Opinie

De dood van mijn oma, een hartverscheurend verhaal vol hoop, verbinding en dapper in je kracht staan

26-09-2019 15:05

Oma’s dagen waren zichtbaar geteld. Haar gezicht was een verwrongen dodenmasker, een gerimpelde grimas van pijn vol ouderdomsreliëf, afgedrukt in terminaal galgeel. Oma was 94, de laatste jaren van haar leven waren sowieso al zichtbaar geteld maar nu de kanker zich ongehinderd een weg door haar lichaam kon vreten was ook de levenslust uit haar ogen verdwenen. Als ze haar ogen al open had waren ze dof en elke dag leken ze verder in hun kassen te zijn weggezonken.

“Jongen, ik heb het zo zwaar. De pijn is zo erg. Ik ben zo moe”, fluisterde ze op een heel gezellige nazomermiddag met een hese, bijna onhoorbaar zachte stem. “Hoe lang moet ik nog lijden jongen? Is het nou nog niet genoeg geweest?” Een traan rolde uit haar doffe oog.

Ik schoof de ziekenhuisstoel dichter naar het hoofdeinde van haar bed en reikte haar het rietje in het glas water aan. Het kostte haar zichtbaar veel kracht om ook maar het kleinste beetje water binnen te krijgen. Ze rook naar de dood. De dood was nu echt aanstaande. Magere Hein kon elk moment in de ziekenhuiskamer verschijnen om met zijn zeis de navelstreng die het lichaam met het aardse verbindt door te snijden.

Het was kortom, vond ik, tijd voor een troostend woord van hoop. Iemand in doodsnood kun je immers alleen nog maar hoop bieden. Zinloze en irreële hoop. Daar heeft elk stervend mens behoefte aan. Zoals elke GroenLinkser per definitie te achterlijk is om een huichelachtig concept als ‘hoop’ op waarde te schatten zo wil een stervend mens niets liever dan keihard worden voorgelogen met ‘hoop’.

“Lieve oma”, fluisterde ik terwijl ik mijn hoofd naar haar oor boog, “lig niet zo te zeiken wijf. Jij denkt het zwaar te hebben maar besef jij je wel dat Rilana Maas en Wendeline ten Kate een baan hadden waarbij ze zich verveelden en daardoor een ‘bore out‘ opliepen? Hoe denk jij dat Wendeline en Rilana zich toen voelden? Hmmm? Vrolijk, gezellig, sportief en spontaan zoals de verstikkende burgerlijke moralistische cultuur van hun pathetische hbo-leventje constant van ze eist? Nee hé? Nee, Wendeline en Rilana waren s’ avonds als ze thuiskwamen moe. MOE OMA! UITGEPUT GODVERDOMME! Ze kregen zelfs migraine-aanvallen! En dat terwijl ze zo’n leuk baantje hadden met veel zekerheid een mooi middelmatig vast salaris inclusief uitzicht op een gekort pensioen na hun 77ste. Een baan waarbij ze alleen maar binnen de toch al vrij overzichtelijke kaders hoefden te werken met inbegrip van snipperdagen en leuke jaarlijkse activiteiten met de collegaatjes. Maar toch waren ze moe. MOE! HOOR JE DAT OMA? MOE ZEG IK JE!”

Een zuster stak haar hoofd om de hoek van de deur en vroeg me met een boos gezicht of ik wilde stoppen met schreeuwen, (“Het is hier geen Turkse trouwstoet maar een ziekenhuis ja!”), en ik schaamde mij want ik had zelf helemaal niet door dat ik aan het schreeuwen was. Oma ook niet trouwens, ook al had ik op minder dan zes centimeter afstand van haar oor zitten schreeuwen. Ze gaf ik elk geval geen krimp, haar ademhaling bleef regelmatig. Op de televisie was een of ander krankzinnig NPO-programma van MAX bezig met allemaal mensen die er net zo zichtbaar bijna dood uitzagen als oma maar gelukkig stond het geluid uit.

“Snap je oma? Er zijn in Nederland heel veel mens…vrouwen als Wendeline en Rilana”, fluisterde ik verder, angstig dat ik weer zou gaan schreeuwen waardoor de zuster nog bozer zou worden. “Er zijn in Nederland honderdduizenden vrouwen als Wendeline en Rilana. Ja, je kunt haast wel zeggen dat vrouwen als Wendeline en Rilana Nederland in wezen zijn. En daarom zijn er in Nederland nog veel meer mense…vrouwen die ‘coach’ zijn geworden zodat ze hun onbewezen laffe wijvengeleuter voor veel geld kunnen verkopen aan al die Wendelines en Rilana’s die meestal net zo achterlijk zijn als die mensen die nu bij dat MAX-programma zijn te zien. Of wanhopig. Of beiden. Anyway, oma, het punt is dus dat in het Eerstewereldland Nederland heel veel mensen leven die het nog veel zwaarder hebben dan jij. Die nog veel meer moeten lijden, en dat lijden is echt stukken uitzichtlozer dan jouw lijden. Snap je wel, egoïstische zelfmedelijder dat je er ligt te vegeteren?”

Oma sloeg haar doffe ogen op. Er leek tevredenheid en berusting te liggen in die ogen achter haar dodenmasker. Maar misschien was dat illusie. Hoe dan ook, ze leek me goed te begrijpen.

“Dit geeft hoop jongen. En troost. Dat ik niet de enige ben die lijdt maar dat ik het al met al zo slecht nog niet heb getroffen, jongen. Ik ben zo blij dat je deze brug naar me hebt geslagen en het verschil hebt willen maken door verbinding met me te zoeken en de dialoog met me aan te gaan.” Haar ogen leken nu ook wat minder dof. Ze straalde als een D66-stemmende twittermoralist die bijval krijgt van twitteraars die de naam van hun dooie hond op hun pols hebben getatoeëerd.

Ze sloot haar ogen weer, haalde diep adem en leek in slaap te vallen.

“Nog niet weg gaan oma!”, fluisterde ik. “Ik ben nog niet klaar! Ik wil dat je weet dat onze minister van onderwijs er voor gaat zorgen dat speelgoed voortaan genderneutraal wordt en er geen seksistische Bart Smit-folders meer verschijnen!”

Oma zei niets meer. Haar ogen bleven gesloten. Ze ademde nauwelijks waarneembaar.

“OMA! JOEHOE! HIERO! LUISTEREN! IK ZIT HIER HOOR! WIST U AL DAT DE BORRELHAPJES IN DE AMSTERDAMSE STOPERA VOORTAAN STANDAARD VLEESVRIJ ZIJN? STANDAARD! IN DE STOPERA! DAT IS IN DIE STAD WAAR CRIMINELEN NU ZELFS ZONDER DAT ZE OOK MAAR EEN STROBREED IN DE WEG WORDT GELEGD ADVOCATEN KUNNEN LIQUIDEREN TERWIJL DE PRIORITEIT VAN HET STADSBESTUUR LIGT BIJ HET INCLUSIEVER MAKEN VAN KUNST EN CULTUUR! OMA? HEE OMA?”

Oma ademde niet meer. Op de televisie was André van Duin bezig met het zingen van een onhoorbaar liedje terwijl op een grote tribune allemaal mensen die er exact zo uitzagen als oma, maar dan met hun ogen open, aan het hossen waren.

De zuster stak haar hoofd weer om de deur. Ze had een rood aangelopen CNV-zorg-CAO-gezicht. “Ik had toch gezegd dat je hier niet kunt gaan zitten schreeuwen?”, schreeuwde ze.

Ik wees naar het lijk van oma. “Oma is dood”, zei ik.

Oma lag er heel tevreden bij. Alsof ze vol hoop zat. Alsof ze even lekker in haar eigen kracht lag te liggen. Een glimlach op haar gezicht.