Politiek

VVD en CDA willen allebei ruim een miljard euro bezuinigen op onderwijs

08-11-2023 16:34

Leraar aan het werk. (Pixabay)

VVD en het CDA zijn van plan zijn om aanzienlijke bezuinigingen door te voeren in het onderwijs, met bedragen in de honderden miljoenen, meldt het ANP. Dat bijkt uit een onlangs verschenen rapport van het Centraal Planbureau, waarin de verkiezingsprogramma’s zijn doorgerekend. In tegenstelling tot deze twee partijen, zijn de overige zes onderzochte politieke partijen (D66, GroenLinks-PvdA, JA21, CU, SGP en Volt)  over het algemeen juist van plan om meer te investeren in het onderwijs.

Fonds voor Onderzoek en Wetenschap opheffen

In het jaar 2028 streeft de VVD naar een jaarlijkse besparing van 1,3 miljard euro op het onderwijs, terwijl het CDA mikt op een besparing van 1 miljard euro. Onder de onderzochte partijen is Volt van plan om met een bedrag van 5,6 miljard euro juist aanzienlijk te investeren, het hoogste onder alle geanalyseerde partijen. Ook D66, GroenLinks-PvdA en JA21 hebben plannen om over het algemeen meer financiële middelen te alloceren naar het onderwijs. SGP en de ChristenUnie bevinden zich aan de andere kant van het spectrum, met intenties om niet te bezuinigen maar slechts beperkt te investeren. Een van de voornaamste bezuinigingsdoelwitten voor het CDA en de VVD is het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, dat is opgericht door het huidige demissionaire kabinet-Rutte. Beide partijen streven ernaar om dit fonds af te schaffen, waarmee ze elk 500 miljoen euro willen besparen. Bovendien hebben ze, in lijn met de ChristenUnie en de SGP, plannen om te bezuinigen op internationale studenten, onder andere door de omschakeling van bacheloropleidingen naar het Nederlands.

Leefgeld studenten

Vele politieke partijen hebben plannen om het leefgeld voor studenten aan te passen, maar opvallend genoeg hebben de VVD, CDA en JA21 geen specifieke plannen voor bezuinigingen of uitgaven op dit gebied. D66, GroenLinks-PvdA en Volt streven naar verhoging van de basisbeurs voor uitwonende studenten, waarbij Volt tegelijkertijd besparingen beoogt door de basisbeurs voor thuiswonenden af te schaffen, resulterend in een investering van 700 miljoen euro en een besparing van 600 miljoen euro. Daarnaast willen D66 en Volt de aanvullende beurs voor het mbo gelijkstellen aan die in het hoger onderwijs. Beide partijen willen ook lagere rentetarieven voor studenten die onder het leenstelsel vallen. Volt stelt zelfs een compensatie van 6 miljard euro voor deze groep voor, verspreid over meerdere jaren, terwijl ook GroenLinks-PvdA een vorm van compensatie wil bieden. JA21 heeft daarentegen plannen om 500 miljoen euro te investeren in verbeterde salarissen voor docenten, terwijl GroenLinks-PvdA 200 miljoen toewijst voor dezelfde doelstelling. D66 wil 300 miljoen euro besteden aan het verhogen van de salarissen van docenten op basis- en middelbare scholen en nog eens 200 miljoen euro investeren in de salarissen van docenten in het mbo.

Ten slotte heeft een aantal politieke partijen ervoor gekozen om hun partijprogramma niet door het Centraal Planbureau te laten doorrekenen, waaronder Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt, de PVV en de BoerBurgerBeweging.