Redactie, TPO, 9 februari 2024 – Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft opnieuw zijn groeivoorspellingen voor de Nederlandse economie naar beneden bijgesteld, wat al de tweede keer binnen korte tijd is, meldt het ANP. Hoewel er in de komende jaren wel een toename van de economische groei wordt verwacht, zal deze langzamer verlopen dan eerder werd gedacht.
De Nederlandse economie groeide uiteindelijk in 2023 slechts met 0,1 procent, volgens de nieuwe schatting van het IMF. Voor dit jaar wordt een groei van 0,6 procent verwacht, gevolgd door 1,3 procent volgend jaar. Deze bijstelling is aanzienlijk, gezien het IMF eind januari nog uitging van respectievelijk 0,2 procent, 0,7 procent en 1,3 procent voor dezelfde jaren.
De herziening van de voorspellingen komt voort uit uitgebreid onderzoek dat de onderzoekers van het IMF recentelijk hebben uitgevoerd in Nederland. Een speciaal team van het IMF heeft gesprekken gevoerd met Nederlandse regeringsfunctionarissen en vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank (DNB) als onderdeel van een eerder geplande onderzoeksmissie.
Hoewel het nog om voorlopige bevindingen gaat, blijkt uit het rapport dat het IMF niet bijzonder pessimistisch is over Nederland, waarbij het opmerkt dat ondanks de recente groeivertraging de Nederlandse economie opmerkelijk veerkrachtig blijft.
De vertraging van de economische groei afgelopen jaar wordt voornamelijk toegeschreven aan de eerdere stijging van de energieprijzen, gecombineerd met hogere rentetarieven en verminderde vraag vanuit het buitenland. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de koopkracht van consumenten, wat resulteerde in afnemende consumptiecijfers in de eerste helft van het jaar.
Er was nog geen sprake van een opleving in de industriële productie en export, hoewel het IMF aangeeft dat de economie in de laatste drie maanden van vorig jaar enigszins herstelde, voornamelijk gestimuleerd door stijgende lonen en huizenprijzen. Bovendien drukten hogere rentetarieven nog steeds op de investeringen, aldus het IMF.
Desondanks blijven er enkele positieve aspecten, waaronder de historisch lage werkloosheid en de aanhoudende vraag naar personeel bij bedrijven. Tegelijkertijd lijkt de inflatie geleidelijk af te nemen, van 4,1 procent vorig jaar naar naar verwachting 3 procent dit jaar, om vervolgens te dalen tot 2,3 procent volgend jaar.
Het IMF merkt ook op dat de bankensector stabiel lijkt te zijn en dat er verbeteringen zijn op het gebied van overheidsfinanciën, ondanks de genomen steunmaatregelen om de impact van de hoge energieprijzen te verzachten.
