Politiek

Ronald van Raak – Verdwijning op het Binnenhof (7): Een hemelse verjaardag

29-04-2022 14:20

Ronald van Raak verdwijning op het Binnenhof

Dit is de bekentenis van senator Ferd Goud, over de verdwijning van een jonge politica. Een verhaal dat zich grotendeels afspeelt in de geheime gangen en de verborgen kelders van het Binnenhof, dat de komende jaren is gesloten. In dit zevende deel schrijft Goud over zijn zestigste verjaardag, die hij samen met Greetje vierde. Die hem verraste met een bijzonder document – waarna de avond voor hen allebei nog meer verrassingen bleek te hebben.

Doneer aan TPO!

Zestig jaar worden is voor niemand leuk en zeker niet voor een man alleen. Na mijn studietijd heb ik mijn verjaardag eigenlijk nooit meer gevierd. Het valt ook nog eens op een onmogelijke datum, tussen Kerst en Nieuwjaar, twee feesten die ik ook het liefst in stilte voorbij laat gaan. Voor mensen zoals ik is december geen gemakkelijke maand, de enige familie die ik had was een oudere zus, maar die leefde in het buitenland – en met haar had ik al lang geen contact meer. Met de Kerst had ik nog overwogen om Berndt uit te nodigen, maar daarvan toch afgezien; voor hem hadden deze religieuze dagen een andere betekenis dan voor mij.

De uitnodiging van Greetje was een verrassing, maar een leuke. Ze had zelf een kaartje in mijn brievenbus gedaan, er zat geen postzegel op. Ze nodigde me uit voor een etentje. Het was goed om haar weer eens te spreken, want er was in de weken daarvoor van alles gebeurd. Ik was benieuwd naar haar huis, waar Berndt eerder over had geschreven in zijn berouwvolle brief. Het was toevallig ook nog op mijn verjaardag, dat kwam helemaal goed uit, hoewel dat toch niet zo’n toeval bleek te zijn. Het oude laboratorium kende ik wel, het was een gezichtsbepalend gebouw voor dit deel van de stad. Ik had echter nooit beseft dat hier mensen woonden en vooral niet hoe die woonden.

Het gemeentelaboratorium stamde nog uit de tijd van Thorbecke en was deel geweest van de universiteit, tot het een paar jaar eerder was verkocht. Dit was een van die onzalige besluiten in deze jaren, waarin waarde nog slechts werd uitgedrukt in geld en de overheid al haar tafelzilver verkocht voor een paar zilverlingen – en de projectontwikkelaars slapend rijk werden. In het chique pand waren ruime appartementen gebouwd en het bovenste was van Greetje. Nadat ik had aangebeld duurde het even voordat ze beneden was om de deur te openen. Daarna begeleidde ze me door de gangen en over de trappen naar boven – over tapijten en onder kroonluchters. Langs wanden die zo nu en dan werden onderbroken door de entrees van de appartementen.

Een bijzonder cadeau voor Goud

Bijna boven liep de brede gang uit op een steile trap, met geel tapijt en witte muren, een opgang die breed begon maar met de ronding van de wanden naar boven toe smaller werd. Het voelde alsof ik in een oosters paleis de privévertrekken betrad van een prinses. Greetje liep op blote voeten voor mij de trap op. Ik kon begrijpen waarom Berndt zich bij zijn onzalige bezoek zo onzeker had gevoeld. Greetje bewoonde een enorme en hoge vierkanten ruimte in een moderne en klare stijl, die aansloot bij haar karakter. Met kunst en boeken; voorwerpen en meubelen die kostbaar waren, maar niet pedant. Een schoonheid die storend kon zijn, maar door het gemak waarmee Greetje zich hierin bewoog toch gewoon en alledaags leek.

Rechts aan de kant van de straat was een open keuken en links aan de grachtzijde waren hoge ramen die een uitzicht boden over de oude stad. De wanden van het appartement waren voorzien van grote kunstzinnige portretten, enkele ervan waren van collega-modellen, maar geen daarvan was van Greetje zelf. De ruimte was ingericht in delen om te eten en te werken en te rusten en te relaxen, subtiel gescheiden door lage kastjes met allerlei voorwerpen en verrassend veel boeken. Midden in de ruimte was een trap naar een bovenverdieping: het slaapvertrek van Greetje. Een reusachtige koepel gaf uitzicht op de hemel.

Nadat ze mijn jas had aangenomen, maar nog voordat ik op een bank kon plaatsnemen, pakte ze een klein pakketje van tafel, gaf ze me een snelle zoen en feliciteerde ze me met mijn verjaardag. Ik ben niet zo van het sentiment, maar moet toegeven dat het me wel wat deed dat zij op deze dag aan mij had gedacht. Het pakketje was verpakt in het lichtbruine papier dat ik herkende van de betere antiquariaten. Greetje bleef me vol verwachting aankijken, alsof ze het voor zichzelf spannender vond dan voor mij. Nadat ik het pakje had geopend was ik sprakeloos en moest ik gaan zitten. Ik denk niet dat een beter cadeau mogelijk was geweest. Een bijzonder boek waarvan ik het bestaan wel kende, maar dat ik zelf nog nooit in handen had gehad.

Een fijn en intiem diner

Berndt had dit unieke verslag gevonden op één van zijn speurtochten en Greetje had het snel gekocht. Hoeveel ze had betaald wilde ze niet zeggen, maar het moet een flink bedrag zijn geweest; dit was een stuk dat een historisch museum graag zou willen hebben. Ze had Berndt uitgenodigd voor deze avond, vertelde ze, maar die had daar vanaf gezien. Greetje wist niet van de brief die hij me had geschreven, zoals ik nog niets wist van de notities die zij van het bezoek van Berndt had gemaakt – haar notitieboek zou ik pas later in handen krijgen. Ik bedoel dit zeker niet als een verontschuldiging, maar die avond wist ik nog helemaal niets van de kinderwens van Greetje.

Aan het middelste raam aan de gracht had ze een dinertafel ingericht, in een fijne en intieme sfeer. De kaarsen op tafel werden aangestoken en de lichten in de woning gedimd. We zaten in onze eigen wereld, verborgen in de duisternis van deze woning en de weidsheid van de donkere stad. Greetje schonk wijn voor me in en ook voor zichzelf, dit was de eerste en de laatste keer dat ik haar alcohol heb zien drinken. Het verwonderde me opnieuw hoe ik me bij haar op m’n gemak voelde, iets wat ik bij andere vrouwen nooit heb gehad. Alles bij Greetje leek natuurlijk en vanzelfsprekend, nooit kreeg je het gevoel dat iets goed was of slecht – alles was gewoon zoals het was.

De verrassing van de premier

Greetje had in Den Haag flink wat stormen over zich afgeroepen, maar die ook dapper weten te doorstaan. Ze leerde dat ze als Tweede Kamerlid woordvoerder was van de partij en daar rekening mee moest houden en de fractie merkte dat haar ongewone optreden een extra kleur gaf die de partij goed kon gebruiken. In de politiek wordt je afgerekend op alles wat je doet, maar de criteria kun je mede zelf bepalen. Greetje had nu eenmaal een ‘rafelig randje’, zoals Annemijn zei, en met dat profiel bleek ze zich in de Kamer en in de krant meer te kunnen veroorloven dan andere politici. Als vertegenwoordiger van de grootste regeringspartij slaagde ze erin om een buitenstaander te blijven aan het Binnenhof en de Haagse politiek te bekritiseren.

Wat een bijzonder cadeau, dit historische verslag van de ‘grafsteden’ (of de grafkelders) onder de Hofkapel, waar ook Van Oldenbarnevelt moest liggen. Het boek deed me denken aan het telefoontje van de minister-president, dat ik enkele weken daarvoor had gekregen. Na de kreeftensoep vertelde ik Greetje dat Marc Rutte had gehoord van mijn interesse in dit onderwerp en over het boek dat ik aan het schrijven was en mij had uitgenodigd voor een bezichtiging. De resten van de kelders lagen deels onder zijn ministerie, dat grensde aan de Eerste Kamer. Vanaf de zijde van de senaat kon ik niet verder komen dan de buitenmuur van de oude catacomben en de premier was bereid om mij eens een kijkje te gunnen vanaf de andere kant.

Berndt had ik al eerder verteld over het aanbod van de premier en dat had ook zijn enthousiasme voor de zaak aangewakkerd. De speurneus slaagde erin om dit buitengewone boek te vinden en het me via Greetje op mijn verjaardag aan te bieden, alsof hij op deze wijze zijn roekeloze optreden wilde goedmaken. Ik vond dat mooi van Berndt en ook wel ontroerend. Greetje wilde weten wat dit voor document was. Ik vertelde haar dat dit het persoonlijke verslag was van de toenmalige griffier van de Tweede Kamer, van de opgravingen die waren gedaan nadat in 1879 de oude Hofkapel werd afgebroken. Met bijzondere informatie over de vele graven die daar destijds werden aangetroffen.

De tijd vergleed in eeuwigheid

Na de volgende gang, een visschotel, bleef Greetje de witte wijn doorschenken en wilde ze weten wat voor onderzoek Berndt deed. Die hield zich bezig met wat ik maar de ‘God van Multatuli’ noemde, de beroemde schrijver van de Max Havelaar, die volgens Berndt ook een interessante theoloog was. ‘Maar Multatuli was toch een atheïst?’, wierp Greetje tegen. Berndt had de interessante opvatting dat atheïsten gelovigen zijn in spiegelbeeld; hun ongeloof zou volgens hem dezelfde denkpatronen volgen als die van gelovigen. De God van Multatuli was de Rede, ofwel de logica achter de schepping. Alles heeft zo zijn oorzaken en ons verstand is veel te beperkt om al die oorzaken te kunnen zien, maar dat wil niet zeggen dat die er niet zijn. ‘Daarom maken historici zoals jij ook zo graag verhalen’, meende Greetje: ‘Zodat we die oorzaken toch nog een beetje met elkaar kunnen verbinden.’

‘Geschiedschrijving is denken over jezelf met de feiten van anderen’, zei Greetje ook, terwijl ze me proostend aankeek. Een citaat dat ik herkende van Maarten Koning, uit Het Bureau. ‘Jij denkt vast dat modellen allemaal dom zijn, maar misschien valt dat mee,’ zei ze uitdagend. De boekenrijkdom in haar appartement had mij al van het tegendeel overtuigd. Ze vertelde hoe ze in haar jaren als model veel had gereisd en vaak alleen op hotelkamers had gezeten, om te ontsnappen aan de drugs en de feesten die bij deze vluchtige wereld hoorden. Op die stille kamers las ze veel, zoals de romans van J.J. Voskuil. Waarin de tijd langzaam vergleed in eeuwigheid en de mensen zonder pretentie en de dingen zonder betekenis waren.

Met een calvados als nagerecht bedacht ik dat dit de mooiste verjaardag was die ik ooit had gehad. Greetje zette een muziek op die paste bij de intieme sfeer. Ze droeg een eenvoudige effen jurk in een licht blauw en liep nog altijd op blote voeten. Ze zat schuin achter de tafel en haar voeten staken daar speels aan voorbij. Haar elegante enkels onthulden een even zedige als brutale naaktheid. Ik voelde me overweldigd, door de omgeving, door het moment – en door Greetje. Na een stilte stak ze plots de vingers naar me uit en liepen we hand in hand door de donkere ruimte. Ongedwongen leidde ze me naar de trap en gingen we naar boven.

Uit het notitieboek van Greetje

30 december

Oudere mannen zijn toch anders dan jongere. Andere geluiden en andere geuren. Drank doet ook geen goed. Ferd viel in slaap en werd na korte tijd wakker. Ik deed of ik sliep en Ferd stond op en vertrok in stilte. Ik weet niet of ik dit goed heb gedaan.

Nadat Berndt was afgevallen wilde ik de gedachte aan een kind van me afzetten, maar dat lukte niet. Het was geloof ik het moment dat ik Ferd de wijn inschonk en besloot om zelf ook te nemen, alsof ik mijn voet van de rem wilde halen en de keuze aan hem wilde laten. Dit was toch ook zijn keuze, ik heb hem nergens toe gedwongen. Hij is oud en wijs genoeg.

Hoe zal hij reageren als ik in verwachting ben? Als ik dat al ben, ik weet niet hoe dat gaat op zijn leeftijd en ook niet hoe dat gaat met mij. Het zou een vreemd einde zijn van het jaar, maar wel een mooi begin van het nieuwe. Zo snel mogelijk maar een test doen.

In de achtste aflevering van Verdwijning op het Binnenhof beschrijft Goud zijn avontuur met de premier in de grafkelders onder het ministerie. Greetje nam ondertussen een belangrijk besluit.