Binnenland

CPB: forse toename overheidstekort, maar wel koopkrachtherstel huishoudens

22-02-2024 14:17

Redactie, TPO, 22 februari 2024 – De Nederlandse economie keert na een jaar van stagnatie terug naar een gematigd groeipad. Dit blijkt uit een recent gepubliceerde Centraal Economisch Plan 2024 (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB).

Dit jaar herstelt de koopkracht van Nederlandse huishoudens, terwijl het overheidstekort de komende jaren toeneemt. Zonder beleidsmaatregelen zou het tekort vanaf 2028 de Europese 3 procent-norm overschrijden, aldus CPB-directeur Pieter Hasekamp.

Hij benadrukt dat heldere keuzes in beleidsambities noodzakelijk zijn, gezien de oplopende tekorten, arbeidsmarktkrapte en ruimtegebrek.

Stijgende uitgaven sociale zekerheid, zorg, defensie en rente

Onder ongewijzigd beleid voorspelt het CEP een aanzienlijke toename van het overheidstekort. In 2028 zou dit tekort naar verwachting 3,3 procent van het bbp bedragen, en in 2032 zelfs 4,6 procent ruim boven de Europese norm van 3 procent.

Deze toename wordt toegeschreven aan stijgende uitgaven op gebieden zoals sociale zekerheid, zorg, defensie en rente, die sneller stijgen dan de inkomsten. Daarnaast wordt verwacht dat de huidige onderuitputting afloopt, waardoor het saldo verder verslechtert.

De koerscorrectie die vorig jaar door de Studiegroep Begrotingsruimte werd geadviseerd, blijft daarom van cruciaal belang.

 

Mediane koopkracht stijgt 2,7 procent

Het Centraal Planbureau rapporteert dat de mediane koopkracht dit jaar aanzienlijk stijgt met 2,7 procent, waarbij alle inkomensgroepen erop vooruitgaan. Niettemin blijft de mediane koopkracht in 2025 nog steeds 0,5 procent onder het niveau van 2021, voorafgaand aan de energiecrisis.

De lage inkomens hebben echter aanzienlijk geprofiteerd van beleidsmaatregelen zoals de verhoging van het wettelijk minimumloon, gekoppelde uitkeringen, verhoogde huurtoeslag, arbeidskorting en kindgebonden budget.

Tegelijkertijd zien hogere inkomens hun koopkracht gemiddeld afnemen, met een afname van het aantal personen en kinderen dat in armoede leeft, als gevolg van genoemde beleidsmaatregelen.