Economie

Julius Caesar, Juliusjaar en de aankomende nieuwe systeemcrisis

17-02-2020 16:30

De wetenschapper Ingo Piepers was onlangs in het nieuws met zijn onderzoek dat op basis van een natuurwetenschappelijke methode de timing voor de volgende wereldoorlog voorspelt. Het valt volgens zijn model tussen 2020 en 2036, plus of min twee jaar. Betekent dit zestien jaar oorlog voor de boeg? Met behulp van het magische getal Pi kan deze periode eveneens worden bestudeerd. Pi en Piepers blijken qua crisisperiode overeen te komen.

Het gaat in de analyse van Piepers om (geopolitieke) systeemcrises die in een cyclisch patroon voortbewegen. Sinds 1480 zijn er volgens Piepers vier systeemcrises geweest: de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648), de Revolutionaire en Napoleontische Oorlogen (1792-1815) en de Eerste – en Tweede Wereldoorlog. Deze crises hebben vervolgens tot nieuwe geopolitieke machtsverdelingen geleid. De aankomende wordt de vijfde systeemcrisis in zijn model.

In de financiële wereld zijn ook alternatieve inzichten over het cyclische functioneren van de mensheid beschikbaar. Beleggingsgoeroe Martin Armstrong, bekend van documentairefilm The Forecaster, heeft zo’n inzicht uitgewerkt. Het cyclische model van Armstrong is gebaseerd op het getal Pi (3,1415). Korte golven in zijn model beslaan 3141 dagen (1000 dagen x Pi). Dit komt neer op 8,6 jaar. Armstrong kwam op dit idee door het historische ritme van crises te analyseren. Hij concludeerde dat financiële crises gemiddeld eens per 8,6 jaar voorkomen. De golven van 8,6 jaar kunnen weer in acht delen van 1,075 jaar of vier delen van 2,15 jaar worden onderverdeeld.

De komende maand is het 8,6 jaar geleden dat de high in de eurocrisis (zomer 2011) werd gepasseerd. Het valt tevens ongeveer 17,2 jaar (2 x 8,6) na de economische dip van 2002/2003. Deze neergang werd destijds gelardeerd door het SARS-virus. Anno 2020 is het Coronavirus de ‘Zwarte Zwaan’. Opvallend is dat de datering van het samenvallen van deze cycli in (maart) 2020 spoort met het startjaar van Piepers’ systeemcrisis.

Belangrijk: zes golfjes van 8,6 jaar zijn volgens Armstrong een lange golf van 51,6 jaar. Vervolgens vormen zes van deze in intensiteit toenemende golven van 51,6 jaar, een structuur van 309,6 jaar. De laatste structuur van 309,6 jaar begon in Armstrong’s model in mei 1723. Deze periode omvat de Anglo-Amerikaanse commerciële en geopolitieke dominantie. De structuur eindigt in december 2032 met mogelijkerwijze het einde van de Amerikaanse suprematie

De positionering van zijn model heeft Armstrong gebaseerd op kapitaalstromen. Om de aanstaande systeemcrisis van Piepers met deze methodiek onder de loep te kunnen nemen, is dan ook een heroriëntatie van Armstrong’s model nodig: het moet op geopolitieke dynamiek worden gericht. Een willekeurige structuur van 309,6 jaar kan echter ook in een deel van 223,6 jaar en in een deel van 86 jaar uit elkaar worden getrokken. Het deel van 223,6 jaar is de basis voor lange cycli van ‘politieke transformatie’. Deze 223,6 jaars cyclus beslaat bij elkaar opgeteld een component van 17,2 jaar en vier stappen van 51,6 jaar. Met dit concept kunnen politiek relevante omslagpunten in de geschiedenis worden aangestipt.

De analyse begint bij de val van de Romeinse Republiek tijdens de definitieve machtsgreep van Julius Caesar in de burgeroorlog. Dit gebeurde via Caesar’s overwinning in de Slag bij Munda op 17 maart 45 v.chr.. Wanneer vanaf dit punt naar voren in de tijd wordt gerekend met totaal negen sprongen van 223,6 jaar, worden opvallend veel religieuze en culturele transformaties gepasseerd, waaronder de opkomst van de islam (627) en de reformatie (1521). Let op met meerekenen: het jaar nul bestaat niet. De laatste passage viel op 10 augustus 1968 tijdens de culturele revolutie. Opvallend: vanaf 10 augustus 1968 is het precies een stap van 51,6 jaar naar 17 maart 2020.

De data die zijn overgeleverd van de gebeurtenissen tot het begin van de jaartelling, zoals die van de Slag bij Munda op 17 maart 45 v.chr., zijn waarschijnlijk met precisie uitgekozen door intellectuelen destijds. Er waren tenslotte een nieuwe kalender (de Juliaanse) vanaf 45 v.chr. en een nieuwe god (de vergoddelijkte Julius Caesar) vanaf 44 v.chr. beschikbaar. Julius werd op woensdag 15 maart 44 v.chr. vermoord. De ietwat uit de hand gelopen crematie van Julius was de apotheose hiervan en werd gedateerd op vrijdag 17 maart 44 v.chr.. De 365 dagen van Munda tot apotheose op 17 maart 44 v.chr. worden in dit essay ‘het Juliusjaar’ genoemd.

Astronomie, numerologie en apocalyptische profetieën waren helemaal het ding bij het begin van onze jaartelling. Ze stonden aan de basis van wat Oswald Spengler de magische wereld (van het eerste millennium) noemde. En zo zien we dat de datum 17 maart 45 v.chr. per se aan ons overgeleverd moest worden. Het waarheidsgehalte van de epische Slag bij Munda oogt namelijk twijfelachtig: het is in tegenstelling tot zijn andere avonturen niet door Caesar zelf of door Aulus Hirtius opgetekend; de stad Munda en het slagveld zijn nooit echt gevonden.

Vanaf 17 maart 45 v.chr. vergt het precies 40 stappen van 51,6 jaar naar 17 maart 2020. Het is totaal 2064 jaar (= 44,79 + 2019,21). Zoals Mozes 40 jaar door de woestijn doolde, zo had Julius Caesar slechts 40 stappen nodig om door de geschiedenis te banjeren. Voor de profeten vroeger was het getal 40 bijzonder relevant. Pi komt namelijk met 8,6 vanuit 40 tevoorschijn: 40 – 8,6 = 31,4. Anders gezegd: 4 – 0,86 = 3,14.

Stap 1 van de 40 stappen van 51,6 jaar, werd vanaf Munda gezet naar 22 oktober 7 n.chr.. Het viel ten tijde van de Illyrische Opstand tegen het Romeinse Rijk onder Augustus. Belangrijker is echter het dubbelspel van de Germaan ‘Arminius’ tegen Rome in Germania. De apotheose hiervan een kleine twee jaar later in de Slag in Teutoburgerwald, leverde een dusdanige catastrofe voor de Romeinen op, dat het Germanen geholpen heeft de Romeinse globaliseringsmachine te overleven.

De laatste vier stappen van 51,6 jaar van Caesar gaan als volgt: stap 37 begon op 22 oktober 1813, vier dagen na de Volkerenslag. Dit markante geopolitieke moment triggerde onder meer de restauratie van de Oranjes en zette de val van Napoleon in gang. Stap 38 startte op 29 mei 1865 na het einde van de Amerikaanse burgeroorlog en met de Pruisisch/Duitse opmars in Europa onder Bismarck. De Duitsers en Amerikanen zouden kort daarna de Britten en Fransen gaan beconcurreren voor geopolitieke dominantie. Stap 39 begon op 3 januari 1917 kort na de Slag bij Verdun en de Geallieerde verwerping van een Duits vredesvoorstel. Het was het begin van de neergang van Europa.

Stap 40 vertrok op 10 augustus 1968 tijdens de ‘68 revolte. Het markeerde het ontluiken van de hedendaagse tijdsgeest. Stap 40 eindigt 17 maart 2020, waarna conceptueel weer het Juliusjaar volgt tot 17 maart 2021. Het is dan 2064 (= 40 x 51,6) jaar na de crematie van Julius Caesar. Het toeval wil dat aanstaande Tweede Kamerverkiezingen ook op woensdag 17 maart 2021 gepland zijn. Dit is omdat de vorige verkiezingen op woensdag 15 maart 2017 plaatsvonden.

Tussen de vooravond van het dubbelspel van Arminius op 22 oktober 7 n.chr en de aanstaande 17 maart, kunnen ook weer negen cycli van 223,6 jaar worden geplaatst. De 223,6 jaars cyclus die Arminius vooraf ging, startte overigens tijdens de Tweede Punische Oorlog op 17 maart 217 v.chr. tussen de reeks Romeinse militaire catastrofes (Trebia, Trasimeno en Cannae) tegen Hannibal.

Als vanaf 22 oktober 7 n.chr. naar voren in de tijd wordt bewogen met 223,6 jaars sprongen, valt op dat de passages ook vaak samenvallen met catastrofes en confrontaties. Na de eerste sprong van 223,6 jaar wordt in 231 n.chr. de crux richting de Crisis van de Derde Eeuw gepasseerd. Keizer Alexander Severus leek vanaf 229 n.chr de monetaire crisis die het Rijk al decennia plaagde onder controle te hebben gekregen. Rond 231 doorkruiste het bedreigende Sassanidische Rijk de stabiliteit. Alexanders mislukte militaire reactie was het begin van de val van Rome in een vijftig jaar durende crisis.

De volgende sprong van 223,6 jaar brengt ons op 3 januari 455. Het was het jaar van de plundering van Rome door de Vandalen. De Romeinen vervielen tot ruilhandel. Wanneer vanaf 3 januari 455 verder wordt gesprongen worden de jaren 678 en 902 bereikt: het geopolitieke signaal werd destijds bepaald door de arabische opmars in het Oost-Romeinse Rijk. In het jaar 1125 beleefde Europa vervolgens een enorme hongersnood.

Na nog een sprong van 223,6 jaar wordt op 29 mei 1349 geland op het moment dat de pestepidemie Noordwest-Europa in zijn greep krijgt. De pestepidemie is de grootste catastrofe die Europa heeft ondergaan: het doodde dertig procent van de bevolking. Vervolgens begon de opmars van het westen. Als vanaf de pestepidemie een sprong van 223,6 jaar wordt gemaakt, wordt op 3 januari 1573 een ontploffend Europees kruitvat bereikt. De Franse Vierde Hugenotenoorlog was in full swing; de Nederlandse Opstand was in crisis (beleg Haarlem). Deze sprong van 223,6 jaar omvatte de renaissance en reformatie.

Vanaf 3 januari 1573 brengt weer zo’n sprong ons op 10 augustus 1796, pal na de grote politieke transformaties in Frankrijk (Directoire) en Nederland (Bataafse Republiek) en midden in de Eerste Coalitieoorlog. Deze 223,6 jaar omvatte de Verlichting en de opkomst en ondergang van de Nederlandse Republiek. De 17,2 jaar (2 x 8,6) na 10 augustus 1796 was de oorlogsperiode van Napoleon en eindigde na de Volkerenslag op 22 oktober 1813.

Met de sprong van 223,6 jaar vanaf 10 augustus 1796 wordt weer 17 maart 2020 bereikt. Deze laatste sprong heeft de opkomst van de VS als grootmacht omvat. Opvallend: de voorgaande twee draaipunten in deze 223,6 jaars cyclus vielen tussen revoluties en confrontaties in. Frankrijk en Nederland waren centra hiervan in Europa. De politieke revolutie van 1848 viel overigens één golf van 51,6 jaar na augustus 1796. De opdracht tot de Nederlandse Grondwetsherziening werd zelfs letterlijk op de dag 51,6 jaar na 10 augustus 1796 gegeven, namelijk op 17 maart 1848.

De 223,6 jaars cyclus die op 17 maart 2020 landt, viel in de westerse (deels Romeinse) geschiedenis consequent samen met confrontaties en catastrofes. Het geeft een hint dat Piepers gelijk kan krijgen. De aanstaande overgangsperiode is waarschijnlijk de 17,2 jaar (2 x 8,6 jaar) gerekend vanaf 17 maart 2020 tot 29 mei 2037. Dit komt overeen met het tijdspad dat Piepers gaf voor zijn systeemcrisis. Maar wat is de relevantie van het einde van Stap 40 op 17 maart 2020 en de uitloper in het aanstaande Juliusjaar?

Het einde van het Juliusjaar op 17 maart 2021 valt 40 jaar na de historische piek in rentes in 1981. De rentes in Europa staan inmiddels juist op all-time lows. Dit valt samen met monetair beleid dat een macaber verlangen onder beleidsmakers suggereert naar financiële zeepbellen en hyperinflatie. Het is een extreme en zorgelijke situatie. Monetaire instabiliteit triggert namelijk vaak politieke crises en oorlog.

Dit type crisisdynamiek kan bestudeerd worden met behulp van een derde cyclische concept gebaseerd op Pi: de millenniumcyclus. Hiertoe wordt de millenniumwisseling als uitgangspunt genomen. De millenniumwisseling begon echter met een weekend. Het betekende twee dagen geen financiële handel. In de millenniumcyclus nemen we dan ook zowel 1 januari als 3 januari 2000, als basisdata. Dit wordt weergegeven als 1/3 januari. Het eerste golfje van 8,6 jaar na 1/3 januari 2000 passeerde vervolgens op 8/10 augustus 2008 en ging een 40-daagse hellevaart van de financiële markten tijdens de kredietcrisis vooraf. De passage van het tweede golfje na 1/3 januari 2000 viel op 15/17 maart 2017.

Door vanaf 1/3 januari 2000 terug de twintigste eeuw in te rekenen met sprongetjes van 8,6 jaar passeren we vele crises. Relevant voor dit essay zijn de volgende data uit het verleden van de Millennium cyclus: 8/10 augustus 1922 (acceleratie Duitse hyperinflatie), 15/17 maart 1931 (creditanstalt crisis) en 20/22 oktober 1939 (WOII).

Met behulp van de Millennium cyclus kunnen aanjagers van crises worden gevonden: we noemen ze de ‘crisisturbo’s’. Deze turbo’s bestaan uit aaneengesloten componenten van 4 + 86 jaar of 4 + 8,6 jaar. Belangrijke crisisturbo’s vonden hun basis in de conflictueuze Duitse hyperinflatieperiode, volgend op de herstelbetalingsregelingen van Versailles.

 

Reeks 1

31 jul 1917 – Derde Slag Ieper

zomer 1921 – Hyperinflatie (1)

9 aug 2007 – Geldmarktcrisis

10 aug 2011 – Eurocrisis (1)

17 mrt 2020 – Start Juliusjaar

 

Reeks 2

8 aug 1918  – Honderddagenoffensief

8/10 aug 1922 – Millennium cycl./Hyperinfl. (2)

8/10 aug 2008 – Millennium cycl./Kredietcrisis

8/10 aug 2012 – Eurocrisis (2)

15/17 mrt 2021 – Einde Juliusjaar

 

Tussen bovenstaande twee reeksen die in de zomers van 1917 en 1918 startten zit één jaar. Reeks 1 fungeerde als trede voor Reeks 2. Vanaf de ontsporing van de Duitse monetaire crisis in 1921 en de versnelling in de zomer van 1922 worden sprongen van 86 jaar gemaakt naar de kredietcrisisperiode van 2007 (geldmarktcrisis) en 2008. Vanaf deze twee punten worden vervolgens sprongen van 4 jaar gemaakt naar twee passages in de eurocrisis in 2011 en 2012. Tijdens de laatste passage stortte de Nederlandse huizenmarkt tijdelijk in. Daarna is het 8,6 jaar naar begin – en eindpunt van het Juliusjaar.

Belangrijk: er staat een duidelijke crisisturbo (4 + 86) aan de basis van de tweede reeks. Het finale geallieerde Honderddagenoffensief dat de Duitsers eronder kreeg, begon namelijk op 8 augustus 1918, ofwel 4 + 86 jaar voor de kredietcrisis. Tevens markeerde het offensief de verspreiding van de Spaanse Griep. De tweede reeks is bij uitstek gebouwd rond verwevenheid van catastrofale (geo)politieke en monetaire extremen. De reeksen richting het Juliusjaar bestaan dan ook uit componenten van 4 + 86 + 4 + 8,6 jaar.

De millenniumcyclus passeerde voor het laatst op 15/17 maart 2017. Het was 86 jaar na de bankencrisis rond creditanstalt in het voorjaar van 1931 (faillissement 11 mei). De crisis was de aanleiding voor een financiële ravage in Europa dat jaar. Een sprongetje van 4 jaar vanaf 15/17 maart 2017 brengt ons ook tot het einde van het Juliusjaar op 17 maart 2021.

Het einde van het Juliusjaar is vervolgens 8,6 jaar voor op 22 oktober 2029. Het is 2 dagen voor de honderdste verjaardag van de Great Crash op Wall Street van 1929. Deze datum in de herfst van 2029 valt tevens exact een volledige structuur van 309,6 jaar (=6 x 51,6 jaar) na de historische Mississippi– en Southsea financiële zeepbellen in het voorjaar van 1720. Bovendien is het 86 jaar na de Derde Conferentie van Moskou, herfst 1943, tijdens de neergang van de Asmogendheden.

Nederland liet de goudstandaard als laatste van alle landen los op 27 september 1936; 2 dagen na Frankrijk en 4 jaar na de tumultueuze, maar richtinggevende herfst van 1932. De Val van de Goudstandaard vond tevens 8,6 jaar plaats voor 4 mei 1945. Het geeft misschien een indicatieve datering voor de definitieve verwikkelingen rond de euro, namelijk 27 september 2022 (= 1936 + 86). Dat moment valt tevens vrijwel honderd jaar na de versnelling van de Duitse hyperinflatie. Een sprongetje van 8,6 jaar vanaf 27 september 2022 brengt ons op 4 mei 2031. Dat is weer de honderdste verjaardag van de creditanstalt crisis en uiteraard precies 86 jaar na het einde van WOII: dodenherdenking.

Het crisisbouwwerk zit stevig in elkaar. De huidige extreme situatie in het monetaire stelsel lijkt via het aanstaande Juliusjaar verweven te zijn met erop volgende (geo)politieke crises.

Op 20/22 oktober 2025 wordt de Millennium cyclus weer gepasseerd, maar dan op 86 jaar vanaf de herfst van 1939 (WOII). De datering oogt dan ook relevant. Het is misschien deels als markering van een politiek eindspel in Europa en de VS en deels als geopolitiek scharnierpunt richting Oost-Azië.

Ten aanzien van Oost-Azië: Armstrong verdeelt zijn 8,6 jaars golfjes in 4 delen van 2,15 jaar. Met zo’n breuk van 4 kan ten aanzien van Oost-Azië een zeer duidelijke trede op de crisistrap gevonden worden op 13 december 2027. Het is 2,15 jaar na de passage van de Millennium cyclus op 20 oktober 2025 en valt 86 jaar nadat de Amerikanen en Britten in Zuidoost-Azië door de Japanners militair klop kregen in december 1941. Maar belangrijker: 13 december 2027 valt daardoor exact 4 + 86 (=90) jaar na de historisch beladen val van Nanking (13 december 1937).

Hoewel Azië niet letterlijk op dezelfde Pi-frequentie zit als Europa, is het markant dat vanaf de Millennium cyclus toch de relevante datum voor de Val van Nanking in de Tweede Chinees-Japanse oorlog kan worden bereikt met een breuk – in dit geval een ¼ – en de turbo van 4 + 86 jaar.

Potentiële data voor draaipunten in de komende geopolitieke systeemcrisis zijn:

17 maart 2020 – Start Juliusjaar – 2064 jaar na Munda.

15/17 maart 2021 – Einde Juliusjaar – 2064 jaar na apotheose moord op Julius.

27 september 2022 – Monetaire en politieke crises: o.a. het eindspel van de euro.

20/22 oktober 2025 – Millennium cyclus: eindspel politieke crises in Europa/VS

13 december 2027 – Sleuteldatum: confrontatie in Oost-Azië.

22 oktober 2029 – Crisis voorbij het maximum.

4 mei 2031 – Iedereen is crisismoe: adempauze.

27/29 mei 2034 – Millenniumcyclus: opstart naar crisis finale.

20 juli 2036 – Hoogtepunt crisis finale

29 mei 2037 – Munda + 2064 jaar + 17,2 jaar

De sleuteldatum 13 december 2027 zit op de helft van de range van 2020 tot 2036 die Ingo Piepers gaf als systeemcrisis. Het eerste crisis maximum lijkt tot aan de herfst 2029 te vallen. Een adempauze kan de eerste helft jaren dertig gaan karakteriseren voor een finale vanaf medio 2034 tot 2037. De dateringen 27/29 mei (2034 – 2037) vallen 86 jaar na een serie gewapende conflicten vanaf lente 1948 in landen die destijds periferie waren. Daarnaast is 27/29 mei 2034 een turbo van 4 + 86 jaar verwijderd van begin apotheose WOII in late lente van 1944.

Het hoogtepunt van de finale valt 8,6 jaar na de sleuteldatum van 13 december 2027. Het levert de datum 20 juli 2036 op en valt 86 jaar nadat de Amerikanen in juli 1950 in de Slag bij Taejon in de Koreaanse oorlog betrokken raakten. Andermaal is het stipt op de Aziatische Pi-frequentie. De start van de Hongkong protesten (vroege voorjaar 2019) vielen iets voor 8,6 jaar tot aan de sleuteldatum. De hele systeemcrisis van 17,2 jaar eindigt overigens vrijwel exact 40 jaar na begin Azië-crisis (14/15 mei 1997).

Samenvattend, de techniek van Armstrong gebaseerd op Pi is in dit essay gebruikt en aangepast om inzichten te verkrijgen over de wereldoorlog zoals geponeerd door Ingo Piepers. De 223,6 jaars cyclus en de 40 stappen van Julius Caesar vallen allebei op 17 maart aanstaande. Daarna volgt in dit aangepaste model een eigenaardig jaar dat samenhangt met de moord op Julius Caesar en daarom tot Juliusjaar is gedoopt. Het vormt allicht de overgang richting grote monetaire en (geo)politieke volatiliteit. De millenniumcyclus en een concept dat in dit essay ‘crisisturbo’ wordt genoemd, zijn gebruikt om explosieve dynamiek te kunnen detecteren.

De conclusies van Piepers wetenschappelijke methode worden deels ondersteund met deze niet-wetenschappelijke, numerologische technieken. De technieken vergen interpretatie, maar kunnen details naar voren halen die met de natuurwetenschappelijke methode duister blijven.

De relatie tussen monetaire en geopolitieke extremen kan hiermee bijvoorbeeld worden belicht. Dat is relevant vanwege een historisch vaak voorgekomen crisisdynamiek, waarbij ernstige economisch-monetaire instabiliteit vooraf ging aan politieke revoluties en militaire confrontaties. Hoewel Europa op dit punt allicht in problemen gaat komen door de euro, suggereert de analyse echter, dat de brede crisiscontext voor de komende 17,2 jaar om een geopolitieke herpositionering van Azië draait. Toeval of niet: de crisisdynamiek lijkt in China reeds te zijn opgestart met het virus.

Lees meer artikelen van Erwin Langewis.