Roderick Veelo – Maak ‘diversiteit & inclusie’-twittermobs niet groter dan ze zijn

09-10-2020 10:44

Er zijn beelden bewaard gebleven van het moment dat Saddam Hoessein in Irak de absolute macht verovert. Dat deed hij op 22 juli 1979 en, zoals het een dictator betaamt, met gebruik van angst.

Hij riep voor die dag de top van de regerende Baath-partij bijeen. Een paar honderd man in een zaal had geen idee wat er op de agenda stond.

Toen Saddam het woord nam deelde hij de aanwezigen mee, dat hij een complot tegen hem had ontdekt. Een hoge partijfunctionaris liep het podium op en werd door Saddam geïntroduceerd als het brein achter het complot.

De man vertelde dat hij niet alleen gehandeld had en dat de medeplichtigen zich in de zaal bevonden. Hij ging namen noemen. Stille paniek maakte zich meester van de zaal.

Een eerste naam. Veiligheidstroepen voerden de ‘samenzweerder’ af. Iedereen wist dat genoemd worden een doodvonnis betekende.

De partijfunctionaris op het podium noemde tien namen. En toen nog eens tien. Terwijl de ‘samenzweerders’ één voor één werden gearresteerd genoot een rokende Saddam Hoessein van de angst in de zaal en van zijn groeiende macht.

Het namen noemen ging nog even door. Uiteindelijk zouden 66 politieke kopstukken uit de zaal verdwijnen; 22 werden er onmiddellijk geëxecuteerd.

Voor alle anderen in de zaal en voor iedereen in Irak restte niets dan trouw en absolute gehoorzaamheid aan de dictator. In een poging om misverstanden en de dood op afstand te houden betuigden de overlevenden openlijk hun liefde voor Saddam en werd er geapplaudisseerd voor het oppakken van de ‘samenzweerders’.

Ze schreeuwen ‘lang leve Saddam!’ alsof hun leven er vanaf hing. En dat was ook zo.

Het zou absurd zijn te beweren dat we leven in een tijd waarin wij in het Westen te vrezen hebben voor een dictator als Saddam Hoessein. Maar wat het gruwelijke tafereel illustreert is dat angst de snelste weg naar gehoorzaamheid is.

En er is angst te over. Niet de doodsangst van een zaal vol verzonnen complotteurs, maar de vrees om veroordeeld te worden wegens het ondermijnen van de onbetwistbare maatschappelijke opdracht tot ‘diversiteit & inclusie’.

Hoe groot die angst is zien we voortdurend aan het applaus dat dit adagium krijgt als organisaties een veroordeling vrezen.

Vorige week schorste wielerploeg Trek-Segafredo de Amerikaanse wielrenner Quinn Simmons na het gebruik van een bruin handje in een Twitter-bericht.

Simmons reageerde daarmee op een tweet van de Nederlandse wielerjournaliste José Been. Zij had na het debat tussen Trump en Biden haar volgers, die van plan zijn om op Trump te stemmen, gevraagd te vertrekken. Simmons blijkt dat van plan en zei Been vaarwel met het woord ‘bye‘ en een bruin handje.

Simmons is niet bruin en Been ook niet, maar Twitter-volgers van de Amerikaanse wielrenner zagen er een daad van racisme in en zorgden voor ophef. Dat resulteerde in paniek bij de leiding van de wielerploeg. De ploegleiding schorste Simmons onmiddellijk voor onbepaalde tijd en bracht een statement naar buiten:

“We zijn een organisatie die waarde hecht aan een meer diverse en rechtvaardige wielersport. Helaas heeft onze renner Quinn Simmons online statements gemaakt die naar onze mening verdeeldheid zaaien en opruiend zijn.”

Het handje van Simmons (of zijn bekentenis dat hij Trump zal stemmen?) is volgens de ploegleiding opruiend, zaait verdeeldheid en ondermijnt de opdracht tot een diverse en rechtvaardige wielersport. Ik heb geen idee waar Trek-Segafredo het over heeft, maar over doping blijkt het niet te gaan.

Er zijn diversity officers, politici, activisten, columnisten, raden voor cultuur en gebruikers van sociale media genoeg, die voor ons de saboteurs van ‘diversiteit & inclusie’ weten aan te wijzen.

Organisaties die ‘te wit’ zijn, orkesten met een te westers repertoire, mensen met zogenaamd opruiend of kwetsend taalgebruik en anderen die om wat voor reden dan ook voor racist, seksist of transfoob uitgemaakt kunnen worden.

De angstcultuur die daaruit voortkomt is begrijpelijk. Instellingen raken hun subsidies kwijt en worden in hun bestaan bedreigd. Bedrijven vrezen reputatieschade. En niemand zit te wachten op een Twitter-mob die jou tot bij je baas aan toe beschuldigt van racisme.

Alle angsten zijn familie van elkaar en houden mensen uiteindelijk gedeisd als de dreiging maar groot genoeg voelt. Eieren voor geld; conformeren in ruil voor veiligheid.

Maar een Twitter-mob wordt in nog geen duizend jaar een Saddam Hoessein. Het zijn in dit geval mensen die teveel tijd en een laptop hebben en die van het dogma ‘diversiteit & inclusie’ hun religie hebben gemaakt.

Maak ze vooral niet groter dan ze zijn! Als de wielerploeg van Quinn Simmons niet zo bang was geweest en niet zo’n potsierlijk statement naar buiten had gebracht was de ophef overgewaaid en had Simmons lekker kunnen doorfietsen.

In plaats daarvan heeft hun angst de redeloze hordes machtiger gemaakt dan ze ooit konden dromen. Intimidatie die werkt, smaakt naar meer. En andersom geldt hetzelfde: tegenover een mens vrij van angst is de tiran in wezen machteloos.

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLNieuws.nl.