Recensie

Een lakei schrijft een boek over Trump: ‘Binnen het Witte Huis, eindelijk het verhaal van Donald Trump zelf’

16-12-2019 14:52

Wie wil weten hoe goed, slim, krachtdadig, maar ook hoe aardig Donald Trump is moet de geautoriseerde biografie van Doug Wead lezen: Binnen het Witte Huis, eindelijk het verhaal van Donald Trump zelf. Hij heeft maandenlang in het Witte Huis gebivakkeerd en met alle leden van de Trump clan gesproken. Het resultaat is een groepsportret van de Trump familie die bestaat uit knappe, superslimme en loyale dochters en schoonzonen, zonen en schoondochters. Zijn schoonzoon Jared Kushner zijn topadviseur. Ook met Kushner heeft Doug Wead ‘zeer openhartige’ gesprekken. Geen wonder dat er een opzienbarend boek verscheen. Donald Trump twitterde op 6 december 2018 – toen het boek nog niet gepubliceerd was – “Doug Wead, a truly great presidential historian, had a wonderful take on a very beautiful moment in history, the funeral service today of President Bush. Doug was able to brilliantly cover some very important and interesting periods of time!” Elders in het boek beweert Trump dat hij van Doug Weads boek een nummer 1 bestseller kan maken. En Wead schrijft het gedienstig op.

Wead is de buikspreker van Donald Trump, zoals hij dat eerder was van George W. Bush. In het boek worden de tegenstanders neergesabeld, soms op een nogal hilarische manier. Zo meent Wead dat president Obama in het Witte Huis ‘Political Correct meetings’ hield. Hij vergistte zich. ‘PC meetings’ in de Witte Huis agenda stonden in werkelijkheid voor ‘National Security Council Security Meetings’.

Klein bier zult u zeggen, en zo is het ook. Het grote bier is Donald J. Trump, die alle aandacht krijgt. En Wead mocht overal bij zijn. Als vice-president Mike Pence hijgend en puffend binnenkomt en de president onder vier ogen wil spreken, mag Doug van Trump blijven: Hij zei zoiets als dat hij Doug Wead net zijn geheime correspondentie met Kim Jong-un liet zien, dus wat het ook was, een groter geheim kon het niet zijn. “Doug hier is een geschiedenis van dit Witte Huis aan het schrijven,’’ zei de president. “Hij mag alles horen.” (p.26)

En zo lezen wij ook ‘alles’. Hoe Donald Trump het Witte Huis en zijn regering schoonveegt van mensen die ‘niet loyaal zijn’. Iedereen die tijdens de verkiezingscampagne kritiek had geuit op Trump wordt ontslagen.

“Een van de slimste zetten van de president was om mensen die hem openlijke hadden gekritiseerd tijdens de campagne niet in zijn regering op te nemen. Daar waren geen uitzonderingen op.” (p.229/230)

Hoe tijdens de ‘grab them by their pussy’ crisis de top van de Republikeinse partij zijn handen – en het campagnegeld – terugtrekt, maar Trumps achterban hem trouw blijft. En hoe dat ook de familie Trump dichter bij elkaar brengt.

Hoe Trump verklaart dat hij er wél in slaagt om Kim-Jong-un aan de onderhandelingstafel te krijgen en zijn voorgangers niet. Trump: “Geen idee. Je kunt die brieven lezen en zien wat je er van vindt. Wel kan ik je precies vertellen wanneer alles anders werd. Onze taal begon heel agressief te worden, keihard. Agressief. Niemand had ooit zoiets meegemaakt.” (p.31) Een paar pagina’s later legt  Wead uit waarom dat werkte: “Communistische dictators zijn roofdieren. En net als roofdieren in het wild richten ze zich op de zwakken, niet op de sterken. De retoriek van Donald Trump, die de Amerikaanse media op stand joeg, had blijkbaar effect in Pyongyang.” (p.36)

Hele hele buitenlandse beleid wordt doorgenomen. Het is een groot succes, ook al willen de Democraten dat niet onmiddellijk toegeven. De Noord-Koreanen zijn terug in hun hok, de Chinezen moeten het subsidiëren van hun export verminderen, de Europeanen moeten meer gaan betalen aan de NAVO én een toontje lager zingen. Maar bovenal: in Syrië is ISIS volledig verslagen.

Ook binnenlands gaat alles naar wens: de economie groeit als nooit te voren, werkloosheid neemt af en dat allemaal door de krachtdadige deregulering die door Trump is ingezet. Daar was natuurlijk verzet tegen, met name van de kant van de grote bedrijven en hun handlangers: de Democraten en een deel van de Republikeinen.

“De verwachting in het Witte Huis was dat elke stap die Donald Trump zou nemen richting deregulering zou worden aangevochten. Want deregulering zou per slot van rekening de monopoliën verstoren, die zo lang in de maak waren geweest. De nieuwsmedia zouden zich krampachtig richten op geïsoleerde gevallen van lijden of schade, waarbij ze de woede zouden uitlokken tot het punt waarop het hele proces een kookpunt zou bereiken.” (p.224)

Zo wordt een beeld geschetst waarin Donald Trump in zijn eentje de strijd aanbindt met de gevestigde orde, en met name de media. En dat heroïsche beeld wordt geschetst door iemand die zichzelf afficheert als ‘New York Times bestselling author’.

Het boek laat zien dat Trump dit huzarenstukje niet alleen uitvoert. Naast hem bevinden zich toegewijde familieleden die in het Witte Huis belangrijke functies bekleden. De belangrijkste is natuurlijk zijn schoonzoon Jared Kushner die Trumps belangrijkste adviseur is en die de schrijver vertelt hoe Trumps dereguleringsbeleid gered werd door de samenzweringstheorieën over de Russische invloed op de verkiezingen: “Feit is” zegt Jared Kushner, “dat de media sowieso geen aandacht hadden voor deregulering omdat ze geobsedeerd waren met (sic, MF) allerlei intriges en die Russchische onzin.’ (p. 224). Wead beschrijft uitvoerig ‘hoe Jared en Ivanka hun kantoren in de West Wing kregen.’ En dat is heel goed voor het regeringsbeleid. “Vanuit hun New Yorkse, of zelfs joodse achtergrond hadden zij bepaalde inzichten die ontbraken bij andere republikeinse regeringen.” (p.197)

Maar ook de andere kinderen van Donald Trump spelen een belangrijke rol in de leiding van het Trump imperium. Wead schrijft:

“In allerlei persoonlijke opzichten lijken de kinderen van Trump op elkaar. Zeker Don jr., Ivanka en Eric, de drie kinderen van Donald en zijn eerste vrouw Ivana. Het kon bijna een drieling zijn. In de meeste gezinnen heb je iemand die slordig is, introvert of intellectueel, of iemand die goed of slecht om kan gaan met geld, maar de kinderen van Trump zijn allemaal intelligent en aardig.”

En Wead kan het weten, want hij heeft ze allemaal uitvoerig geïnterviewd. “Ivanka was het eerste familielid dat ik interviewde, Don jr. Was een van de laatsten. Zijn onwil had een reden. Hij had net een contract getekend om zelf een boek te schrijven.

‘“Normaal gesproken zouden ze het me kwalijk nemen dat ik samenwerk met een andere auteur terwijl ik zelf een boek schrijf.” zei hij. “Maar omdat we dezelfde uitgever en dezelfde redacteur hebben, kunnen ze volgens mij wel een uitzondering maken, nietwaar?”’(p.64)

Maar dat is ook toevallig! Dezelfde uitgever en dezelfde redacteur! Zo zie je waar die deregulering allemaal niet toe kan leiden.

Wat me het meeste opvalt in deze weerzinwekkende maar ook fascinerende biografie is dat het presidentschap in de VS sterk monarchale trekken heeft. De auteur stelt zich volledig in dienst van de zonnekoning en zijn familie. En dat geldt zelfs voor zijn vrouw, die alle tapes transcribeerde en zijn kinderen.

“Mijn zoon Joshua Wead hielp met onderzoek en het schrijven over buitenlandbeleid en redigeerde de correcties die terugkwamen van de familie Trump. Mijn dochter Chloe Fuentes en Camille Castillo organiseerden de foto’s. (…) Mijn zoons Shannon en Scott, hun echtgenotes Janeen en Amy hielpen mij ook.” (p. 370)

Het is een lakei met zijn familie die de president en zijn familie portretteert. Het boek doet mij erg denken aan een boek van een andere Amerikaanse broodschrijver, Alden Hatch, die in 1962 op dezelfde wijze als Doug Wead een boek schreef over Prins Bernhard. In het woord vooraf van het boek Prins Bernhard. Zijn plaats en functie in de moderne monarchie lezen we:

“Als mijn vrouw en ik twintig minuten over vier aankwamen, zetten we de bandrecorder op de grond klaar met de microfoons op een grote bijzettafel. Te vier uur, negenentwintig minuten en dertig seconden kwamen twee enorme witte poedels binnenrennen, gevolgd door de Prins, die ons met een uitgestoken hand welkom heette. Z.K.H. werd op zijn beurt gevolgd door een bediende met een blad, waarop glazen en flessen stonden. Als de Prins had ingeschonken, zette ik de bandrecorder aan en stelde een onderwerp voor dat we die middag zouden bespreken, Afrika misschien, of de Amerikaans-Europese betrekkingen, de zorgeloze jeugd van Prins Bernhard of zijn ervaringen met het Nederlandse verzet in de tweede wereldoorlog.

Dan praatten we een uur of nog langer, waarbij we vaak van ons uitgangspunt afdwaalden, zodat allerlei onderwerpen ter sprake kwamen. Soms kwam Hare Majesteit Koningin Juliana binnen en nam aan het gesprek deel.”

Zo is de Nederlandse uitdrukking ontstaan: “Van de Prins geen kwaad weten.”

Daniela Hooghiemstra schreef eerder deze maand in een column in de Volkskrant dat het haar opviel dat Prins Bernhard, ondanks zijn grootschalige corruptie, zijn aanrandingen van het vrouwelijk personeel op Soestdijk of zijn lidmaatschap van de NSDAP altijd populair gebleven is, terwijl een volksvertegenwoordiger op basis van een fractie van zulk wangedrag meteen afgeserveerd is. Inderdaad, een intrigerend verschil, dat we ook bij Donald Trump kunnen waarnemen.