De Nederlandse maakindustrie loopt mogelijk miljarden euro’s mis inzake een aankoop van onze eigen Defensie van nieuwe onderzeeboten. Defensie kijkt momenteel naar drie offertes, waarvan de Franse werf Naval Group de beste papieren lijkt te hebben, meldt WNL.
De langdurige dienst van de vier Walrus-onderzeeërs wordt als verouderd beschouwd, deze roemruchte onderzeeboten zijn gebouwd in eigen land. “Ze hebben het decennialang goed gedaan, maar zijn nu tot de draad toe versleten”, zegt defensiejournalist bij De Telegraaf, Silvan Schoonhoven.
Het dilemma van het kiezen tussen binnenlandse productie en uitbesteding aan buitenlandse werven ligt al tien jaar op tafel. De keuze voor de Franse werf Naval Group lijkt waarschijnlijk vanwege hun scherpe aanbieding.
Dit zou een zure pil zou zijn voor de Nederlandse Damen Shipyards Group, die een samenwerking heeft met een Zweedse werf voor hetzelfde project.
CDA-leider Henri Bontenbal bekritiseert het feit dat Nederland vaak de laagste prijs verkiest boven het behoud van binnenlandse werkgelegenheid en economische belangen, vooral wanneer er sprake is van buitenlandse staatssteun. Hij benadrukt het belang van investeren in de eigen maakindustrie, zelfs als dat meer kost.
De prijzen voor deze high-tech onderzeeboten zijn aanzienlijk, mede vanwege de geavanceerde systemen aan boord en de stijgende kosten in de defensie-industrie, versterkt door de situatie in Oekraïne en de algemene druk op defensiebedrijven.
Half maart zal de definitieve beslissing vallen, wat cruciaal zal zijn voor zowel de Franse als de Nederlandse betrokken partijen, met name de Nederlandse werf en maakindustrie.
