talenkennis, oude documenten bestudeerde en becommentarieerde, maar dat zijn vakgenoten in Nederland dan benadrukten dat dat geen enkele relevantie voor moslims in Nederland kon hebben. ‘Ze hebben niet eens een idee wat daar in staat’, zei Hans dan. Voortdurend benadrukte Hans dat de wetenschap geen absolute waarheden kent, en dat hij dat ook altijd op zijn studenten had proberen over te brengen. Dat hij de ene week een stuk belichtte vanuit de ene hoek, en dan de volgende week hetzelfde onderwerp op een volledig andere manier met een andere conclusie nog een keer vertelde. En steeds weer waren er studenten die daar niet mee om konden gaan, die van hem wilden weten welke van de twee nou correct was.

Met de studenten die als bezoekersgroep langskwamen had hij weinig geduld als ze zich niet voorbereid hadden. Hij overschatte de vaardigheden van studenten altijd. Vooral zijn talenkennis was dermate groot dat hij zich niet kon voorstellen dat niet iedereen de drie moderne talen sprak.

We bleken liefhebberijen te delen. Bach bijvoorbeeld. Hij speelde cello, en dan heb je automatisch een liefdesrelatie met Bach. Ik speel klassiek gitaar, maar mijn favoriete stukken zijn de luitsuites van Bach, perfect te spelen op gitaar. Beide instrumenten zitten in het bereik van de menselijke stem, en eigenlijk iedereen die ik ken houdt ook van het andere instrument als ze het ene spelen. We hebben elkaar dagenlang met weetjes over Bach verveeld.

‘Hij vond het werk onverwacht leuk, voelde zich gesteund en gewaardeerd en wilde gewoon verder’

Op een gegeven moment verontschuldigde Hans zich bij mij. Hij vond het werk onverwacht leuk, voelde zich gesteund en gewaardeerd en wilde gewoon verder. Ik zit eigenlijk op jouw stoel, Auke. Onzin, zei ik, je bent bekender, hebt een sloot voorkeurstemmen, en je staat gewoon hoger op de lijst. Zo werken die dingen. Bovendien was hij in de pers geen gewone politicus, maar een autoriteit. Dat is een positie die niet veel mensen gegeven is.

Op een vrijdag belde hij me. De column voor GeenStijl waar hij mee geworsteld had, was goed gelukt en hij wilde me bedanken. Drink je wijn of whisky, Auke? Ik zei dat ik gewoon mijn werk had gedaan, maar dat ik wel een whiskyman was. De maandag daarna belde de familie dat Hans was opgenomen in het ziekenhuis en dat het er niet goed uitzag. De volgende dag overleed hij. Ik heb allerlei mensen gebeld geloof ik, maar dat weet ik allemaal niet meer. Heel veel geijsbeerd ook, met een gevoel van gejaagdheid alsof ik nog iets kon doen als ik het maar snel deed. Iedereen in de PVV was geschokt, en ik niet minder. Bij de dienst, de uitvaart, in Amsterdam was het druk, en waren er vele bekende namen. Martin Bosma hield, naast anderen, een mooie toespraak. De kerk waar de dienst gehouden werd was de gewijde omgeving die er goed bij paste. Zoals altijd helpt dat.

Na zijn dood kreeg ik een schitterende fles whisky die hij de dag voor zijn ziekenhuisopname had gekocht voor mij. Een jaar na zijn dood heb ik de fles geopend. De fles is nu leeg, maar staat in de kast. Als herinnering. Alsof ik een fles nodig heb om me Hans te herinneren.