Gerald Imray, Sebabatso Mosamo, Pretoria, AP, 31 januari 2024 – Israël heeft de uitspraak van het hoogste gerechtshof van de Verenigde Naties van vorige week genegeerd door in een paar dagen tijd nog eens honderden burgers te doden in Gaza.
Dit zei de Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken woensdag, eraan toevoegend dat haar land heeft gevraagd waarom er geen arrestatiebevel is uitgevaardigd tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu in een zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen bij het aparte Internationaal Strafhof.
Minister van Buitenlandse Zaken Naledi Pandor zei dat Zuid-Afrika zou “kijken naar het voorstellen van andere maatregelen aan de wereldgemeenschap”.
Dit in een poging om Israël te stoppen met het doden van burgers tijdens de oorlog in Gaza tegen Hamas-terroristen, maar ging niet in op details.
Het Internationaal Gerechtshof van de V.N. beval Israël om alles te doen wat in zijn macht ligt om dood, vernietiging en genocide tegen Palestijnen in het gebied te voorkomen. Maar een staakt-het-vuren werd niet bevolen.
Het tussenvonnis bepaalde ook dat Israël dringend humanitaire basishulp naar Gaza moet brengen en binnen een maand een rapport moet indienen over de stappen die zijn genomen om de uitspraak na te leven.
Een topambtenaar van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het land hoopt dat de uitspraak van vrijdag op een breder niveau zal worden besproken in de Verenigde Naties, mogelijk al woensdag.
“Ik kan niet oneerlijk zijn. Ik geloof dat de uitspraken van het hof zijn genegeerd,” zei de Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken.
“Honderden mensen zijn de afgelopen drie of vier dagen gedood. En Israël gelooft duidelijk dat het een vrijbrief heeft om te doen wat het wil.”
Pandor zei dat het gevaar bestond dat de wereld niets zou doen om de burgerslachtoffers in Gaza te stoppen. En zei dat soortgelijke passiviteit had bijgedragen aan het verschrikkelijke dodental tijdens de genocide in Rwanda in 1994, toen meer dan 800.000 mensen werden afgeslacht in het Oost-Afrikaanse land.
“We staan toe dat dit opnieuw gebeurt, recht voor onze ogen, op onze tv-schermen,” zei Pandor.
De uitspraak van de rechtbank is bindend voor Israël en het land kan worden geconfronteerd met sancties van de VN als blijkt dat het de bevelen overtreedt, hoewel eventuele sancties kunnen worden tegengehouden door nauwe bondgenoot de Verenigde Staten.
Netanyahu heeft gezegd dat Israël “zal blijven doen wat nodig is om ons land en ons volk te verdedigen”.
Israël zegt dat het offensief gericht is op de vernietiging van Hamas.
Israël zegt dat het zich aan het internationaal recht heeft gehouden en zijn best doet om het aantal burgerslachtoffers in Gaza tot een minimum te beperken. Israël zegt meer dan 9000 terroristen te hebben gedood en beschuldigt Hamas ervan zich in burgergebieden te nestelen, waardoor het moeilijk is burgerslachtoffers te voorkomen.
De regeringspartij van Zuid-Afrika, het Afrikaans Nationaal Congres, vergelijkt het Israëlische beleid in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever al lange tijd met haar eigen geschiedenis onder het apartheidsregime.
Pandor zei ook dat Zuid-Afrika graag doorgaat met de zaak die het heeft aangespannen bij het aparte Internationaal Strafhof, een indicatie dat het land zijn juridische druk op Israël zal voortzetten. In de ICC-zaak beschuldigt Zuid-Afrika Netanyahu van oorlogsmisdaden en vraagt het hof om zijn arrestatie.
Het ICJ en het ICC zijn beide gevestigd in Den Haag, maar behandelen verschillende zaken. Het ICJ is een VN-rechtbank die beslist over geschillen tussen landen. Het ICC vervolgt individuen.
Een Zuid-Afrikaanse delegatie had vorige week in Den Haag een ontmoeting met de voorzitter en de aanklager van het ICC voor de uitspraak van het ICJ, zei Pandor. En benadrukte “onze bezorgdheid over het trage tempo waarin actie wordt ondernomen in zaken die we als dringende zaken aan hen hebben voorgelegd”.
Zuid-Afrika diende zijn zaak tegen Netanyahu in bij het ICC in november. Het ICC is hetzelfde gerechtshof dat vorig jaar een arrestatiebevel uitvaardigde tegen de Russische president Vladimir Poetin wegens vermeende oorlogsmisdaden in verband met het wegvoeren van kinderen uit Oekraïne.
“De ICC-aanklager verzekerde ons dat de zaak in behandeling is en wordt bekeken door zijn kantoor,” zei Pandor over de beschuldigingen van Zuid-Afrika tegen Netanyahu.
“Ik vroeg hem waarom hij wel een arrestatiebevel tegen de heer Poetin kon uitvaardigen, maar niet tegen de premier van Israël. Hij kon die vraag niet beantwoorden en deed dat ook niet.”
Israël heeft, net als Rusland, het verdrag dat het ICC in het leven riep niet ondertekend en erkent de autoriteit van het hof niet.
