Opinie

Olaf Stuger – De wet van behoud van burgemeesterschap

07-10-2019 14:45

Burgemeester Pauline Krikke van Den Haag heeft de handdoek in de ring gegooid in de aanloop naar het debat over de bijna-catastrofe op Scheveningen. Had ze dit kunnen voorkomen en zo ja hoe dan? In kringen van burgemeesters, vooral die van de grotere gemeenten, is men meestal op de hoogte van de ‘Wet van behoud van burgemeesterschap’. En mocht een nieuw aangetreden burgemeester hier nog niet van hebben gehoord, dan zal zijn of haar adviseur, hem of haar, dit in een eerste gesprek duidelijk maken.

“Zorg dat je politiek nergens verantwoordelijk voor bent, dan kun je alleen struikelen op je hebzucht, drankzucht of libido.”

Als onderdeel van het College van Burgemeester en Wethouders zijn het die laatsten die de noeste arbeid verrichten en de verantwoordelijkheid dragen. Als burgemeester ben je in de unieke positie om zelf te bepalen waar jij je mee bezig gaat houden. Een handige burgervader- of moeder positioneert zich als een soort staatshoofd. Een lokale koning of koningin die vooral het gezicht naar buiten is en de gemeenteraad neutraal- en boven de partijen voorzit. Een ceremoniële invulling dus. Zo voorkom je dat de gemeenteraad en publieke opinie, in politieke zin, vat op je krijgt en je daarmee in een kwetsbare positie verzeild raakt. Elke politieke verantwoordelijkheid moet dus zo snel mogelijk worden weg gemanaged naar een wethouder. Wat overblijft voor de burgemeester zijn de diners, de trips naar buitenlandse partnergemeenten en de intocht van Sinterklaas.

Het blijft natuurlijk zo dat de burgemeester staatsrechtelijk verantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid. Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam heeft echter laten zien dat ook daar een oplossing voor is. Joost Eerdmans, eerste locoburgemeester in de periode 2014-2018, werd verantwoordelijk voor Veiligheid, handhaving en buitenruimte. U begrijpt het al, als er een vreugdevuur uit de hand was gelopen bij de Kralingse plas, had Aboutaleb altijd nog de kans gehad om Eerdmans naar voor te schuiven als de falende ‘handhaaf-wethouder’.

Dat deze ijzersterke wet niet alleen voor burgemeesters geldt, heeft voormalig minister Melanie Schultz van Haegen, Infrastructuur en milieu, laten zien. Schultz schoof direct de, in potentie, lastige dossiers als NS (Fyra) en milieu (boerenprotesten etc.) bij de portefeuille onderhandelingen naar haar staatssecretaris. Staatssecretaris Wilma Mansveld werd geofferd en Schultz bleef die acht jaar probleemloos overeind met een helm op, 130 km-bord in haar hand en brede lach op de mond.

Dan de hebzucht, drankzucht en het libido. Aan deze verantwoordelijkheden kan alleen de Koning, via ministeriële verantwoordelijkheid, zich onttrekken. Het overgrote deel van het gedwongen vertrek van burgemeesters moeten we zoeken in de hoek van hebzucht (burgemeester Ahne van Ommen stal geld van een groothandel in kleding), dronkenschap (kent u burgemeester Bert Smallenbroek van Smallingerland nog, hij belandde stomdronken in een vechtpartij vlak voor een bordeel) en natuurlijk het libido (de ongegeneerde tongzoen in een Limburgse hotellobby van burgemeester Onno Hoes).

Weer terug naar Krikke, zij heeft zich onvoldoende aan de ‘Wet van behoud van burgemeesterschap’ gehouden. Ze zal nu wel denken: ‘Had ik maar een handhaaf-wethouder of wethouder oudejaarszaken ingesteld, dan had ik die als kanonnenvlees kunnen inzetten’. Maar verantwoordelijkheid met terugwerkende kracht naar een wethouder schuiven is geen optie. Even leek het erop dat de afleiding door het corruptie-onderzoek naar de wethouders van de groep de Mos haar zou gaan redden. Maar deze onverbiddelijke wet kent geen genade, ook niet voor survivor Krikke.