Opinie

Paul Cliteur – We moeten Nederland prijzen dat de slavernij werd afgeschaft

29-06-2019 12:55

In 1814 ondertekende Nederland een internationaal verdrag met als doel de stopzetting van de handel in slaven. Op 1 juli 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft in Nederlands belangrijkste slavenkolonie Suriname.

Wat gaan we doen met dit historisch gegeven? Excuses aanbieden voor het feit dat eens (vóór 1863) de slavernij bestond? Of gaan we Nederland prijzen dat het in 1863 de slavernij heeft afgeschaft terwijl in andere delen van de wereld slavernij en andere vormen van onderdrukking welig tieren?

Naar mijn idee moeten we Nederland prijzen.

Maar stel nu eens dat iemand toch excuses wil aanbieden? Wie zijn dan geloofwaardige participanten aan deze discussie? Geeft het pas dat bijvoorbeeld de dictator Erdogan daarop aandringt? Of politici uit Pakistan? Het antwoord is: natuurlijk niet. Turkije en Pakistan zijn dictaturen vergeleken bij Nederland en zij hebben geen enkel moreel recht van spreken wanneer zij Nederland moreel de maat nemen.

Maar nu nog een vervolgvraag: stel dat Nederlanders met een Turkse achtergrond die over het algemeen geen kritiek op Turkije hebben, aandringen op excuses voor het Nederlandse slavernijverleden? Hebben zij dan enig recht van spreken? Opnieuw: juridisch staat het iedereen vrij gebruik te maken van zijn vrijheid van expressie (een punt waarop Nederland zich in gunstige zin van Turkije onderscheidt), maar moreel gezien hebben deze mensen geen recht van spreken. Zij zouden Nederland moeten vergelijken met Turkije en onder de aandacht moeten brengen dat de Nederlandse democratische rechtsstaat zich in zeer gunstige zin onderscheidt van de Turkse, naar islamisme neigende, dictatuur.

Waarom is het zo van belang geen excuses te maken in een situatie waar excuses niet gepast zijn? Met excuses is toch niets verkeerd gedaan?

Jawel, dat is wel het geval, want het maakt een land ziek, de burgers ontevreden en buitenlandse dictators tevreden, wanneer we openlijk demonstreren dat we onze morele prioriteiten niet op orde hebben.