In 2023 registreerde Nederland meer dan 38 duizend eerste asielverzoeken, wat een stijging van 8 procent betekende vergeleken met het voorgaande jaar. Opmerkelijk genoeg daalde echter het aantal nareizigers met 7 procent ten opzichte van 2022. Syriërs vormden net als voorgaande jaren de grootste groep onder de asielzoekers. Dat blijkt uit de laatste cijfers van het CBS gebaseerd op gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
De tweede helft van 2023 zag de hoogste instroom van asielzoekers, met meer dan 23 duizend eerste aanvragen uit de in totaal ruim 38 duizend. Een opvallende afname van 460 verzoeken werd genoteerd bij mensen uit Oekraïne ten opzichte van 2022. Syriërs bleven de meest voorkomende nationaliteit onder de eerste asielverzoeken met 13 duizend aanvragen, een lichte stijging ten opzichte van het voorgaande jaar.
Andere aanzienlijke groepen kwamen uit Turkije en Eritrea, waarbij vooral het aantal Eritrese asielzoekers met 72 procent toenam ten opzichte van het voorgaande jaar. Bijna driekwart van de asielzoekers die in 2023 hun eerste verzoek indienden, waren mannen, hoewel dit percentage hoger lag bij Syriërs en Jemenieten, respectievelijk 84 en 83 procent. Een significant deel van de asielzoekers was jonger dan 35 jaar, waarbij bijna 3 op de 10 zelfs jonger waren dan 18 jaar. Bij Eritrese asielzoekers was bijna de helft jonger dan 18 jaar.
Het aantal nareizende familieleden naar Nederland bedroeg iets meer dan 10 duizend in 2023, wat een daling van 800 ten opzichte van het voorgaande jaar betekende, voornamelijk als gevolg van een afname van nareizigers uit Syrië en Eritrea. Desondanks verdubbelde het aantal nareizigers uit Jemen. Van de nareizigers was 6 op de 10 een vrouw, waarbij iets meer dan de helft jonger was dan 18 jaar. Onder de nareizigers uit Syrië en Jemen was 6 op de 10 jonger dan 18 jaar.
