Ik meldde vorige week dat Nederlanders bijna een half miljoen tweede huizen bezitten. De meeste daarvan staan in Spanje. Op de tweede plaats komt Nederland. Frankrijk komt op de derde plaats en Turkije op de vierde. Laten we in Nederland beginnen. Als de helft van het aantal tweede huizen geschikt is om ook in de winter te bewonen komen we op 50 duizend leegstaande woningen waarin gemiddeld twee tot vier vluchtelingen zouden kunnen wonen. Dat zijn er dus 100 tot 200.000, die zonder noemenswaardige kosten opgevangen kunnen worden.
Ja maar, zullen die tweede huizenbezitters zeggen, dan kan ik niet meer gebruik maken van mijn tweede huis. Hoezo niet? Laten we de volgende afspraak maken. Op het moment dat de tweede huizenbezitter naar zijn tweede huis wil, belt hij de vluchteling die daar verblijft. Deze verplicht zich ertoe op zijn beurt enige dagen in het eerste huis van de tweede huizenbezitter te gaan wonen. Hij kan dat doen door met dezelfde auto waarmee de eerste huizenbezitter naar zijn tweede huis gereden is terug te rijden en het eerste huis van de tweede huizenbezitter te beschermen tegen inbraak.
Er zouden aanvullende afspraken gemaakt kunnen worden: de vluchtelingen koken een maaltijd voor hun gastheren en gastvrouwen, zodat deze als zij in hun tweede huis aankomen meteen aan kunnen schuiven. Dat kan natuurlijk ook bij terugkeer van de gastheer naar zijn eerste huis.
Door de maaltijd gezamenlijk te gebruiken wordt er een begin gemaakt met de integratie van de vluchteling in de Nederlandse maatschappij. Die integratie kan verder bevorderd worden door de vluchtelingen tegen een kleine vergoeding werkzaamheden te laten verrichten in de tuin van het tweede huis of in het huis zelf.
Er is nog een voordeel. De tweede huizen staan meestal in dunbevolkte gebieden in Nederland: de Achterhoek, Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Limburg. Door de vluchtelingen daar onder te brengen vermijdt men de vluchtelingenkampen waartegen nu zoveel bezwaren gerezen zij en doet men precies waar burgemeesters en GroenLinks al enige tijden voor pleiten: kleinschalige opvang.
Maar wat nu als de vluchtelingen er een rotzooi van maken? Wat als ze schade toebrengen aan het gekoesterde bezit van welgestelde Nederlanders?
Simpele oplossing. De Nederlandse overheid zou een gratis verzekering kunnen aanbieden aan iedereen die zijn tweede huis te beschikking stelt aan een vluchteling.
En de Nederlandse overheid zou nog iets kunnen doen: zij moet de gastvrije tweede huizen bezitter de garantie bieden dat de vluchteling die om wat voor reden dan ook niet bevalt onmiddellijk zijn biezen pakt en elders gehuisvest wordt. Voor vluchtelingen die drie keer zijn weggestuurd wacht alsnog het vluchtelingenkamp. Dat zal ze leren!
Als dit systeem gaat werken, zullen we ook aan de eigenaren van een tweede huis in Turkije vragen of zij hun huis in Turkije ter beschikking willen stellen aan een vluchteling. Dat heet ‘opvang in de regio’. Het grote voordeel is dat de Syrische vluchtelingen daar in Turkije veel sneller herenigd zijn met hun vrouw en kinderen. In de zomermaanden, die de Nederlandse Turken in Turkije doorbrengen, kunnen die Syrische gezinnen op de huizen passen van hun gastheren in Amsterdam-West, in de Schilderswijk in Den Haag of in Delfshaven. Ze zullen dan blij zijn dat ze in september weer terug mogen naar Turkije.
Hetzelfde systeem gaat gelden voor de tweede huizen in Marokko. Het is bovendien een mogelijkheid om al dat huizenbezit in het land van herkomst te legaliseren. Wie zijn tweede huis aan een vluchteling ter beschikking stelt wordt vrijgesteld van vermogensbelasting over dat huis.