Vicki Van Lommel – Kinderen en volwassenen in kwetsbare positie door Nederlands coronabeleid

23-04-2020 13:31

Kinderen lopen weinig risico. Daarom het advies voor parttime schooltijd in plaats van fulltime schoolopvang en voor kinderopvang. De crèche is de plaats waar de kans vele malen groter is dat alle secreties door kinderen met elkaar worden gedeeld. Waarbij kinderen, waarvan de ouders geen opvangalternatief hebben, het meest kwetsbaar zijn. Om de dag nemen ze de gedeelde virale en bacteriële vriendjes mee naar school om deze samen met juf, meester en klasgenootjes te delen. Docenten zijn vooral druk met het handhaven van de basis-coronaregels waardoor er minder tijd dan thuis voor onderwijs overblijft. Het schoolwerk dat kinderen op die dagen niet af hebben mogen ze inhalen op de dagen dat ze bij mama en papa thuis zijn, naast de reguliere hoeveelheid schoolwerk. Aangezien vele ouders het allemaal slikken en niet laten weten dat ze veelvuldig worstelen met de onmogelijke werk-schoolcombinatie kan dat er ook nog bij.

De regering schuift liever haar verantwoordelijkheid af en legt deze bij docenten en scholen neer. Zij mogen zelf inhoud geven aan de versoepeling. Het kind, waar het echt om gaat, krijgt helemaal geen inspraak. Die wordt ongevraagd blootgesteld aan docenten die mogelijk niet komen opdagen of hun individuele angsten reflecteren op vele kinderen die weerloos moeten incasseren. Over hun hoofden wordt ongevraagd corona als lesonderwerp uitgestort in plaats van het te hebben over leuke dingen waar het in deze tijd met kinderen vooral over zou moeten gaan. Met thuisschooldagen en reguliere schooldagen door parttime school wordt de noodzakelijke rust, reinheid en regelmaat voor kinderen ondoordacht verstoord.

Ondertussen houdt een significant deel van de mensen zich niet meer aan de 1,5 meter afstandsregel. Mensen lopen schrijlings langs wachtende mensen, ook al is er de mogelijkheid om zelfs drie meter afstand te bewaren. Het maatschappelijke draagvlak is zo goed als op, alsook de natuurlijke menselijke behoeften niet te negeren, en toch denkt de regering door polderlogica waarvan de maatregelen zich op meerdere terreinen tegenspreken mensen te overtuigen dat ze hun natuurlijke menselijke behoeften nog langer kunnen uitstellen. Alsof álle menselijke behoeften zomaar uitgesteld kúnnen worden. Pasgeboren zoogdieren, dus ook de mens, gaan dood door het onthouden van affectie. Op dit moment sterven er mogelijk meer ouderen aan eenzaamheid dan aan corona terwijl familie in groten getale, ondanks een samenscholingsverbod, elke zondag op de parkeerplaatsen van rust- en verzorgingstehuizen staat te zwaaien.

Passend onderwijs was al een sinecure voor kinderen waarvoor geen passend onderwijs bestaat en waarvoor het beste compromis meestal slechts ver van huis te vinden is. Niet op het platteland waar ze wonen maar enkel in steden. In coronatijd is dat passend onderwijs helemaal ver te zoeken. Ouders lopen nu nog meer aan tegen een schoolsysteem dat geen oog heeft voor de woon-werksituatie van ouders. Zij die ver moeten reizen om hun kinderen dagelijks naar school te brengen worden nu in een situatie gedrukt waarin ze tot wel drie of vier uur per dag kwijt zijn aan schoolreistijd terwijl ze ook nog steeds moeten thuiswerken, waardoor ze helemaal niet meer aan werken toekomen.

Door de aangekondige versoepeling van de regels mogen kinderen na school ook sporten. Kinderen die niet aangesloten zijn bij een sportclub mogen ook meesporten waarbij de 1,5 meter afstandsregel onder de twaalf jaar niet dient te worden gehandhaafd. Dat sportclubs al financieel onder druk staan weerhoudt de overheid niet om te stellen dat zij nu ook hun deuren moeten openstellen voor kinderen waarvan de ouders niet bereid zijn lidmaatschapsgeld te betalen. Scholen daarentegen kunnen slechts op halve kracht draaien. In plattelandsgemeenten dienen ouders ondertussen rond te dwalen, maar bij voorkeur te wachten in de auto, terwijl de kinderen aan het sporten zijn. De afgelopen tien jaar zijn in dorpen immers vele voorzieningen weggesaneerd waardoor bijna geen sportclub van voldoende niveau nog overbleef en er nu dus onvoldoende sportieve uitdaging voor kinderen is overgebleven in het buitengebied. En die kaalslag gaat gestaag door.

Corona trekt ook hier een harde scheidslijn tussen stad en platteland. Het platteland is de plek waar als eerste wordt bezuinigd en waar coronamaatregelen het minst oog hebben voor de uitzonderlijke positie van ‘niet-gemiddelde’ kinderen in plattelandsgemeenten. Waar deze kinderen in zekere zin tot nu toe tegen de regel in buitengewoon geluk hadden met de ‘intelligente’ lockdown omdat het hen de meeste ruimte gaf om na schoolwerk in alle vrijheid buiten te spelen. Maar waar ze bij de eerste de beste coronaversoepeling er direct aan worden herinnerd dat in de regel de samenleving er niet voor hen is: kwalitatief onderwijs, sport, zorg, naast voldoende werk voor hun ouders, laat staan hoogopgeleid werk, zijn in de regel op het platteland ver te zoeken.

Laat het niet zo zijn, zoals sommigen beweren, dat de angst voor het coronavirus overdreven is. Wat rechtvaardigt anders het zo mensonterend kwetsbaar houden van mensen en het ontnemen van miljoenen mensen hun bestaanszekerheid, in Nederland nog zeker tot en met 24 mei en voor velen misschien nog veel langer?