Politiek

Van der Burg drukt op pauzeknop: rechter vindt aanpak overlastgevende asielzoekers te ver gaan

06-03-2024 11:04

Eric van der Burg
Staatssecretaris Eric van der Burg (VVD). Jeroen Meuwsen Fotografie / Shutterstock.com

Redactie, TPO, 6 maart 2024 – Het ministerie van Justitie heeft besloten om voorlopig af te zien van het plaatsen van kansarme en overlastgevende asielzoekers in de zogeheten procesbeschikbaarheidslocatie in Ter Apel, meldt het RD. Staatssecretaris Eric van der Burg (VVD) heeft dit dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten naar aanleiding van een uitspraak van de rechter.

De betreffende locatie is afgesloten met hekken en hanteert een streng en sober regime, waarbij asielzoekers verplicht zijn om zich beschikbaar te houden voor de behandeling van hun asielaanvraag.

‘Onhoudbare situatie in de migratieketen’

Een paar weken geleden onthulde NRC dat justitieminister Yeşilgöz de strenge aanpak van de opvang niet liet voorbereiden door haar eigen team van justitieambtenaren. In plaats daarvan werkte ze samen met een veiligheidsadviseur uit Amsterdam, met wie ze eerder de Top-600-aanpak van veelplegers had ontwikkeld.

De minister rechtvaardigde deze aanpak door te wijzen op de onhoudbare situatie in de migratieketen in de zomer van 2022, met name in Ter Apel, die een directe noodoplossing vereiste.

De minister benadrukte ook dat er vanuit de Tweede Kamer zelf druk was uitgeoefend om de aanpak in Ter Apel, die als een pilot gold, structureel uit te voeren en indien mogelijk toe te passen op andere locaties met overlastgevers.

Toegang tot reguliere opvangplek azc

Hoewel het ministerie nog steeds streeft naar uitbreiding van deze aanpak, heeft de rechtbank de plaatsing van een Algerijnse asielzoeker in de procesbeschikbaarheidslocatie vrijdag goedgekeurd.

Volgens de rechtbank ging de vrijheidsbeperking echter te ver en dient de man toegang te krijgen tot een reguliere opvangplek in een azc.

Naar aanleiding van deze uitspraak heeft Van der Burg nu toch besloten om de pauzeknop in te drukken, zoals vermeld in de brief aan de Tweede Kamer.