Politiek

Ibrahim had een leuk leven, tot de D66-politie aan de deur stond

24-02-2021 17:30

Ibrahim had een leuk en mooi leven. Hij ging met plezier naar school, hij zou naar het vmbo gaan om een leuke vakopleiding te leren en ondanks dat zijn ouders na al die jaren in Nederland wonen nog steeds geen Nederlands spraken (want dat hoefde niet van de plaatselijke PvdA, dat was ‘racistisch’) sprak Ibrahim zelf vloeiend Nederlands.

Ibrahim woonde in een buurt waar hij het naar zijn zin had. Er waren veel jongens van zijn leeftijd en er waren voor elke jongen van zijn leeftijd zevenentwintig straatcoaches, jongerenwerkers, straathoeksoftetypes, handhavers, moskeevaders,  gesubsidieerde Ibrahim-coaches, sportconcretiseerders, verbinders, verdiepers, therapeuten (V), kloofoverbruggers, dialoogvoerders, ketenmariniers, transitieconsulenten en zo nog wat hinderlijke gesubsidieerde blanke mannen en vooral vrouwen van middelbare leeftijd. De meeste van die vrouwen heetten Ellie, net als de vrouwen die ‘Welkom in mijn land’ zongen toen Ibrahim met zijn ouders in Nederland aankwam. Ibrahim en zijn vrienden uit de wijk hadden elke avond weer even veel plezier in het leegtrekken en om de tuin leiden van al die softe hippies en linkse goedgelovige sukkels die zich elke avond weer als een imbeciele evangeliër aan Ibrahim en de rest van de Mohameds, Achmeds en Rachids probeerden op te dringen.

Voor Ibrahim en zijn leeftijdsgenoten was het leven kortom meer dan prima, dat zijn ouders weinig verdienden met hun minisupermarktje maakte voor Ibrahim niet zo heel veel uit. Alles was toch gesubsidieerd, zelfs de Miele wasmachine was gratis, en zo niet dan sprak hij gewoon één van die opdringerige linkse volwassenen in zijn wijk aan. Dan zette hij een zwaar Marokkaans accent op en riep dan wat willekeurige dingen over drugscriminaliteit en ISIS. Vrijwel altijd kreeg hij dan de volgende dag wel wat hij wilde hebben.

Maar op een ochtend kwam de D66-politie aan de deur. De D66-politie had namelijk te horen gekregen dat Ibrahim naar het vmbo wilde en dat Ibrahim een leuk leven had. Dat was niet de bedoeling, zei de D66-politie. “Als je Ibrahim heet hoor je je onderdrukt te voelen”, zei de D66-politie. Dat de ouders van Ibrahim weinig verdienden bleek ook al niet de bedoeling te zijn. “Jij, Ibrahim, voelt je elke dag heel kut omdat je ouders te weinig verdienen. Wist jij dat niet?”, vroeg de D66-politie aan Ibrahim terwijl er peuken op zijn lichaam werden uitgedrukt en een felle lamp in zijn gezicht werd geschenen. Nee, dat wist Ibrahim niet, maargoed, Ibrahim was de kwaadste niet, hij wilde best even doen alsof hij zich kut voelde, als dat beter was volgens de D66-politie. “En je woont in de verkeerde wijk, Ibrahim. Met de verkeerde mensen, Ibrahim. Daarom voel jij je kut, Ibrahim, en daarom spreek jij slecht Nederlands, Ibrahim, en daarom moet jij naar het vmbo terwijl jij naar het gymnasium wil, Ibrahim”, zei de D66-politie. “Ik wil helemaal niet naar het gymnasium en de enige verkeerde mensen in de wijk zijn die gesubsidieerde bemoeizuchtige maakbaarheids-Ellie’s en verder spreek ik nog beter Nederlands dan jullie, want ik heb tenminste niet zo’n zielige gemaakte Gooische ‘R’ waardoor het lijkt alsof ik voor de VPRO presenteer”, zei Ibrahim tegen de D66-politie. “Wij verstaan je niet”, zei de D66-politie, “en als we je wel zouden verstaan dan nog zouden we je niet horen, want wij praten uitsluitend over Ibrahims, niet met Ibrahims.”

Uiteindelijk werden Ibrahim en zijn ouders verbannen naar een ‘goede wijk’. Het was een wijk vol ziekmakende windmolens en iedereen had er een bakfiets. Er was geen minisupermarkt, wel een biologische groentejuwelier, en er woonden ook geen andere Ibrahims, alleen maar kinderen die gekleurde broeken droegen en een hockeystickhouder op hun hippe stadsfiets hadden. De ouders van Ibrahim kregen voortaan elke maand heel veel gratis geld van de D66-politie en hoefden nooit meer te werken, laat staan Nederlands te spreken. Dat vonden de ouders van Ibrahim prima, ze lagen nu gewoon elke dag de hele dag op bed televisie te kijken.

Toen in september bleek dat Ibrahim niet naar het vmbo mocht maar naar het gymnasium moest besloot Ibrahim zich aan te sluiten bij de Mocro Mafia en zijn geld te gaan verdienen als huurmoordenaar. “Een kans voor Ibrahim”, zei Ibrahim en hij lachte zijn gouden tanden bloot.

De D66-politie begreep er helemaal niks van en dertig jaar later, toen bleek dat talloze door de D66-politie opgepakte Ibrahims huurmoordenaar waren geworden of zich hadden aangesloten bij ISIS, of beiden, deed de D66-politie nog altijd alsof ze er helemaal niets van snapten. Dat Ibrahim nog liever crimineel werd dan consultant met een bakfiets en Hugo de Jonge-schoenen bleef voor altijd het grote mysterie voor de D66-politie. ‘Iedereen wil toch consultant met een bakfiets worden’, zo was de leidende gedachte bij de D66-politie.

Maar echt mét een Ibrahim praten in plaats van óver een Ibrahim, dat heeft de D66-politie in al die jaren nooit gedaan. Ibrahims, en eigenlijk iedereen behalve de D66-politie zelf, hadden maar gewoon te luisteren naar de D66-politie. ‘Wij zijn niet voor niks hoog opgeleid’ was dan ook het motto van de D66-politie. En dat bleef het motto van de D66-politie.