Politiek

Volgens BIJ1 ‘anti-trans’-organisatie beantwoord alvast Kamervragen van Sylvana Simons

31-05-2022 11:40

Sylvana Simons BIJ1
Sylvana Simons, BIJ1.

Tweedekamerlid Sylvana Simons van BIJ1 heeft aan minister Kuipers (D66) van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen gesteld over de folder Pap, mam, ik ben trans van Het Gezinsplatform en de vrouwenorganisatie Stichting Voorzij. In haar vragen stelt Simons dat het ‘anti-transgenderflyers’ zouden zijn en dat Voorzij een ‘anti-trans organisatie’ is. Ook stelt Simons dat de flyer ‘niet gebaseerd zou zijn op medische feiten’.

Stichting Voorzij heeft die vragen hieronder alvast voor minister Kuipers beantwoord:

1. Is de minister bekend met de flyer ‘Pap, mam, ik ben trans’ van het christelijke platform GezinsPlatform.nl en de anti-transorganisatie Voorzij?

Stichting Voorzij is een feministische organisatie, die opkomt voor de rechten van vrouwen. Actievoeren tegen de negatieve gevolgen van extreem trans-activisme voor vrouwen en meisjes betekent niet dat de stichting ‘anti-trans’ is, net zomin als haar pro-vrouw standpunten ‘anti-man’ zijn. Uit de vraagstelling blijkt vooringenomenheid van lid Simons. De doelen, motivaties en overwegingen zijn veelvuldig met Kamerleden gedeeld. Kamerleden behoren die niet vervolgens te demoniseren ter versterking van hun eigen, ideologisch tegenovergestelde standpunt.

2. Wat is het oordeel van de minister over de inhoud van de flyer, die volgens de schrijvers ouders moet adviseren ‘om niet te snel mee te gaan in de gedachte van hun kind als het zegt transgender te zijn?’

Uit onderzoeken is gebleken dat dit medisch gezien de beste aanpak is. In de meeste gevallen (85-95%),, groeit een kind over de gedachten van het andere geslacht te willen zijn heen. De meeste kinderen die denken dat ze trans zijn, ontdekken in de pubertijd dat ze homoseksueel zijn en dat verklaart hun gevoel van er niet helemaal bij horen. Dit natuurlijke acceptatieproces wordt verstoord bij vroegtijdig bevestigen van de identiteit van het andere geslacht, zowel door sociale bevestiging als door het remmen van de puberteit met behulp van medicatie,.

3. Wat is het oordeel van de minister over frases als ‘Een man kan geen vrouw worden en een vrouw geen man’, hetgeen bijvoorbeeld een direct citaat uit de flyer is?

Dit laten we aan de minister over, maar we nemen aan dat geslachtelijkheid aan bod is gekomen tijdens zijn opleiding tot arts. ‘Man’ en ‘vrouw’ zijn in dit citaat gebruikt als verwijzingen naar de twee geslachten. Geslacht is een fysieke staat die biologisch bepaald is bij de bevruchting. Daarmee is het fysiek onmogelijk om van geslacht te veranderen. Als mevrouw Simons van BIJ1 meent dat dit bij de mensensoort Homo sapiens tóch mogelijk is, dan vragen wij of mevrouw Simons hiervoor wetenschappelijk bewijs kan aanvoeren. Tot op heden is ons geen onderzoek bekend dat dit bewijs levert.

4. Klopt het dat deze flyer verkrijgbaar is via de GGD, huisartsenpraktijken en apotheken, zoals vermeld in het Reformatorisch Dagblad?

5. Deelt de minister met BIJ1 de mening dat flyers, afkomstig zijn uit politieke platforms die zich niet berusten op medische dan wel psychologische expertise, geen plek mogen hebben bij zorginstellingen als GGD’s, huisartsenpraktijken en apotheken?

Vooropgesteld dat Stichting Voorzij en Het Gezinsplatform geen politieke platforms zijn, doet BIJ1 hier een onjuiste aanname door te stellen dat deze flyer niet berust op medische en psychologische expertise. Het van jongs-af-aan bevestigen van genderincongruentie, veelal bekend als ‘affirmatieve/bevestigende behandeling’, wordt internationaal betwist door experts uit verschillende divisies. Er is een gebrek aan bewijs over de permanente aard van genderincongruentie bij jongeren. Gecombineerd met zorgen over de gezondheidsconsequenties van medische ingrepen voor deze genderincongruentie, is terughoudendheid juist de strategie die steeds meer wordt aanbevolen.

6. Op welke manier rijmt, in uw mening, enerzijds de aanmoediging van deze organisaties aan ouders om terughoudend te zijn in het serieus nemen van de genderidentiteit van hun kinderen met anderzijds de algemeen geaccepteerde ambitie om de emancipatie van LHBTQIA+ personen te verbeteren?

De flyer pleit wel degelijk voor het serieus nemen van de gevoelens van het kind. Echter met de boodschap dat dit niet gelijk hoeft te staan aan het bevestigen van een geloof in het verkeerde lichaam te zijn geboren. Overtuigingen rond gender(identiteit) zijn nauw verweven met seksestereotypes en (niet-heteroseksuele) seksuele geaardheid. Dit maakt vooral kwetsbare groepen zoals autistische en homoseksuele jongeren vatbaar voor de overtuiging dat zij hun lichaam moeten corrigeren om te voldoen aan de maatschappelijke norm. Zij zijn gebaat bij het uitdagen van die normen, niet het bevestigen van deze pogingen om te conformeren.

7. Wat is volgens de minister de potentiële impact van zo’n flyer op jonge trans personen, bijvoorbeeld uit christelijke milieus, die moeite hebben om uit de kast te komen?

De flyer is niet opgesteld voor jonge transpersonen maar voor hun ouders die officieel de verantwoordelijkheid hebben voor hun kind. Uit de folder:

“Geef kinderen van jongs af zelfvertrouwen over hun eigen lichaam Neem de gevoelens van je kind serieus. Praat met je kind”

Stichting Voorzij en Het Gezinsplatform zien niet graag dat gezonde kinderen zonder enige terughoudend tot levenslange patiënten worden gemaakt, die iedere dag voor de rest van hun leven hormonen moeten slikken of spuiten. Waarom ziet BIJ1 dit wel graag?

Stichting Voorzij en Het Gezinsplatform hopen dat de minister inzet op de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd, zodat jongeren met deze problemen een gelukkiger toekomst tegemoet gaan zonder hun gezondheid te schaden met hormonen en chirurgische ingrepen en aansluitend levenslang patiënt zijn.

8. Hoe is de minister van plan om het veiliger te maken voor trans personen om het, in deze christelijk milieus, veiliger te maken voor trans personen zichzelf te zijn?

Er is een essentieel verschil tussen de vrijheid in het uiten van persoonlijkheid, gevoel voor smaak, en levensovertuigingen, en de gedachte dat lichamelijke eigenschappen niet diens “ware” eigenschappen zijn. Etniciteit, geslacht, lichaamslengte, dit zijn allemaal kenmerken die weliswaar onderdeel kunnen uitmaken van iemands identiteit, maar die ook onveranderlijk zijn. Een gevoel kan die fysieke kenmerken niet overschrijven of ongedaan maken. Waar BIJ1 hier de frase ‘zichzelf zijn’ gebruikt, wordt eigenlijk ‘zijn wat men verlangt te zijn [maar niet is]’ bedoeld. Nogmaals: de flyer benadrukt de gevoelens van het kind serieus te nemen, maar terughoudend te zijn in bevestigen ervan. Er wordt niet aangemoedigd tot afwijzing of bespotten en zeker niet tot geweld.

9. Is de minister bereid om zich in te spannen tegen pogingen van anti-LHBTI-organisaties om middels politieke flyers bij zorginstellingen de LHBTI-emancipatie tegen te houden? Zo ja, hoe zou hij dat willen doen? Zo nee, waarom niet?

De minister maakt zich sterk voor vrijheid van meningsuiting. Ook vrouwen en met name lesbische vrouwen mogen hun mening uiten. Net als organisaties van transgenders van de minister dingen mogen zeggen die de rechten van vrouwen aantasten en wij uw partij niet tegenhouden nu u de rechten van vrouwen wilt inperken. De Stichting Voorzij mag voor de belangen van (lesbische)vrouwen opkomen. De organisatie mag zich sterk maken voor de rechten van (lesbische) vrouwen op eigen voorzieningen waar ze geen mannen hoeven toe te laten die beweren dat ze trans zijn en dus ‘lesbisch’. Overigens is het daardoor feitelijk onjuist om te stellen dat Stichting Voorzij een anti LHBTI-organisatie is.

Download hier de Kamervragen met geannoteerde antwoorden hier.